Friday, August 14, 2015

13 Augustus: Dokkum - Oldemarkt

We waren van plan om vandaag in Dokkum te blijven en morgen en eventueel zaterdag naar Oldemarkt te varen. Maar de weersverwachting is dat het vandaag overdag zeer warm en zonnig is, maar vanaf vanavond zware buien komen met mogelijk onweer en hagel. Het lijkt ons daarom verstandiger onze vakantie maar een dag eerder te stoppen, dus gaan we vandaag naar Oldemarkt.

Sue-Ann had mij om 8:30 wakker gemaakt om dit te bespreken, het is nu even voor negen. Ik wil proberen met de brugopening van 9 uur mee te kunnen. We moeten door 1 brug, daarna kunnen we uren varen voor er weer een brug voor ons open moet. Als we de brug van negen uur niet halen moeten we waarschijnlijk een lange poos wachten en dan kan het zijn dat we vandaag niet thuis komen omdat we een van de laatste bruggen niet door kunnen.

Het is nu dus even snel de fietsen aan boord zetten, walstroom losmaken, motor starten, afstandsbediening aansluiten en dan snel aansluiten. Er zijn namelijk intussen al een flink aantal boten langs gevaren die nu door de brug gaan.

We halen het, in een lange sliert van voornamelijk zeilboten en naast ons nog een enkele andere motorboot varen we het Dokkumer Grootdiep op. De eerstvolgende brug hoeft voor ons niet open, maar wel voor de rest van de sliert. Er staat een politieauto met sirene en zwaailichten voor de brug te wachten.

Na een paar kronkels laat het zeilschip voor ons ons voorbij gaan. Terwijl ik er voorbij ga vaar ik de Stroobossertrekvaart voorbij, waar wij naartoe hadden gemoeten. Dus ik weer in de achteruit om terug te varen. Het zeilschip snapt er niks van. Ter verduidelijking wijs ik naar de vaart waar we in hadden gemoeten.

Het is voornamelijk dezelfde weg terug, na de trekvaart de Brekken op en dan doorvaren tot het PM kanaal. Vanaf daar het PM kanaal in zuidelijke richting volgen.

Vanaf het PM kanaal zijn er twee opties: doorvaren en via de Follegasloot, of via Langweerderwielen en Scharsterbrug. WinGPS switcht steeds tussen deze twee, kennelijk maakt het in tijd weinig uit. Ik kies voor de route via de Langweerderwielen, iets minder 'zakelijk' dan het PM kanaal.

Ondanks de hoge temperatuur en een stralende zon waait het wel flink. De tent heeft de afgelopen vakantie veel te verduren gehad en is wonder boven wonder al die tijd blijven staan. Maar op de Langweerdervaart gaat het dan toch mis, een flinke windvlaag oefent een flinke druk uit op de tent en een van de buizen begeeft het en knikt. Gelijk is het verband eruit en stort de tent zo'n beetje in. Ik laat snel Sue-Ann het roer overnemen zodat ik de tent kan afbreken. In Scharsterbrug gaat de brug open als we net zijn gearriveerd, maar eerst mag de andere kant, dan mag het autoverkeer weer even en dan zijn wij aan de beurt. Een paar andere boten die ook moeten wachten proberen een beetje te blijven dobberen. Een ervan vaart gruwelijk in de weg voor het tegemoetkomende verkeer, zodat dat allemaal meteen helemaal naar de kant moet sturen als ze de brug zijn gepasseerd om een aanvaring te vermijden. Er is een soort aanlegplaats voor de brug, daar ga ik maar even liggen want ik heb geen zin in dat gedoe.

Na de Scharsterbrug is het nog maar even voordat je op het Tjeukemeer zit. Dat voelt als 'thuis', dus einde vakantie. Door de harde wind gaat is het wat hobbelig op het meer.

Als we op de Jonkers- of Helomavaart varen ga ik even staan sturen. Ineens voel ik iets aan de afstandsbedieningkabel trekken. Het stoeltje is weggewaaid. Ik heb het de hele vakantie steeds vastgebonden omdat ik verwachte dat het een keer zou gebeuren en dat is dus nu, in het zicht van de haven. Het stoeltje wordt achter de boot door het water gesleept.

