Monday, August 14, 2017

Maandag 14 augustus

Volgens WinGPS kunnen we om half vijf in Rotterdam zijn als we om tien uur vertrekken. Terwijl Justin nog aan het douchen is maak ik de boot klaar voor vertrek. Eerst de fietsen erop, de motor starten, kijken of alles functioneert en als Justin terug is kunnen we meteen vertrekken. Net als we willen wegvaren merk ik op dat de walstroomkabel nog is aangesloten. Dus die wordt snel binnengehaald en dan kunnen we echt.

We moeten meteen door de Koninginnensluis. We hebben geluk, we kunnen meteen naar binnen varen en worden meteen geschut. Het is half elf als we de Lek opvaren.

Alle boten voor ons gaan bakboord uit, maar wij gaan stuurboord uit. Meteen zie ik twee binnenvaartschepen op ons af komen. Een is de ander aan het inhalen. De inhaler ligt op ramkoers met ons, ook al vaar ik uiterst rechts tussen de rode boeien. Ik vang flarden op van een gesprek tussen beide schepen via de marifoon. Het eerste dat ik hoor is dat het inhalende schip 'zachtjes achteruit draait', dus kennelijk probeert om de snelheid er weer uit te krijgen. De schipper van het schip dat wordt ingehaald merkt daarop op dat het gas er maar weer op moet dan. Uiteindelijk komt het allemaal goed, maar ik hoor de een tegen de ander mopperen: "waarom moet je nu net hier, op het moeilijkste stukje van de Lek, een kilometer voor de sluis, gaan inhalen?" Het andere schip antwoordt wat bedeesd dat hij eerst geen haast had maar nu wel en dat hij dacht dat het wel kon. De andere schipper blijft mopperen en sluit af met "En haast moet je niet hebben, jongen!" Dat is misschien wel een interessante constatering: met een (binnenvaart)schip moet je geen haast hebben.

De uren daarna gaat alles van een leien dakje. We komen met enige regelmaat binnenvaartschepen tegen, een enkele keer worden we ingehaald door een schip. Pas als we bij Krimpen aan de Lek komen begint het weer wat spannender te worden. Er is een "waterbus" die kris kras tussen al het andere verkeer vaart en grote golven veroorzaakt. Verder varen er de nodige vrachtschepen en we moeten voor de monding van de IJssel langs. Iemand met een Jetski wil daarbij ook nog een duit in het zakje doen.

Voor het Noordereiland wil ik bakboord uit de koningshaven in, om bij de jachthaven te komen. Daarvoor moeten we eerst onder de "hef" door en vervolgens onder de Koninginnebrug. Deze laatste staat op "dubbel rood" maar de gele lamp brandt niet. Terwijl we er onderdoor varen blijken er mensen mee aan het werk te zijn, dus het zou weleens kunnen zijn dat we er ook echt niet langs hadden gemogen.

Dan moeten we nog onder de binnenhavenbrug door. In principe kunnen we daar onderdoor, maar er liggen al een paar boten te wachten en de brug gaat daarvoor al open, dus we kunnen meteen mee. Sue-Ann belt de havenmeester en we mogen langs een steiger liggen. Hoewel het een mooi plekje is moeten we wel een heel eind over de steigers lopen voordat we bij het havenkantoor zijn.

Ik bel Richard om te vragen of we welkom zijn. Dat zijn we, dus we nemen de fietsen en met zijn drieën lopen we eerst over de steigers naar het havenkantoor om ons liggeld te betalen. Dit is nou niet echt de goedkoopste haven, maar alles is wel tot in de puntjes geregeld. Stroom en water zijn bij de prijs inbegrepen.

We fietsen vervolgens naar de Maashaven en zoeken daar ofwel de Discovery ofwel de Dibrad. Uiteindelijk vinden we de Discovery als eerste, maar ik bel Richard maar even om te vragen op welk schip hij is. Hij vertelt me dat hij onderweg is van de Dibrad naar de Discovery omdat een specialist een motorkeuring gaat uitvoeren. Verder heeft hij slechts nieuws gehad: de koppakking van de generator van de Dibrad is kapot.

Eenmaal op de Discovery gaan we meteen de machinekamer in. Deze is enorm vergeleken met de machinekamer van de Dibrad. In het midden staat een grote Caterpillar van ruim 400 pk.

Het nieuwe schip is een beunschip. Er wordt zand met water in geladen, waarna het water naar onderen zakt en via de zijkanten van het ruim door een drainageleiding kan worden opgezogen door een grote pomp. De pomp kan ook gebruikt worden om het ruim juist te vullen met water. Als wij er zijn staat er in een ruim water.

Voorop is een nette woning en nog een machinekamer voor de kopschroef en de aggregaten. We mogen van de oude eigenaar, strikt genomen de huidige eigenaar, begrijpelijkerwijs niet in de woningen komen. Justin wil graag de Dibrad ook bezichtigen en Richard geeft ons permissie om overal te komen op de Dibrad. "Je oom weet de weg wel" zegt hij tegen Justin.

Dus we lopen een stukje over de kade naar de Dibrad. Onderweg pikken we Sue-Ann en Diana op die ook meelopen naar de Dibrad. Als eerste bekijken we de stuurhut. Diana gaat ons voor de trap af naar beneden, waar de woning is. Justin mag overal even kijken.

Vervolgens ga ik met Justin naar de machinekamer. Hij constateert dat deze veel kleiner is dan de machinekamer van de Discovery en wat hem betreft kunnen we daarom meteen wel verder. Dus we klimmen er weer uit en wandelen door het stuurboord gangboord naar voren. Daar gluren we nog even in de woning die daar vooral gebruikt wordt als berging. Aan de bakboord kant is nog een ingang naar de machinekamer waar de aggregaat en de pomp voor de kopschroef staan.

We drinken nog even bij Diana in de woonkamer een glas cola en gaan dan weer terug naar de Discovery om Richard gedag te zeggen. We mogen een keer mee op de Discovery als het zover is! Justin kan niet wachten. Het liefst ging hij meteen al mee volgens mij.

Het gebied is voor Sue-Ann zeer bekend omdat haar werk daar vlakbij is. Ze wil nog even bij een kennis langs om wat geld te brengen dat ze die kennis nog verschuldigd is. Dus we moeten eerst naar de pinautomaat om wat cash te pinnen, maar besluiten dan om eerst een ijsje te halen bij een ijssalon van een echte italiaan. Het smaakt zeer goed!

Vervolgens dus naar de pinautomaat en daarna verder naar de kennis die vlakbij de haven blijkt te wonen. Dus als Sue-Ann terug is zijn we binnen een paar minuten terug in de haven. Ik keten de fietsen aan een hek buiten de poort van de haven en we maken met zijn drieën de wandeling over de steigers terug naar de boot.

Na het eten ziet Justin iemand in de haven zwemmen. Dat wil hij ook, maar hij is zijn band vergeten en zonder die band durft hij het eigenlijk niet. Je kunt ook nooit weten wat voor gemene monsters er onder het water zitten natuurlijk.

De hele vakantie hebben we al mijn oude opblaasboot, een YAM 330S, voor op het dek liggen. De motor die ik er destijds bij kocht is inmiddels naar een volgende eigenaar, maar ik heb de boot nog steeds. Zullen we die dan maar oppompen? Dat lijkt Justin geweldig, dus ik sleur de twee grote tassen van het voordek af, de steiger op en rol de boot uit op de steiger. Vervolgens sluit ik de voetpomp aan en begin te pompen. Justin zegt: "ik kom over een kwartiertje wel even terug." Dat was niet de bedoeling: Justin mag hem zelf oppompen!

Dus even later staat Justin zich uit te leven op de voetpomp, waarop ik zeg: "ik kom over een kwartiertje wel terug!" Dat lijkt hem ook geen goed plan maar ik blijf gewoon op de boot in de buurt en moet hem toch helpen. Eerst moeten de luchtkamers een beetje opgepompt worden. Daarna kan de houten vloer erin gezet worden, waarna je de boot helemaal kunt oppompen.

Even later is de boot helemaal opgepompt en laten we hem samen te water. Nog even de peddels eraan en dan is 'ie vaarklaar. Nu blijkt dat Justin het toch wel eng vindt. Hij wil dat ik de opblaasboot met een touw aan de aak vastmaak zodat hij kan oefenen met roeien zonder af te drijven. Na enig spartelen is hij klaar voor het grote werk. Ik moet toch maar mee, dus samen drijven we even later in de haven rond. Justin moet nog leren roeien dus het gaat allemaal nog wat moeizaam.

Eenmaal wat verder in de haven zien we Sue-Ann op de steiger lopen. Om haar te helpen varen we naar haar toe en laten we haar opstappen. Vervolgens steken we de haven over terug naar de aak alwaar Sue-Ann weer mag uitstappen. En ook ik wordt verzocht om het "schip" te verlaten.

In zijn eentje ploetert hij verder door de haven. Even later meert hij af in een lege box om naar het toilet te gaan en raakt vervolgens in gesprek met de "bewoners" van het jacht ernaast. Na enige tijd komt hij terug met de vraag: "ik mag bij die mensen op de boot kijken, mag dat van jou?" Ja, van mij wel. Van Sue mag het ook. Dus opgetogen spartelt hij weer terug naar het jacht en gaat daar aan boord. Uiteindelijk komt hij terug met een zakje chips en een pakje drinken.

Zondag 13 augustus

Sue-Ann gaat vandaag voor een afspraak met haar zus en nicht naar Amsterdam met de auto. Justin en ik slapen uit en blijven aan boord tot het museum open gaat. Ik verkeer in de veronderstelling dat dat om twee uur is, maar als we dan rond die tijd bij het museum aankomen blijkt het al om een uur open te zijn gegaan.

We komen eerst in een wat kleine ruimte waar ook de kassa is. Toegang is voor mij 2 euro en voor Justin gratis. De man aan de kassa vertelt ons dat we eerst een introductiefilmpje kunnen kijken daar, dus dat doen we. Ik geloof dat Justin dat niet zo boeiend vind, maar ik wel. Vervolgens ga ik op mijn gemak alle informatiepanelen lezen en de foto's bekijken. Justin vindt het veel te lang duren. Opgelucht haalt hij adem als we de ruimte verlaten, op weg naar de volgende ruimte. Buiten gekomen staat er een stuurhut van een binnenvaartschip. In de stuurhut hangt een echt stuurwiel en een echte gashandel. Ze zijn aangesloten op een simulator en het is de bedoeling om daarmee een stukje te "varen" en daarmee wat opdrachten uit te voeren. Helaas is het ons niet duidelijk geworden wat de opdrachten precies inhouden, maar het gesimuleerd varen vind Justin in ieder geval geweldig.

Naast de stuurhut staat een flinke maar oude draaibank. Hij ziet er zwaar verroest uit. Zonde.

We gaan verder naar een volgende expositieruimte met allerlei informatie over de binnenvaart. Justin heeft het binnen een minuut bekeken en gaat weer naar buiten. Ik bestudeer wederom alle panelen. Veel informatie kende ik al, maar er staan ook een hoop wetenswaardigheden bij die voor mij nieuw zijn.

Justin heeft nóg iets moois gevonden buiten: een woning van een oud binnenvaartschip. Het is onwaarschijnlijk klein. Dan is de kajuit van onze aak nog groter en zeker hoger. Je moet haast op handen en voeten er doorheen kruipen.

We struinen verder op het terrein. Er staat een grote witte Dodge met Frans kenteken waar Justin erg van onder de indruk is. Ik vind de gerestaureerde aak met oude dieselmotoren interessanter. Ze kunnen lopen en doen dat ook af en toe. Misschien moet ik maar een keer terug komen als ze gaan draaien.

Iets verderop is een veerpontje voor voetgangers vanaf de werf naar de overkant van het water. Je moet met een slinger de ketting aanhalen zodat je uiteindelijk naar de overkant komt. Er zit echter een soort vrijloop op van een tamelijk primitief type dat moet voorkomen dat de slinger hard gaat draaien als je weer de andere kant op gaat. Justin wil per se met het pondje naar de overkant, maar steeds als hij voldoende ketting heeft opgespannen om werkelijk te kunnen varen schiet die vrijloop weer los en loopt de ketting weer terug het water in. Uiteindelijk slinger ik ons maar naar de overkant.

Het leek mij wel praktisch om dan ook weer terug te gaan, maar Justin moet en zal eerst op de kant komen. Anders is het natuurlijk niet echt. Terwijl wij op de kant staan zien we een meisje aan de overkant het pontje naar zich toe slingeren. Dat lijkt me geen goed idee, dus we springen snel weer aan boord van het pontje. Dit keer lukt het Justin wel om met de slinger de ketting binnen te halen.

De museumwerf is ook nog echt als werf in gebruik. Er staan zelfs een paar oude schepen op de helling. Eigenlijk mogen we daar niet komen, maar lopen toch een stukje het terrein op. Ik kan het niet laten om in de oud ijzer container te kijken en zie daar toch een aantal zaken in liggen waarvan ik denk "zonde!" Waaronder een tweetal moderne inverter-lasapparaten zonder kap, een complete lier en oude motor.

Justin wil nog even met de simulator in de stuurhut spelen, waarna we terug gaan naar de boot. Daar drinken we wat om vervolgens weer terug te fietsen om even naar het fort te kijken. Het stelt niet zoveel voor, dus we zijn er al snel klaar mee.

Daarna wil ik nog wat boodschappen doen bij een Jumbo die op zondag open is. Dat is een kwartier fietsen. Justin wil niet mee dus ik ga alleen, terwijl hij achter blijft op de boot.

Ik gebruik google maps om de Jumbo te vinden, maar dat valt niet mee. Uiteindelijk blijkt het in een groot winkelcentrum een soort verstopt te zitten. Maar goed, ik heb het gevonden. Een kwartiertje later zit ik weer op de fiets terug naar de boot.

Rond zeven uur komt Sue-Ann terug. Ze heeft Antilliaans eten meegebracht dat overgebleven was op haar afspraak. Aan mij is het niet besteed, maar Justin wil het wel proberen.

Richard, de schipper van de Dibrad, het binnenvaartschip waar we vorig jaar langszij hebben gelegen, heeft een nieuw schip gekocht en het oude en nieuwe schip liggen in Rotterdam. Ik heb het nieuwe schip nog niet gezien en ben wel benieuwd en Justin lijkt het fantastisch om op een binnenvaartschip te kijken dus wil ik kijken of we naar Rotterdam kunnen varen. Eerst bel ik Richard op om te vragen of we welkom zijn en dat zijn we! Dus morgen gaan we naar Rotterdam.