De rest van de trip verloopt zonder problemen. We leggen aan in het malle gat, zodat ik snel even de auto kan halen en we gemakkelijk alle spullen uit de boot in de auto kunnen laden. Daarna vaar ik de boot naar de vaste ligplaats en rijdt Sue-Ann met de auto terug naar de loods.

Tot zover zomervakantie 2015.


Wednesday, August 12, 2015

12 augustus: Grou - Dokkum

Vandaag gaan we naar Dokkum. Maar eerst slaap ik nog even uit. Pas rond kwart voor elf varen we de box in Grou uit en geven meteen flink gas op het PM kanaal. Het is er druk en dus moet ik goed opletten. Als we aan de goede kant van het kanaal zijn aangekomen varen we achter een binnenvaartschip aan. Er hangt een kleiner schip aan vast, later kom ik er achter dat het een bunkerboot is.



Het eerste stuk is over het PM kanaal. Het is saai want er is niet veel te zien door hoge begroeiing. We lopen in eerste instantie in op het vrachtschip, maar als we er redelijk dicht bij zijn neem ik maar wat gas terug want ik durf er niet voorbij. Het kronkelt hier wat en ik ben bang dat als ik er voorbij wil er misschien onverwacht een tegenligger de hoek om komt zetten. Maar later gaat het binnenvaartschip sneller en kunnen wij dus ook weer sneller. Af en toe kijk ik eens achterom en dat blijkt geen overbodige luxe want op een moment dat ik het helemaal niet verwacht blijkt er ineens een binnenvaartschip achter ons te zijn.

Voorbij Bergum gaan we bakboord uit het Burgermer Mar op, iets verderop gevolgd door de kuikhornstervaart. Dit is een traject waar geen beroepsvaart van betekenis meer komt, dus hier is het allemaal wat meer ontspannen. Ooit van Kuikhorne gehoord? We zijn er langs gevaren vandaag, gevolgd door Zwaagwesteinde tot in de buurt van Westergeest. Daar moeten we ineens direct na een brug een oude trekvaart in, de Stroobossertrekvaart. Het lijkt weer wat op de turfroute. Vroeger kon je via deze vaart helemaal doorvaren tot in het centrum van Dokkum, maar er zijn dammen in gelegd. Er is een soort omlegging aangelegd waardoor de vaart nu uitkomt op het Dokkumer-Grootdiep.

Als wij dat laatste water op willen varen komt er net een motorsailer van rechts. We varen daar achteraan en varen dankzij de motorsailor door een geopende brug waar we ook zo wel onderdoor hadden gekund.

Eenmaal aangekomen in het centrum van Dokkum, het is dan half drie, komen we de kettingbrug tegen. Dit is een oude draaibrug die volgens de borden wel bediend zou worden. Als Sue-Ann belt krijgt ze echter te horen dat de brug vast zit. We varen daarom naar de Zuidergracht.

In Dokkum kun je ongeveer overal aanleggen en op bijna elke kade is walstroom en water te krijgen. We leggen aan net voorbij het zuidelijkste puntje van de Zuidergracht.


11 Augustus: Gorredijk - Grou

Ik haat opstaan en vroeg opstaan nog meer. Sue-Ann maakt me voor negenen wakker, zij is dan al een tijdje in touw. Maar ik lummel wat en kom langzaam op gang. Dan staat er ineens een brugwachter die vraagt of we mee willen naar de sluis, anders moeten we een poos wachten. Dat willen we! Dus snel fietsen aan boord, walstroom los, motor starten en varen!

Er zijn een aantal draaibruggen bij waarvan ik dacht dat die zelfbediening zijn, maar ze staan open, dus we kunnen in een keer doorvaren naar de sluis die middenin het dorp ligt. Daar moeten we dan weer even wachten natuurlijk. Dan nog een paar bruggen die open staan of snel open gaan en dan zijn we op het plekje waar sinds dit jaar een toiletgebouwtje staat.