De rest van de avond besteed ik aan het uitzoeken van het communicatieprobleem tussen de frequentieregelaar en de besturingsprint. Uiteindelijk blijkt dat de besturingsprint geen goede data verstuurt, dus dat de frequentieregelaar niet functioneert is niet vreemd. Alleen kan ik in het donker met alles ingebouwd niet verder zoeken, dus laat ik het eerst maar zo. Varen zonder frequentieregelaar lukt ook wel.

Donderdag 10 augustus - Zaterdag 12 augustus

Op donderdag moeten Sue-Ann en ik voor een afspraak naar het Ziekenhuis, het LUMC in Leiden. Daarna gaan we wat rondneuzen in het winkelcentrum van Leiden. Voor het eerst in lange tijd kom ik weer eens bij de boekhandels. Een ervan is dramatisch gekrompen. Er zit ook nog een De Slegte, ik dacht dat die failliet waren. Zowel bij de Slegte als bij de Kler vind ik een aantal interessante oude boeken.

Op vrijdag moeten we mijn oom, Henk Dekker uit Oldemarkt, begraven. Het blijft bizar.

Daarna gaan we terug naar Alphen, zoeken onze spullen bij elkaar en vertrekken weer naar Vreeswijk. Op zaterdag slapen we uit, doen op ons gemak boodschappen. 's Middags ben ik mijn nieuwe aanwinsten aan het bestuderen. 's Avonds komt Justin terug op de boot. Hij wil morgen mee naar de museumwerf.

Friday, August 11, 2017

Woensdag 9 augustus

Doel voor vandaag is de passantenhaven in Vreeswijk, net ten noorden van Vianen. Daarvoor moeten we de Nederrijn verder af varen. Op dit traject zitten daar nog 2 stuwen/sluizen in en we moeten daarna nog via de Koninginnesluis naar Vreeswijk.

Ik zie nu pas een whatsapp bericht  van oom Ab, dat hij al gisteren verstuurde. Hij informeert of alle systemen nog goed werken, waarop ik enthousiast reageer dat dat het geval is. Met name de wijzigingen aan de hydraulische roerinrichting hebben nog geen enkel probleem gegeven.

Even een zijstapje: ik had een aantal jaren terug al een hydraulic cilinder op het roer gebouwd, aangestuurd door een 12V hydraulicpomp. Met een afstandsbediening met een schakelaar kan ik dan de boot naar links of rechts sturen. De 12V pomp heeft echter veel teveel opbrengst en daarom heb ik die 'afgeknepen' door PWM. De afgelopen jaren is het echter meermalen voorgekomen dat het roer op een onhandig moment om onduidelijke reden niet reageerde, alsof ie niet voldoende kracht heeft. Dit jaar heb ik de 12V pomp vervangen door een 230V die oom Ab nog had liggen. Verder is er in de aansturing het een en ander gewijzigd waardoor ik, als de elektronica uitvalt, onmiddellijk met de helmstok verder kan varen. In de oude situatie moest ik in zo'n geval de hydrauliccilinder demonteren. Dat kan supersnel, binnen een minuut, maar in een ongunstige situatie kan dat nog veel te lang zijn. Voor deze situaties heb ik nu ook een noodstopknop aangebracht, waarmee alles in een keer kan worden uitgeschakeld.

Omdat de zuigerstang het volume aan een kant van de zuiger erg beperkt beweegt de zuiger veel sneller wanneer die zijde wordt volgepompt met olie. Normaal hebben boten speciale hydrauliccilinders waar de zuigerstang dwars door de zuiger doorloopt naar de andere kant van de cilinder en daar uitsteekt. Daardoor hebben die het probleem niet dat ik wel heb: de ene kant op gaat veel sneller dan de andere kant op. Om dat te compenseren heb ik voor de hydraulicpomp een frequentieregelaar geplaatst die, wanneer de ene kant opgestuurd wordt, de pomp aanstuurt met de gebruikelijke 50Hz, en wanneer de andere kant opgestuurd wordt met 82Hz. Deze frequentieregelaar wordt door de besturingselektronica aangestuurd via RS485 (een soort pre-historische CANbus).

Tien minuten nadat ik enthousiast oom Ab heb beantwoord dat alles nog steeds goed werkt blijkt als we willen gaan varen dat het niet meer werkt. De exacte oorzaak is niet helemaal duidelijk, maar in ieder geval werkt de RS485 communicatie tussen de besturingsprint en de frequentieregelaar niet meer. Zul je net zien...

Voor nu los ik het op door de pomp buiten de frequentieregelaar om direct op de omvormer aan te sluiten. Ik had daar al een voorziening voor aangebracht, voor het geval dit zich zou voordoen. Nu kunnen we weer gewoon met de afstandsbediening sturen, maar gaat het stuur de ene kant op veel sneller dan de andere kant op. Echter merk ik bij het varen niet echt veel verschil.

Door deze problemen vertrekken we later dan gepland: om tien voor half elf. Als we twintig minuten onderweg zijn reageert het roer ineens helemaal niet meer. Vanuit de kajuit hoor ik roepen dat de TV is uitgevallen. Meteen neem ik gas terug en ik druk snel de noodstopknop in en plaats de helmstok. Vervolgens neemt Sue-Ann het roer over terwijl ik op onderzoek ga. Een omvormer die ik dit jaar voor het eerst gebruik is in storing gevallen. Om de 230V motor aan te sturen wilde ik een omvormer met flink vermogen, vandaar een nieuw exemplaar van 3kW.

Ik reset de omvormer, haal de noodstop weer terug en alles werkt weer als normaal. Het probleem heeft zich de rest van de dag niet meer voorgedaan.

Rond half twaalf komen we bij de eerste sluis voor vandaag: sluis Amerongen. Hier tref ik dezelfde situatie als gisteren: deuren open en rood licht. Deze keer echter vaart er een groot vrachtschip achter ons, op enige afstand. Via de marifoon leg ik contact met de sluiswachter: moet ik wachten tot het vrachtschip naar binnen is? Meteen springen de lichten op groen en hij antwoord vriendelijk: "ik wist niet of u marifoon had, maar u kunt wel binnenvaren. Vaar maar helemaal door naar voren. Er komt nog iemand achter jullie aan." Uit dat laatste meen ik op te maken dat er achter het door mij al gemelde vrachtschip nog een schip vaart, maar als het vrachtschip in de sluis ligt gaan de deuren meteen dicht en worden we geschut. Om twaalf uur zijn we alweer onder weg, met het vrachtschip in ons kielzog.

Sue-Ann is met de lunch in de weer als we even later bij het Amsterdam Rijnkanaal aankomen, het vrachtschip nog steeds achter ons. Ik heb echter via de marifoon al begrepen dat hij de sluis in gaat, dus ik weet dat hij ons niet verder zal volgen. Alleen nu nog even het kanaal veilig zien oversteken. Ik had via de marifoon de verkeerspost kunnen vragen, maar dat vond ik toch te "eng". Dus voorzichtig, staand op de bank, probeer ik over de dijk te kijken of er verkeer van links of rechts komt. Aan beide zijden zijn echter sluizen en in het stuk daartussen is geen enkel schip te bekennen. We kunnen dus gemakkelijk veilig oversteken.