Sue-Ann gaat eerst douchen. Ik ben even binnen bezig en als ik weer buiten kom staat er een groepje mensen naar de boot te kijken. Er ontstaat een gesprek, in eerste instantie over dat er een hoeklijn achterop het roer moet. De man die dat onderbouwt met praktijkervaring blijkt twintig jaar als jachttimmerman gewerkt te hebben op een werf. Omdat ik nog een hoop timmerwerk moet doen aan de boot vragen we hem om informatie. Hij komt binnen en legt me geduldig uit hoe en wat ik moet doen en in welke volgorde, welke materialen ik zou moeten gebruiken, etc.

Het is intussen al half twaalf, Sue-Ann heeft al gedoucht, dat moet ik nog doen. Als ik klaar ben komt er net een boot aanvaren. Ik denk: snel losmaken en er achteraan, dan kunnen we mee door de laatste brug in Gorredijk. De boot voor ons walmt erg en stinkt, ook op wat ruimere afstand.

De eerstvolgende plaats is Terwispel, waar ook een brug is. De brugwachter die de brug net heeft open gedaan komt nu deze brug bedienen.

In verband met de stank laat ik een groot gat vallen tussen ons en de stinkboot. We komen eerst nog onder een viaduct door van de A7, maar daar kunnen we zonder problemen onderdoor. De brug bij Tijnje gaat eerst voor hem open later nog eens voor ons.

Iets verderop sluit de Skipsleat aan. Dat is een stukje turfroute dat sinds kort weer bevaar is. Wij gaan echter verder richting Oldeboorn. Sue-Ann heeft beschuit met aardbeien gemaakt, maar ik durf  het niet te eten wat ik heb beide handen nodig om door het dorp te manoeuvreren. Het is een waanzinnig mooi dorpje met hele oude huizen aan de vaart. Er zijn maar liefst drie bruggen, allemaal draaibruggen. Bij de eerste vraag ik me af: is het zelfbediening? De stinkboot ligt voor de eerste brug te wachten als wij deze brug bereiken. Maar in WinGPS staat er niet bij dat het zelfbediening is. Er hangt een bordje met openingstijden op de brug, dus dat is ook al een beetje een teken dat het geen zelfbediening is. We moeten dus even wachten, waarbij ik probeer de boot een beetje op een fatsoenlijke plek te krijgen. Dat valt niet mee want de vaart is smal, de stinkboot ligt voor ons en een sloepje ligt achter ons. Nog wat kleinere bootjes varen er tussendoor, want zij kunnen zo wel onder de brug door.

Een omvangrijke vrouw maakt de bruggen open. Vooral de laatste brug is lastig te passeren: deze ligt in een bocht en de opening is erg smal.

We varen nu op een riviertje, de Boorne, dat door het landschap kronkelt. Het is een prachtige omgeving. De stinkboot en de sloep zijn een stukje voor ons omdat zij wat sneller varen dan wij.

Rond half drie tuffen we Nes binnen.  Ik zie een brug open staan, maar wel haaks op onze vaarrichting. Even later zien we hoe het sloepje en de stinkboot de brug passeren. Het licht staat op rood/groen en springt op groen. De brugwachter heeft ons dus gezien en geeft ons gelegenheid om meteen mee te gaan door de brug. Maar als ik pal voor de brug ben springt het licht ineens op rood. Al varende was ik al op zoek naar een brugwachter en/of het brugwachtershuisje, maar zag het niet. Ik ga volop in de achteruit om een noodstop voor de brug te maken. Maar er gebeurt verder nog niets, dus dan maar door rood. Na de brug vraag ik me af: moet ik hier al de bocht om? Sue neemt even snel het roer over terwijl ik naar binnen schiet om snel even op de computer te kijken. Ja, daar moesten we dus heen. We zijn er al voorbij dus draaien we en varen naar het remmingwerk om op de knop te drukken die daar geplaatst is. Het blijken dus automatische bruggen te zijn! Het grappige is dat de stinkboot en de sloep te ver zijn doorgeschoten, zijn omgekeerd en nu achter is liggen.

We vervolgens onze weg, komen een klein meertje tegen en iets verder een wat groter meer, het 'Peenster Ee'. In feite is dat een deel van het Pikmeer waar Grou aan ligt. Er ligt hier echter een engte tussen. Op beide meren wordt intensief gezeild, veel cursisten. Precies op de engte vaart een cursist aan de verkeerd kant van de vaargeul. Een begeleider in een klein motorbootje komt hem assisteren, maar Sue (zij staat aan het roer) wil naar links uitwijken terwijl dat uiteraard de kant is die zij op willen en moeten. Dus ik roep: "nee! Andere kant!" Sue-Ann schrikt zo dat ze de knop van het roer heel lang vasthoud zodat we rechtstreeks op het riet afvaren.



Ik grijp maar even in door de gashandel terug te zetten in de achteruit, maar dat lukt niet helemaal omdat Sue-Ann met de stoel min of meer bovenop de handel zit als deze neutraal staat. Dus Sue stapt er vanaf, motor in de achteruit en net op tijd staan we stil. "Hij doet 't niet" klaagt ze. Maar het werkt wel, maar ze heeft het roer helemaal op het uiterste gezet en moet nu dus bijna helemaal de andere kant op. Dat lukt wel.

Ik mag nu zelf verder varen. We moeten het PM kanaal oversteken dus misschien is dat ook wel iets verstandiger. Doel is de watersportvereniging van Grou. Het ligt direct aan het Pikmeer, maar daar zitten ook diverse watersportbedrijven en de gemeentelijke haven. Ik vaar maar naar de richting waar ik een grote hoeveelheid boten zie.

Op de eerste steiger die we naderen staat een bord dat we daar niet mogen afmeren. De tweede ook niet. Op de derde staat geen bord, maar wel een pomp. Sue-Ann heeft intussen de havenmeester aan de telefoon (het telefoonnr stond op een bord) en die wijst ons een plek aan. Een prima box waar we, met de kont naar achteren, prima kunnen in- en uitstappen.

Sue-Ann wil wassen, dus die gaat de wasmachine en de droger proberen te monopoliseren. Ik ga een stukje fietsen om wat rond te kijken en foto's te maken in Grou. Ik kom er al snel achter dat we in de gemeentelijke haven liggen in plaats van bij de watersportvereniging. Maar het is evengoed goedkoop en er zijn prima voorzieningen.

Als ik een poosje later terug ben en Sue-Ann weer een keertje op en neer is geweest naar het waslokaal verteld ze me dat iemand haar was uit de wasmachine heeft gehaald en er nu zelf mee aan het wassen is. (Ze weet niet wie).

Een uurtje later gaan we eten. Er is een theehuis pal naast het havenkantoor. Sue-Ann wil dicht bij de wasmachine- en droger blijven zodat ze snel na deze was er weer een volgende in kan doen, dus we eten daar. Als het tijdstip is aangebroken dat de was ongeveer klaar zou moeten zijn sneakt ze snel even naar het waslokaal, maar komt vrijwel direct wat teleurgesteld terug: de was is nog niet klaar. Even later probeert ze het nog een keer. Terwijl ik in mijn eentje zit te wachten zie ik een vrouw een paar tafeltjes verderop ook alleen zitten. Als haar partner even later terug komt meen ik iets op te pikken dat over ons gaat. Als Sue-Ann terug komt is ze weer teleurgesteld: iemand was haar voor. Maar ze weet wel wie het was, want hij heeft een complimentje gemaakt dat de was lekker ruikt. Ik vraag: is dat hem, voorzichtig de persoon aanduidend? Ja, dat is hem. Dat is grappig: zitten twee mensen in een restaurant te azen op de wasmachine zonder het van elkaar te weten.

Deze plek in de haven is geen fijne plek. Grote golven van het meer en het PM kanaal doen de boot bijna continu schommelen. Ik word dan een soort zeeziek als ik probeer te lezen of op de computer te werken.