Om twee uur komen we aan bij sluis Hagestein. Deze keer zijn de deuren dicht. Via de marifoon vraag ik om geschut te worden. Meteen krijg ik als antwoord dat hij de sluis zal klaarmaken. Meteen daar achteraan komt er een oproep van een jacht aan de andere kant. Hij wil mee naar boven, dus moeten we even wachten tot het jacht goed en wel in de sluis is gearriveerd en vervolgens is geschut. Ondertussen probeer ik met Justin te oefenen hoe een touw aan een bolder of kikker vast te maken. We hebben toch niets beters te doen. Als hij op het eind zelf vind dat hij het goed gedaan heeft zet ik de motor in de vooruit en geef gas. De knoop houdt dus was in ieder geval goed genoeg.

Om kwart voor drie komen we de sluis weer uit en een kwartiertje later zijn we bij de Koninginnensluis. De wachtsteiger ligt helemaal vol en een ander jacht ligt al te dobberen. Ik sluit me er bij aan, maar door de wind worden we voortdurend omgedraaid en weggeblazen dus ik ben eigenlijk continu aan het prutsen om een beetje op een veilige plek te blijven. Na een kwartier kunnen we met zijn allen naar binnen. Deze sluis is nogal een rare sluis: de wanden lopen schuin omhoog. Er zijn ook geen verhaalpotten, alleen een touw dat langs de muur hangt. De sluis is overigens van eind negentiende eeuw, misschien dat mensen toen nog anders dachten.

We kunnen in elk geval allemaal gemakkelijk in de sluis. Terwijl we wachten komt er een eend met twee kuikentjes in het kielzog voorbij zwemmen. Ik roep Justin even, zodat hij nog wat oud brood aan de beestjes kan voeren. Hij vind de kuikens zo schattig dat hij er een wil meenemen. Dat zullen we maar niet doen.

Als we een half uur later de sluis weer uitvaren zijn we al heel dicht bij de haven. We hebben, om Justin voor te bereiden op tegenslagen, gezegd dat we pas om zes uur aankomen. Als we echter aanleggen in de passantenhaven van Vreeswijk is het pas half vier. Op het dek roept Justin verontwaardigd: "we zouden toch tot zes uur varen? Het is nog geen zes uur." Ik zeg: "oh, dan gaan we nog een stukje verder", vermoedend dat Justin dat helemaal niet fijn zou vinden. Maar ik krijg daarop niet de reactie die ik verwachtte. Hij blijft verontwaardigd dat we hem verkeerd hebben ingelicht.

Als Sue-Ann bij de havenmeester wil afrekenen blijkt dat ze onvoldoende cash bij zich heeft en dat er niet gepind kan worden. Daarop gaat ze met de fiets van de havenmeester (een mevrouw) naar een winkeltje waar ze zou moeten kunnen pinnen. Het lukt echter niet en als ze later terugkomt vraagt ze mij om de rol met munten aan te geven. Voor automaten voor stroom en douches en voor bruggeld heeft Sue-Ann voor vertrek een rol 50-cent munten en een rol 1-euro munten gehaald bij de bank. Een van die rollen wil ze nu aan de havenmeester geven als betaling. Ik vind het onverstandig, maar ze is een beetje chagrijnig  geworden van al het gedoe en houdt voet bij stuk. Dus ik geef haar maar die rol.

Als ze wat later weer terug is bij de boot vertelt ze dat we de rol later terug kunnen krijgen in ruil voor briefgeld. De havenmeesters bewaren het voor ons.

Vanavond komt mijn broer en de vader van Justin ons ophalen om ons naar huis te brengen voor de afspraken van de komende dagen. Om op tijd daarvoor klaar te zijn besluiten we vroeg te gaan eten. Het is pas een uur of vijf. Langs het water in Vreeswijk zit een pannenkoekenhuis. Nu hadden Justin en ik gisteren al pannenkoeken gegeten, maar nog een keer is voor ons geen probleem. Sue is er niet zo dol op maar stemt toch in. Dus lopen we langs het water naar het pannenkoekenhuis.

Daar aangekomen krijgen we een plaats bij het raam aangewezen, maar we willen liever buiten zitten. Dat kan ook, ook al lijkt het dat de uitbaatster dat merkwaardig vindt.

Het terras is aan de andere kant van de weg, langs het water. Echter staan er ook een aantal banken met kussens langs de gevel van het restaurant. Terwijl we wachten op ons eten besluit Justin dat het daar beter toeven is, dus hij gaat daar zitten en schreeuwt naar ons alle voordelen om daar te zitten. Als de serveerster met de borden naar ons toekomt komt 'ie toch weer snel naar ons toegerend.

Voor het eten van pannenkoeken heeft hij ook een speciale techniek uitgevonden: hij rolt de pannenkoek op, snijdt er een stukje vanaf en rolt dat stukje vervolgens weer af en slurpt het als een spaghettisliert naar binnen.

Na het eten halen Justin en ik een ijsje bij de ijssalon aan de overkant van het water. Sue-Ann gaat meteen terug naar de boot. Zij loopt aan dezelfde kant van het water waar we op de heenweg ook liepen, terwijl Justin en ik aan de andere kant terug lopen. We zijn daardoor eerder bij de boot terug dan Sue-Ann.

Justin is nu meer dan een week achtereen bij ons geweest. Als we de auto van zijn vader de straat zien inrijden rent Justin de weg op, maakt de deur open en vliegt zijn vader om de hals, nog voordat die de auto heeft kunnen parkeren. En hij had hem niet gemist...

Dinsdag 8 augustus

We willen vandaag een flinke stap maken, dus staan we vroeg op. We moeten alle drie douchen en ik ga als eerste naar het toiletgebouw. Eenmaal daar blijkt dat je er speciale muntjes voor moet hebben. Het gebouwtje van de havenmeester zit er gesloten uit, dus ik besluit om het maar te laten voor wat het is en vanavond in de haven waar we aankomen te douchen.

Sue-Ann en Justin lopen nog even naar de havenmeester om de sleutel terug te brengen en onze borg terug te krijgen. Even later maken we los en vertrekken we. Justin verbaast zich erover dat we dezelfde weg terug gaan. Ik snap zijn denkwijze: we moeten toch verder, niet terug? Maar hij heeft zich kennelijk niet gerealiseerd dat de zijtak dood loopt.

We ploeteren verder tegen de stroom in. We lopen wel iets sneller dan gisteren: zo'n 8 km/h. Om zo min mogelijk last te hebben van de stroming neem ik zo vaak mogelijk de binnenbocht. Dat betekent bij een bocht naar links dat ik aan de verkeerde kant vaar. Voor tegemoetkomend verkeer, dat dus de stroom mee heeft, kan het handig zijn om juist de buitenbocht te nemen om maximaal van de stroming te profiteren. Beroepsvaart begrijpt dat en heeft er, in ieder geval ogenschijnlijk, geen problemen mee. Maar een deel van de andere watersporters begrijpt dat niet en het is bij een tegenligger dan altijd de vraag: wat verwacht 'ie van mij? Vorig jaar had ik al eens een boze ontmoeting met een tegenligger en ook nu komt het af en toe voor dat tegenliggers uiterst rechts willen blijven varen. In dat geval stuur ik wat meer naar het midden van de rivier.

Op een zeker moment kom ik een vrachtschip tegen met een blauw bord. Dat is vreemd, omdat opvarend verkeer bepaalt. Dat blijkt nu ook wel het geval, een vrachtschip loopt achter ons op ons in met het blauwe bord uit. Daarom heeft het tegemoet varende vrachtschip als antwoord zijn blauwe bord uit.