Tuesday, August 11, 2015

10 Augustus: Appelscha - ?

Het doel voor vandaag is niet helemaal duidelijk. We liggen in Appelscha en ik wil eigenlijk sowieso stoppen in Gorredijk, want dat lijkt me leuk. Er zijn onderweg best veel mogelijkheden om te stoppen. Volgens WinGPS komen we vandaag niet verder dan Hemrikerverlaat. Volgens de kaart is dat een gehucht. Ik stop liever in een wat grotere plaats.

Oosterwolde is een optie, maar dan kunnen we na twee uurtjes varen weer stoppen. Donkerbroek is dan een betere optie, dan zouden we morgen van Donkerbroek naar Gorredijk kunnen varen.

Maar ik besluit het anders aan te pakken. Volgens WinGPS scheelt het ongeveer drie kwartier dat we te kort komen om in een keer van Appelscha naar Gorredijk te kunnen varen. Ervaring leert dat meestal WinGPS iets te ruim zit, dus misschien kunnen we wat tijd goed maken en lukt het wel. Mocht het niet lukken, dan moeten we maar overnachten in Hemrikerverlaat. Daar zijn ook alle faciliteiten.

Volgens mijn gegevens worden de bruggen en sluizen op de turfroute vanaf 9:30 bediend, maar we zien om half negen al een paar boten langs varen. Als ik rond negen uur naar het toiletgebouw ga loop ik over een draaibruggetje dat zelfbediening is. De plaatselijke jeugd echter hebben de bruggetjes gemonopoliseerd, er staat al een jongen bij te wachten. Deze bruggen gaan 's avonds ook op slot, dus ik vraag me af: is ie nog op slot. De jongen geeft aan: nee, hij kan draaien.

We varen weg om half tien. We liggen stijf tussen twee andere schepen in, dus ik druk de boot maar naar de andere kant van de vaart, want in de vooruit of achteruit zou ik zeker iets raken.

Bij het eerste draaibruggetje staat de jongen die zoëven ook al sprak. Hij maakt voor ons de brug open en krijgt uiteraard zijn beloning. Bij het volgende bruggetje staat een heel jong jongetje. Hij fietste gisteren al over de steiger en riep: "he meneer, die meneer is doorgevaren zonder wat te geven!" Zo doe je dat: je nagelt de oplichter aan de schandpaal! Het is mij alleen niet duidelijk tegen wie hij heeft en over wie hij het heeft.

Ondanks zijn zeer jonge leeftijd maakt hij voor ons de brug open. Al ver voordat wij er zijn hangt 'ie met z'n schepnet in de lucht te ziepen.

Daarna komt de eerste sluis voor vandaag, met een ophaalbrug ervoor. We zien in de verte al hoe een boot door deze brug gaat en in de sluis ligt. De brug gaat weer dicht, maar er wordt nog niet begonnen met schutten. Als wij arriveren, met nog een boot achter ons, gaat de brug weer open en kunnen wij ook nog de kolk invaren.

Het is tien uur als we met z'n drieen de sluis uit varen.

Bij de volgende sluis moeten we even wachten tot het tegemoet komende verkeer geschut is. Daarna is het nog maar een klein stukje voordat we in Oosterbroek zijn. Hier worden een paar bruggen bedient voor ons en dan stoppen de boten voor en achter ons al, ze leggen aan. Wij varen door.

Vlak voordat je Oosterbroek weer uit vaart moet je weer door een sluis. Terwijl wij worden geschut begint een oudere vrouw op de kant een gesprek met ons aan te knopen, over hoe bijzonder de boot is enzo. Dat gebeurt elke dag vele malen. Het varieert van 'he, een roestvrijstalen boot!' tot 'heel apart'. Vanmiddag fietste er een jongentje met zijn moeder langs en riep tegen zijn moeder: 'moet je kijken, wat een lelijke boot!' Zijn moeder probeert de schande te redden en zegt: "nee, dat is een bijzondere boot." Hé, mij maakt het niet uit hoor!

Als je Oosterbroek uitvaart kom je op een stukje vaart waar aan de noordelijke kant, waar wij moeten varen, de vaart niet op diepte is. Volgens een bord moet je de linker oever aanhouden. En precies op dat stukje krijgen we twee tegenliggers! En die willen ook niet vlak langs de kant varen, dus we liggen een tijd op ramkoers. Als ze mij passeren hangen beide schippers over de rand uit angst dat we elkaar raken.

Dan gaan we de bocht om, in Noord-Westelijke richting. We zijn in de middle of nowhere, maar hier begint wel de Tjonger. Wij varen die echter voorbij en komen bij een draaibrug die we dit keer helemaal zelf moeten bedienen. Sue-Ann gaat van boord en draait de brug open. Ik vaar door de brug en pik haar weer op. Vervolgens geef ik haar 2 euro beloning. Maar ze zegt liever papiergeld te krijgen. Tss.

De volgende brug moet voor ons bediend worden. Ruim voordat we er zijn staat er een bordje langs de kant: "Bel voor bediening brug tel 06..." Ik merk het bordje te laat op en pruts daarom een stukje terug. Dan typt Sue-Ann het nummer in op haar telefoon, ik vaar weer door. "Moet ik meteen bellen?" "Da's goed" zeg ik. Maar de brugwachter zegt: "ik zit er gewoon hoor." Dit is de wereldstad Donkerbroek.

Vervolgens komen we langs Moskou en daarna Klein Groningen. Dit hele stuk varen we door een zeer groen landschap, tussen bomen en hier en daar wat huizen en boerderijen.

De vaart bevat, vooral aan de oevers, veel begroeiing onder water. Het komt in de schroef en verstopt het koelsysteem. Ik hoor aan het geluid dat het niet goed gaat, maar er komt nog steeds water uit de uitlaat. Totdat we in de sluis 'Wijnjeterpverlaat' zijn. De kades zijn bij een volle sluis zo laag dat de boot boven de kade komt als je niet afhoud. Daarom stappen we steeds uit bij een sluis, houden de boot een stukje van de kade af totdat de fenders hun werk goed doen. Dan stappen we weer aan boord. Maar bij deze sluis zie ik bij het uitstappen al dat er helemaal geen water meer uit de uitlaat komt, alleen walm. Daarom spring ik weer aan boord en laat Sue-Ann in haar eentje de boot afhouden. Ondertussen haal ik het wierfilter eruit, het zit helemaal vol met prut. De aanzuigleiding zit echter ook vol, dus dan moet de wierpot er ook af. En daarvoor moet de uitgaande slang losgemaakt, de slangpilaar eruit gedraaid en dan kan de wierpot eraf. Met een stuk VD-draad rag ik een paar keer door de leiding. Daarna blaas ik er een paar keer op. De eerste keer floepte er wat prut over de rand, bij de tweede keer alleen wat water. Dan gauw de boel weer in elkaar zetten en nog voordat we weg kunnen varen doet de koeling het weer.

De volgende sluis is Hemrikerverlaat. Hier staat een jonge kerel de sluis te bedienen. We kunnen meteen erin varen, maar ik vraag hem: "hoe lang is het nog varen naar Gorredijk?" "Nog dik twee uur" antwoord hij. Het is dan net twee uur geweest, maar ik weet niet of ze stiekem wat te vroeg stoppen, dus ik vraag: "haal ik dat nog?" "Ja, dat moet makkelijk kunnen" antwoord hij. Dus we gaan schutten. Wanneer hij de de brug aan de lage kant van de sluis open maakt belt hij de volgende sluis op. Ik hoor aan het gesprek dat er een discussie is of we het wel of niet halen. Maar kennelijk weet hij de volgende sluiswachter te overtuigen.

Wanneer we de sluis uitvaren werkt ineens het hydraulisch roer niet meer. Ik kan sturen wat ik wil, maar er gebeurt niks. Met behulp van de boegschroef stuur ik de boot naar de kant en kruip daarna snel in de bakskist om te kijken wat er aan de hand is. Het blijkt dat de pen tussen de cilinder en de hefboom aan het roer eruit is. Deze is normaal gesproken geborgd met een stukje aluminiumdraad, maar dat is nergens meer te bekennen.

Snel haal ik de cilinder van z'n bevestiging (hoeft misschien niet per se, maar ik wil voorkomen dat de hefboom tijdens het sturen met de helmstok tegen de cilinder botst) en plaats de helmstok terug. Daarna kunnen we snel onze weg vervolgen.