Enige tijd later echter kom ik opnieuw een vrachtschip tegen met het blauwe bord. Dit keer geen achterliggers, dus ik kan niet anders dan vermoeden dat de schipper toch wil dat we stuurboord-stuurboord passeren. Uiteraard heeft dat ook mijn voorkeur en is er verder niets aan de hand.

Tien voor half een zijn we op de kruising van de IJssel en de Nederrijn. Hier gaan we stuurboord uit in de richting van Arnhem. Vanaf nu hebben we stroom mee, hoewel er nauwelijks stroming staat. Volgens een pagina op het internet wordt de debiet op 25 kuub per seconde geregeld door middel van stuwen. Als ik even met google maps de afstand tussen de oevers bepaal kom ik op tenminste 90 meter. Zelfs als de rivier maar 1 meter diep zou zijn, zou dat dus een stroming opleveren van 25/90 = 0,27 meter per seconde ofwel minder dan 1 km/h. Ongetwijfeld zal de rivier gemiddeld dieper zijn dan een meter, dus van stroming is nauwelijks sprake.

Tien minuten later varen we de RZV Jason in Arnhem voorbij, waar we vorig jaar hebben gelegen. Ik wijs het Sue-Ann aan, maar ze herkent het niet. Ze blijft stug volhouden dat we dáár niet gelegen hebben. Dus ik keer om en vaar de haven in. "Ja, dat klopt wel, we lagen aan de andere kant van dat gebouw!"  Ze zal niet toegeven dat ze ongelijk had...

We keren om en varen weer verder. Het regent, ik sta in mijn regenpak in de kuip te sturen terwijl Sue-Ann en Justin binnen zich vermaken. We komen een groepje andere jachten tegen, hetgeen erop wijst dat we een sluis of brug naderen. In dit geval is het een sluis.

In principe is de Nederrijn natuurlijk een rivier, maar door een aantal stuwen wordt de stroming in bedwang gehouden. Om die stuwen te passeren zijn er sluizen parallel aan de stuwen gelegd. Soms staan echter de stuwen open en kun je gewoon doorvaren. Ik weet niet goed wat me te wachten staat en of ik zal herkennen of we door de sluis moeten of door de stuw. Dat blijkt echter eenvoudig: een reeks boeien markeert de vaarweg naar de sluis, daarmee de vaarweg naar de stuw blokkerend. Op de stuwen branden grote rode lampen.

Als we even later bij de sluis aankomen raak ik even in vertwijfeling: waar een "gewone" sluis 2 lampen heeft, een rode en groene onder elkaar, daar heeft deze sluis er twee naast elkaar en 1 eronder. Een van de lampen brandt rood. De andere twee zijn gedoofd. De deuren van de sluis staan open.

Ik roep via de marifoon de sluis op en krijg als antwoord: "komt u maar verder!" Tegelijk springen de lichten op groen. Cool!

Een kwartiertje later varen we de kolk weer uit en vervolgen we onze tocht. Het is nog steeds druilerig weer en ik sta nog steeds in het regenpak te sturen. Tegelijkertijd stemt het mij positief: het water is nagenoeg vlak en de omgeving mooi. Dan bedenk ik me dat hier al eeuwen mensen varen. Ik vind dat een bijzondere gedachten.

Om tien over half drie varen we de haven van de watersportvereniging van Wageningen binnen. Aan het begin van de meldsteiger ligt al een zeiljacht te wachten, maar ik kan er voor nog liggen. Als ik bezig ben de boot daar netjes naartoe te manoeuvreren komt de havenmeester al uit zijn  gebouwtje. Op basis van de afmetingen die wij hem geven wijst hij ons box 8 toe. We liggen er pal voor, maar moeten, om met de kont naar de steiger te liggen, 270 graden draaien. Justin roept meteen hardop dat we daar niet inpassen, maar de havenmeester meldt dat er anders altijd een boot van 3 meter 30 ligt.

Met de boegschroef draaien we om onze as. Veel manoeuvreerruimte is er  niet, dus de boegschroef komt nu goed van pas. Vervolgens pruttelen we langzaam achteruit de box in, geholpen door de mensen van de Barkas naast ons. Als we hebben aangelegd zeg ik nog even tegen Justin: "zie je nou wel, we passen er wel in." Uiteraard heeft hij daar ook wel weer een antwoord op.

We zouden vandaag pannenkoeken eten en het toeval wil dat er een pannenkoekenrestaurant in Wageningen is. Dus we gaan op de fiets naar het centrum van Wageningen, naar de  Markt waar het restaurant zit. Justin bij mij achterop, Sue-Ann op de andere fiets. Als snel zijn we Sue-Ann uit het zicht. Ik kan niet zo langzaam fietsen, zeker niet met iemand achterop. Aan het einde van de dijk, waar we de bebouwde wereld in moeten, wachten we even op Sue-Ann om te voorkomen dat ze ons kwijt raakt.

Na enkele minuten fietsen hebben we het restaurant gevonden, maar het blijkt gesloten, tot 9 augustus. Misschien vakantie? Maar wat nu?

We moeten toch boodschappen doen en we zijn langs een Hoogvliet gefietst dus besluiten we op de boot pannenkoeken te bakken en de benodigdheden bij de supermarkt te halen. Op dezelfde wijze fietsen we terug. Sue-Ann blijft uiteraard weer achter...

Als we even later bij de poort van de haven zijn aangekomen moeten door middel van een code op een cijferslot naar binnen. Justin heeft de code onthouden en staat hem nu hardop te schreeuwen. Ik wijs hem erop dat die code met een reden is ingesteld en dat het daarom niet handig is om die luid rond te bazuinen.

Gelukkig werkt de code en kunnen we naar binnen. Omdat ik me zorgen maak of Sue-Ann niet verkeerd zal fietsen en zal verdwalen besluit ik haar zonder boodschappen en Justin tegemoet te fietsen. Justin brengt alvast de boodschappen naar de boot. Ik kom Sue-Ann echter al snel weer tegen dus wij volgen Justin naar de boot.

We hebben twee pitten ter beschikking en een kleine en grote koekenpan. Volgens de verhalen van Justin is hij ongeveer de beste pannenkoekenbakker van de wereld, dus hij mag zijn eigen pannenkoeken bakken. De eerste mislukt echter en meteen wil hij de handdoek in de ring gooien. We overtuigen hem daarom dat oefening kunst baart en dat hij niet meteen moet opgeven. Dus hij bakt er nog een en geeft deze aan Sue-Ann om te proeven. Als Sue-Ann na het proeven van een pannenkoek van mij te kennen geeft dat die van Justin lekkerder is, is Justin meteen weer de beste pannenkoekenbakker van de wereld en heeft hij allerlei sterke verhalen.

Het blijft rotweer: voor een groot deel van de tijd kunnen we de deur van de kajuit tijdens het bakken niet eens helemaal open houden omdat het inregent.

Als Justin na het bakken op mijn bed TV ligt te kijken vraagt hij ineens: "Van wie is deze shampoo?" Het blijkt dat ik in de haast om tussen de buien door naar buiten te gaan de tas met douchespullen van de afgelopen ochtend heb leeggekieperd op het bed. Het hoeslaken en matras zijn helemaal nat van de shampoo. Ik los het voor nu maar even op door het matras om te draaien en een schoon hoeslaken aan te brengen.

Wednesday, August 9, 2017

Maandag 7 augustus

We staan op tijd op. Sue-Ann hoeft niet wakker te worden: ze is de hele nacht wakker gebleven. Ik rijd even snel naar een supermarkt voor vers brood en fruit. Als ik terug kom blijkt dat Sue-Ann en Justin de andere fiets al aan boord hebben gebracht.

Rond tien uur verlaten we de haven van Deventer en varen weer de IJssel op. Het doel is de haven van Arnhem, waar we vorig jaar ook waren. Maar de stroming is sterk en we schieten maar weinig op. De snelheid die de GPS registreert is rond de 6.5 km/h. Hoewel het prachtig weer is, evenals het uitzicht, begin ik het in de middag toch zat te worden. Ik besluit op zoek te gaan naar een andere haven. Iets ten noorden van Doesburg heeft de IJssel nog een oude zijtak die nu dood loopt. In deze zijtak zijn 3 jachthavens/campings gesitueerd. Een daarvan heeft zelfs een overdekt zwembad. Het lijkt me een leuke optie voor Justin, die zwemmen erg leuk vindt. Als ik het hem voorstel wordt hij erg enthousiast. Dus kiezen we dat als bestemming voor vandaag.

Ineens laat Sue-Ann een berichtje op haar telefoon zien. Het komt van de vader van Justin, mijn broer. Er staat dat onze oom Henk Dekker vandaag is overleden. Hij was herstellende van slokdarmkanker en had vorige week nog van een dokter te horen gekregen dat de gezwellen gekrompen waren en dat het er positief uitzag. We zijn zeer geschokt door dit plotselinge bericht.

Op de IJssel zijn op talloze plaatsen rare stromingen te zien, met allerlei draaikolkjes tot gevolg. Als ik de zijtak instuur wordt de boot op een rare manier opzij gezet, maar het lukt me uiteindelijk om zonder schade de zijtak in te varen. Eenmaal in de zijtak is er nagenoeg geen stroming meer. Wel zijn er veel watersporters, zowel in allerlei soorten en maten boten als op de strandjes langs de zijtak.

We varen de eerste twee havens voorbij om vervolgens bij de derde aan de kop van een steiger aan te leggen, zodat Sue-Ann ons kan aanmelden bij de havenmeester. Als ze terug komen is ons een plaats toegewezen een stukje verderop. Rekening houdend met de wind probeer ik de boot voor de box te krijgen om vervolgens achteruit de box in te kunnen varen. Het lukt echter niet zo best. Er gebeuren geen ongelukken, maar het duurt wel lang voordat ik uberhaubt de box invaar. Al die tijd staan de havenmeester en een buurman op de steiger ons op te wachten om een touwtje in ontvangst te nemen. Als Sue het eerste touwtje naar de steiger werpt landt het voor de buurman in het water. Het deert hem niet en vist het touw uit het water om ons te helpen in de box te komen. De havenmeester neemt een touwtje van mij in ontvangst, haalt het door een ring op de steiger en geeft het aan mij terug. Hij verontschuldigd zich omdat er iemand op hem staat te wachten.

Sue-Ann en Justin gaan vervolgens weer terug naar de havenmeester om nog wat zaken te regelen. We moeten 12,50 borg betalen voor een sleutel van het hek van de haven.

Justin staat al een tijd te popelen om naar het zwembad te gaan. Als ze terug zijn bij de boot kleed ik mij om en lopen we samen naar het zwembad. Eerst moeten we bij de receptie kaartjes ophalen om het zwembad in te kunnen. Vervolgens gaan we op richtinggevoel naar het zwembad, maar de ingang blijkt helemaal aan de andere kant van het best grote gebouw. Justin heeft zo'n haast dat hij eigenlijk niet wil geloven dat dat het geval is en met tegenzin volgt hij mij. Eenmaal aan de andere kant van het gebouw wijs ik op een bord boven een deur met de tekst "ingang zwembad". Hij leest hardop: "IJs en co." Er hangt inderdaad nog een bord, maar met de tekst "IJssel & co".

Wederom spellen we Justin op de mouw dat we die dag geen avondeten gaan eten, maar Sue-Ann en ik hebben al afgesproken dat we pannenkoeken zouden gaan eten in het restaurant. Nadat we zo'n anderhalf uur in het zwembad hebben doorgebracht vind ik het welletjes. Justin heeft nog helemaal geen zin om weg te gaan, maar het helpt dat ik hem vertel dat we pannenkoeken gaan eten. Maar wel pas na 2 bommetjes en nog 2 keer van de glijbaan.

Het is na zevenen als we bij de boot terug komen. Ik realiseer me opeens: ik had gepland om van 19:30 tot 20:30 deadliest catch op Discovery te kijken. Deze aflevering was vorige week woensdag al uitgezonden maar toen was ik nog druk met de voorbereidingen voor de vakantie en heb daarom die aflevering toen gemist. Maar het levert wel een probleem op: gaan we dan om half negen pannenkoeken eten? Of eten we gewoon iets op de boot? Sue-Ann en ik besluiten tot dat laatste en beloven Justin dat we morgen pannenkoeken zullen gaan eten, maar Justin is het er allemaal niet mee eens en gooit zijn kont tegen de krib. Hij mag kiezen wat we eten: bami, nasi, rijst met goulash of spaghetti. Hij kiest voor dat laatste maar kiest er even later voor om maar niet te gaan eten. Waarop Sue-Ann hem erop wijst dat hem dat vrij staat, maar dat hij vanavond geen andere dingen te eten krijgt. En dat als hij niet kiest ik mag kiezen. Hij blijft stug volhouden: hij gaat niet eten. Dus ik kies voor Bami, maar dat lust Justin niet dus dat blijkt een slechte optie. Uiteindelijk kiest hij er toch voor om maar Spaghetti te eten.

Maar Sue-Anns strenge houding bevalt hem allerminst. Als ze even later hem ook nog verbied om opnieuw naar het zwembad te gaan is Justin boos. Eerst zit hij een poosje op de boot, maar dan bedenkt hij ineens dat hij naar het toiletgebouw moet. Sue-Ann doorziet zijn list en verbied het hem. Hij kan op de boot naar het toilet. Maar Justin blijft boos op de steiger staan, terwijl ik naar het programma op Discovery kijk.

Nadat het is afgelopen ga ik met hem een ijsje halen. Als we terug komen ontstaat er een discussie over welke boot het mooiste is: een combi kotter van 13 meter die naast ons ligt of een pfeil 42 die iets verderop ligt. Ik vind de eerste het mooist maar Justin verkiest de snelle uitstraling en flybridge van de pfeil 42. We worden het aanvankelijk niet eens, waarop ik voorstel om op internet op te zoeken wat de prijs is van beide schepen. Daar stemt hij mee in en we vinden al snel een advertentie van een jachtmakelaar in Doesburg die de betreffende kotter naast ons te koop aanbiedt. Daar staan ook foto's bij van het interieur. Langzaam maar zeker veranderd hij van gedachten als we deze foto's vergelijken met de foto's van het interieur van de pfeil 42. De prijs maakt ook nogal een verschil: de kotter kost 150k, de pfeil 'slechts' 52k. Dus aan het eind van het liedje mag ik de pfeil 42 kopen en koopt hij de kotter.

Monday, August 7, 2017

Zondag 6 augustus

We willen vandaag voor we vertrekken de boekenmarkt even bezoeken en wat boodschappen doen. Het blijkt echter dat we de haven voor 12:00 moeten verlaten of moeten bijbetalen, waarop we besluiten om de hele dag maar in Deventer te blijven.