Bij de volgende sluis hebben we weer een leuk praatje met de sluiswachter. We grappen wat over en weer dat het gemakkelijk is om deze boot te duiden. "Zilverkleurig" had de vorige sluiswachter gezegd. Zoveel zijn er daar niet van.

De vaart komt eigenlijk aan het oostelijke puntje van Gorredijk uit, maar je kunt daar Gorredijk niet in. De vaart maakt een haakse bocht naar het zuiden. Dan, als je bij wijze van spreken 'veel te ver' naar het zuiden hebt gevaren maakt de vaart een haarspeldbocht en loopt naar het Noord-Westen. Een brugwachter bedient de laatste twee bruggen voor vandaag. We kunnen aansluiten, helemaal aan het begin (of is dat het eind?) van de steiger.

Nadat we hebben aangelegd repareer ik eerst het roer weer. Dat stelt natuurlijk niet veel voor. Dit keer zeker ik de pen met een stuk VD-draad.

We gaan op zoek naar het toiletgebouw, maar dat is niet te vinden. Eerst maar naar de supermarkt. Op de terugweg vind Sue een gebouwtje waar je tegen betaling kunt douchen en naar het toilet kunt. Alleen werken de automaten hier met muntjes van 20 ct. 3 zijn nodig om binnen te komen, daarna nog eens een aantal om te kunnen douchen. Geen probleem op zich, maar waar haal je die muntjes van 20ct vandaan? Sue heeft een hele collectie muntjes van 50ct, 1 en 2 euro meegenomen, maar daar hebben we nu dus niets aan.

Er hangt bij de ingang een papiertje: "geen toilet legen, daar is het leidingwerk niet op berekend. Voor degene die de herentoilet verstopt heeft: je staat op facebook". Al met al geen gastvrij onthaal hier.

Als ik het later uitzoek blijkt er een nieuw toiletgebouw te zijn gemaakt, helemaal aan de andere kant van het dorp. Om daar te komen moet je nog een flink stuk om fietsen. Geen doen met de porta potie achterop. Daarom hebben we bedacht dat we morgen eerst naar de andere kant van het dorp varen en dan daar onze sanitaire stop doen. Het is de bedoeling om daarna Grouw te varen.










Sunday, August 9, 2015

9 augustus: Assen - Appelscha

Voordat we vertrekken wil ik eerst ruimte maken op de SD kaart van de camera, zodat er genoeg ruimte is voor het filmpje dat ik wil maken van de vaart. Sue-Ann had gisteren aangegeven dat we vandaag rond tien uur zouden vertrekken, maar het wordt tien minuutjes later.

Wederom op z'n allerlangzaamst varen we naar de eerste brug. Deze staat op dubbel rood, maar dat zegt niet zoveel omdat hier brugwachters meerdere bruggen bedienen en als ze dan naar een andere brug gaan zetten ze de brug die ze verlaten op dubbel rood. Maar het duurt wel lang... Sue-Ann besluit de havenmeester te bellen. Ik had eigenlijk verwacht dat hij de brug zou open doen omdat hij dat gisteren ook had gedaan. Maar als Sue aan het bellen is stopt er onverwacht een scooter van de provincie Drenthe. Een vriendelijke man verteld dat we te laat zijn voor de opening van 10 uur en dus tot 11 uur zouden moeten wachten. Ik weet niet waarom dat is, het staat nergens zo aangegeven. Maar de vriendelijke man besluit voor ons de bruggen op te maken: eerst dus de Witterbrug en daarna de Veenlustbrug vlakbij de kruising Vaart met Noord Willemskanaal. Hij geeft het ook door aan de volgende brugwachters. Wat een superservice hier in Assen en Drenthe!

Het eerste stuk volgen we weer de vaart zoals we ook gekomen zijn. Op dit stuk worden de bruggen tussen twaalf en een niet bediend. Ik hoop echter voor twaalf uur de Compagnonsvaart in te varen zodat we door kunnen varen. Maar dat lukt niet, we zijn rond twaalf uur in het centrum van Smilde.