We fietsen een stukje langs de IJssel om bij het "begin" van de boekenmarkt te komen. Justin zit bij mij achterop en klaagt over het gebrek aan comfort. Sue-Ann heeft het wereldrecord langzaam fietsen in handen en dus wachten we (Justin en ik) bij het begin van de boekenmarkt tot ook Sue-Ann is gearriveerd.

Met z'n drieën lopen we even later over Europa's grootste boekenmarkt. Het is warm en zonnig en na enige tijd besluiten we om bij een restaurant wat te gaan lunchen. Er is gelukkig een plaatsje voor ons vrij dus we gaan zitten, bestellen onze drankjes en vragen om de kaart. "Vandaag verkopen we alleen koffie met appeltaart en tosti's" krijgen we als antwoord. En ze hebben ook al geen Chocomel. Daarop besluiten we onze drankjes maar op te drinken en verder te gaan.

We zwerven zo wat door de stad tot we ergens een lunchroom tegenkomen waar we ons geluk opnieuw proberen. Zowaar kunnen we meer kopen dan alleen tosti's en ze hebben ook nog Chocomel zelfs.

Behalve een man van middelbare leeftijd werken er ook nog een aantal jonge vrouwen waarvan ik schat dat ze tussen de 20 en 30 jaar oud zijn. Als een van hen bij ons wat komt brengen zegt Justin: "Zo! Die ga ik fixen!" De opmerking komt voor mij totaal onverwacht en als ik de serveerster aankijk heeft ze een grote glimlach op haar gezicht. Als ze weg is vraagt Justin zich af: "heeft ze mij gehoord denk je?" Ik zeg: "ik denk het wel."

We hebben er verder prima gegeten en gedronken. We vervolgen onze zwerftocht en komen bij een Scapino winkel. Omdat ik nieuwe schoenen nodig heb gaan we naar binnen, maar ik slaag er niet in om schoenen naar mijn wens te vinden. Sue-Ann slaagt wel iets beter en vind een shirt en broek voor Justin. Hij is er erg blij mee. Daarna komt hij mij op zoeken, terwijl ik nog op zoek ben naar schoenen. "Sue-Ann wil weg!" zegt 'ie tegen mij. Even later arriveert ook Sue-Ann op de afdeling met herenschoenen en als ik het haar vraag antwoordt ze ontkennend. Ik denk dat Justin niet zoveel zin meer had en weg wilde.

Als we wat later onze tocht vervolgen begint het te regenen. Sue-Ann heeft het koud en wil graag terug naar de Scapino om een goedkoop kledingstuk te kopen voor enige bescherming. Dus we doen dat. Daarna vind ik een standje met een aantal zeer interessante boeken. Ik weet me te beheersen en laat ze uiteindelijk toch liggen maar heb daar achteraf wel spijt van. Terwijl ik daar aan het rondstruinen ben komt Justin in zijn eentje opgewonden naar me toe. "We moeten terug naar Scapino, ik heb mijn zonnebril daar laten liggen!" Ok, we gaan voor de derde keer naar Scapino. In het pashokje waar hij de bril zou hebben laten liggen ligt 'ie niet meer. We vragen het een verkoper achter de kassa, die vervolgens zijn collega's nog navraagt, maar de bril is niet gevonden. Ik schrijf mijn naam en telefoonnummer op een papiertje en ze beloven dat als ze de bril toch vinden ze ons zullen bellen.

Samen zoeken we Sue-Ann weer op en met zijn drieën wandelen we vervolgens langs de IJssel over de markt terug naar het beginpunt, waar onze fietsen staan. We moeten nog naar de Zeeman, die buiten het winkelgebied in een andere wijk zit, dus met zijn drieën fietsen we er naar toe. Eenmaal daar aangekomen blijkt deze gesloten, tot grote ergernis van vooral Justin die de tocht op de bagagedrager heeft moeten doorbrengen en nu zonder resultaat dezelfde weg terug moet ondergaan. Ik geef hem de keuze: je mag ook gaan lopen. "Ik weet de weg niet" antwoordt hij. Ik zeg: "heel simpel: je loopt deze weg helemaal uit tot het einde en dan ben je bij de rivier. Dan blijf je langs de rivier lopen tot je bij de haven bent." Maar hij verkiest toch maar de bagagedrager.

Als we terug zijn op de boot rusten we even uit met wat drinken. Daarna wil ik naar de Karwei gaan om wat spullen te kopen en nodig Justin uit om mee te gaan. Omdat Sue niet mee zal gaan kan hij op die fiets fietsen en hoeft hij dus niet op de bagagedrager. Maar hij wil niet mee. Vervolgens roep ik dat ik een ijsje ga kopen en hup: hij wil weer wel mee.

Bij de kassa van de karwei staat vaak een diepvries met ijsjes. Dat was bij de Karwei in Deventer ook wel zo, maar deze was nagenoeg leeg; er lagen alleen nog een paar bedenkelijke waterijsjes in. Dat maar niet. Dus op aandringen van Justin doen we een winkelcentrum(pje) aan. Er is een Kwalitaria maar deze verkoopt geen schepijs en volgens Justin lust hij geen softijs. Dus we bezoeken de Dirk in hetzelfde winkelcentrum en kopen daar een doos met ijsjes. Vervolgens fietsen we weer tien minuten terug naar de boot om aldaar onze aanwinst te nuttigen.

Er zitten vier ijsjes in de doos en we zijn met zijn drieën. Dus nadat hij zijn ijsje op heeft vraagt Justin zich af wat er met dat vierde ijsje moet gebeuren. Ik antwoord: "dat gooien we gewoon weg." Ik weet natuurlijk waar hij op uit is, maar ik hou me van de domme. "Dat is toch zonde!" roept hij enigszins verontwaardigd. "Dan eet ik hem wel op" antwoord ik. Dat was ook  niet het antwoord waar hij op zat te wachten. Na enig gedoe stemt hij er mee in dat Sue het laatste ijsje mag hebben. Ze heeft haar ijsje geprobeerd te nuttigen tijdens het voeren van een lang telefoongesprek en dat is niet helemaal geslaagd zullen we maar zeggen. Dus voor haar is de herkansing.

Vervolgens rijst natuurlijk de vraag: "wat eten we voor avondeten?" Om hem te plagen zeggen Sue en ik dat we vandaag geen avondeten eten. De buren in de boot naast ons vangen ons gesprek op en de buurvrouw doet ook nog een duit in het zakje. Even later komt de buurman met een zak vol snacks en patat langs lopen. Terwijl zij hun eten nuttigen zit Justin als een schooiend hondje toe te kijken. "Smaakt het" informeert hij. De buurvrouw doet uitgebreid verslag van de geweldige kwaliteiten van haar voedsel, om Justin nog wat meer te plagen.

Er ligt in de haven van Deventer ook een mooie ark waarop een restaurant is ondergebracht. We willen daar gaan eten, maar als we daar aankomen blijkt dat we hadden moeten reserveren. Maar we kunnen toch nog een plekje krijgen. De uitbaatster van het restaurant is ook de havenmeester. Als we op ons plekje zijn neergestreken blijkt het menu niet helemaal onze smaak: mosselen of vis of nog wat andere wazige dingen. Sue is niet moeilijk met eten, maar Justin is het wel met mij eens. Daarop besluiten we om terug te gaan naar de boot en wat eten te bestellen bij thuisbezorgd. Justin is maar wat graag bereid om de bestelling bij het hek van de haven in ontvangst te nemen.

Na het eten zwemmen er twee eenden naast de boot. Ik gooi wat patat in het water dat ze vervolgens enthousiast opeten. Dat blijkt het begin van een soort sneeuwbaleffect: er komen meer eenden, meerkoeten, vervolgens ganzen en tenslotte zwanen. Met z'n allen strijden ze voor het voedsel, hetgeen nogal wat drukte oplevert. Als we geen patat meer te vergeven hebben schakelen we over op resten brood. Als dat even later ook op is komt een Duitse buurvrouw nog wat extra brood brengen. Verlegen maar goedwillend biedt ze het ons aan. Justin vind het geen probleem om ook dat nog even aan de dieren te voeren. Het is erg leuk om te zien.


Saturday, August 5, 2017

Zaterdag 5 augustus: Giethoorn - Deventer

Nadat we allemaal zijn ontwaakt gaan Justin en Sue-Ann eerst douchen en vervolgens naar de supermarkt. We vertrekken rond elf uur in de richting van Zwolle. Als we bij Beukerssluis moeten wachten heeft Justin een onderonsje met de mevrouw op het jacht achter ons. Vervolgens beweert hij dat hij sluizen leuk vindt, maar het is vijf voor twaalf en tussen twaalf en een wordt de sluis niet bediend en als ik Justin erop wijs dat we misschien een uur moeten wachten is het ineens toch niet zo leuk meer. Maar gelukkig lunchen de sluiswachters niet in juli en augustus, dus we kunnen met de volgende schutting mee.

Achter ons vaart een trimaran. Die is kennelijk te breed voor de sluis, want ze schuiven 1 romp naar binnen om smaller te worden.

We vervolgen onze weg in de richting van de IJssel via het Meppelerdiep en gaan na Zwartsluis het zwarte water op. Vanaf hier vaart Justin terwijl ik erbij blijf om een oogje in het zeil te houden. Door de hand op het roer te houden kan ik "voelen" hoe hij stuurt en meteen corrigerende instructies geven als ik denk dat het anders moet. Volgens mij werkt het: bij het laatste stukje naar Zwolle vaart hij kaarsrecht.

In Zwolle moeten we via de schutsluis naar het niveau van de IJssel worden geschut. In het stukje kanaal tussen de sluis en de IJssel vraagt Justin wel twintig keer of we nu last hebben van de stroom. En ongeveer evenzoveel keer leggen wij uit dat we daarvoor eerst op de IJssel moeten zijn: nadat we de bocht om zijn.

Eenmaal op de IJssel gaat het een stuk langzamer. Vanaf hier vaart Sue-Ann een stuk. Er is weinig verkeer, we komen wat andere jachten tegen en enkele binnenvaartschepen. Aan het eind van de middag is het zowat uitgestorven op het water.

Rond half zeven arriveren we in de haven in Deventer, waar we willen overnachten. In 2010 waren we hier ook al eens en toen kreeg Sue-Ann ruzie met de havenmeester. Net als de vorige keer komt een havenmeester op de fiets naar de meldsteiger om ons een plekje aan te wijzen, maar het is wel een andere havenmeester. Het havengebouw is wel enorm gemoderniseerd sinds de vorige keer.

Toen we in 2010 in Deventer waren was er de beroemde boekenmarkt. Toen wij vorig jaar over de IJssel langs Deventer voeren was diezelfde markt er ook. En wat blijkt: morgen is 'ie er weer.

Vakantie 2017: Vrijdag 4 augustus: Oldemarkt - Giethoorn

We zijn al bijna een week in Oldemarkt, maar pas nu is de boot klaar voor vertrek. Dit jaar heb ik een extra 24V dynamo en de 12V dynamo is vervangen door een exemplaar met twee keer zoveel vermogen. Helaas blaas ik die laatste op door een aansluitfout, waardoor ik genoodzaakt ben om de originele weer terug te plaatsen. Voor de 24V dynamo zijn er 2 extra semi-tractie accu's geplaatst en een 3kW omvormer.

De afgelopen nacht hebben we alvast op de boot geslapen. We worden rond negen uur wakker. Ik moet nog wat spullen bij elkaar zoeken voor we echt weg kunnen maar rond elf uur is het dan zover. Eerst nog even bij de buurman de dieseltank volgooien: 244 liter kon erbij. De buren hebben de haven verkocht, dus het is waarschijnlijk onze laatste ontmoeting.

Als we klaar zijn met tanken komt er juist een ander jacht aan dat ook wil tanken. Hij heeft niet meteen door dat wij er eerst uit moeten voordat hij kan tanken en dat geeft wat gedoe. Het waait hard en het is erg somber weer. 

We hebben een gast aan boord: Justin, mijn 9 jaar oude neefje. Hij kan soms een beetje ongeduldig zijn.

We varen naar de Linde, bakboord uit in de richting van de driewegsluis. Eenmaal bij de sluis aangekomen ligt er slechts 1 bootje voor ons te wachten. We sluiten aan, maar de wind maakt het niet gemakkelijk. Tegen de tijd dat we de sluis in kunnen zijn er ondertussen genoeg boten aangekomen om de sluis te vullen. Als we weg mogen varen heeft Sue-Ann terstond problemen om het voortouw los te maken. Het zit om een bolder op de kade geslagen maar in plaats van het touw terug te slaan trekt ze de hele lengte langs de bolder en dat gaat nog wat zwaar ook.

In Ossenzijl moeten we even voor de brug wachten. Er komt verkeer vanaf de andere kant en tot Justin's verbazing gaat de brug weer dicht voordat wij er langs mogen. Ik leg uit dat de brugwachter het verkeer er even langs laat en dat wij daarna mogen.

In verband met de harde wind kies ik ervoor om via het kanaal Steenwijk-Ossenzijl in de richting van Giethoorn te varen. Mochten we het voortijdig zat zijn, dan kunnen we altijd nog in Steenwijk overnachten zoals we dat vorig jaar ook deden.

Justin heeft zich erg verheugd op het sturen met de afstandsbediening. Eenmaal op het kanaal neemt hij de afstandsbediening van mij over. In principe kan hij best sturen, maar hij stuurt wat dicht langs de kant. Op zich geen probleem, maar als 'ie dan een keer een foutje maakt zitten we wel gelijk tegen de kant. Daarom geef ik een paar keer aan dat hij wat meer naar het midden van het kanaal moet gaan maar na vijf minuten varen heeft hij daar zo genoeg van dat hij de afstandsbediening maar weer terug geeft.

We varen Steenwijk toch maar voorbij en volgen het kanaal in de richting van Giethoorn. Het is een saai stuk. Eenmaal in Giethoorn kiezen we de Zuiderkluft als haven. Volgens andere bezoekers is het er rustig, maar ik vind het druk. Er zijn wel wat boxen leeg maar evengoed nog heel veel boten en campers. Het heeft ook wat van een camping: op het grasveld zitten mensen in tuinstoelen een beetje naar elkaar te kijken. Kinderen spelen, rennen rond, staan te hengelen of varen met een opblaasboot met buitenboordmotor door de haven.

Bevriende watersporters komen 's avonds nog even langs. Ze gaan morgen de boot naar Koudum varen en willen al om zeven uur in de ochtend vertrekken. Daarom slapen ze vannacht op de boot en die ligt heel dicht bij onze boot.