Kwart over een, dus een kwartiertje nadat we weer verder konden, gaan we stuurboord uit de Compagnonsvaart in. Rond kwart voor twee leg ik aan voor de eerste sluis, de Damsluis. Voor de sluis ligt nog een brug en iets voor die brug staat een bord met aanwijzing om de brug/sluiswachter te bellen. Het water in de sluis heeft al ons niveau, dus als de brugwachter de brug open maakt kan ik meteen de kolk invaren. Er zijn geen bolders of glijstangen, alleen een soort reling bovenop de kade. De kade ligt veel lager dan onze boot, dus ik stap even op de kade om een touw om die reling te maken.

Voor het bevaren van de turfroute betaal je eenmaal EUR 19,- voor het hele traject. Dat is inclusief liggeld. Dit bedrag moet bij de eerste sluis betaald worden, dus in ons geval is dat de sluis waar we nu zijn. In ruil daarvoor krijg ik een tas met allerlei informatie.

De sluis is nog helemaal handbediend: deuren gaan open en dicht met een pikhaak en de schuiven worden met slingers bediend. Terwijl we afzakken naar beneden verdwijnt de brug/sluiswachter weer. Het lijkt erop dat hij in de originele sluiswachterswoning woont. Wanneer hij terug komt krijg ik van hem een vignet voor de turfroute.

Na een stukje varen komt de eerste draaibrug in zicht. Deze zijn 'zelfbediening' en daarom gaat Sue-Ann op de kant om de brug open te maken. Ze staat nog nauwelijks op de kant of er komen 2 kinderen aangerend. Zij willen de brug open maken en dat komt Sue wel goed uit. Ze komt dus weer terug aan boord en wij varen door de geopende brug. De kinderen zijn goed voorbereid: ze hebben een hengel met een klompje.

Na een paar honderd meter is de volgende draaibrug maar dit keer zijn de kinderen er al voordat wij er zijn.

Precies wanneer je Appelscha binnen vaart is er een brug die weer door een brugwachter bedient wordt. Ook hier staat weer een telefoonnummer dat we dus bellen. Even later komt de brugwachter aan fietsen en maakt voor ons de brug open. Vrijwel meteen daarna is er weer een brug met een sluis erachter, en ook deze worden voor ons door hem bediend. Hij vraagt: "willen jullie doorvaren of in Appelscha blijven?" Ik antwoord: "als er hier nog ruimte is dan willen we hier blijven."  "Ja, bij de tweede steiger" en wijst in het verlengde van de vaart.

Na het schutten varen we langzaam de sluis uit, op ons hoede voor een eventuele ligplaats. Net als we een plekje ontdekken fietst de sluiswachter weer langs en wijst wederom verderop. Dus we varen door, nog weer een geschikte plek voorbij, totdat we weer bij een draaibrug komen. Er zijn al weer kinderen die de brug hebben open gedraaid, maar de sluiswachter zit op het achterdek van het schip dat aan de steiger net voor de brug ligt. We vragen opheldering waar we nu precies heen moeten, maar een erg helder antwoord komt er niet. We kunnen gokken en doorvaren en hopen dat verderop een vrije plaats is, of we kunnen het zekere voor het onzekere nemen en terug varen naar de ligplaats die we net zijn gepasseerd. Sue-Ann beslist dat we dat laatste doen, dus tuffen we achteruit weer terug en leggen aan op de mooie plek.

Zowel voor als achter ons is nog veel ruimte over en dat vind ik zonde: het is te klein voor een boot, maar samen zou er waarschijnlijk wel een boot in passen. Dus daarom verwijder ik de vlag en trek de boot zover terug dat deze met het roer net voor de punt van het schip achter ons ligt.

Dan de walstroom aansluiten. Er staan op grote afstanden grote zuilen en daartussen kleintjes van 50cm hoog ofzo. Op de kleintjes kun je aansluiten, betalen gaat bij de grote. Daarvoor blijk je een RFID kaart nodig te hebben met een tegoed. Deze kun je kopen bij een automaat bij het toiletgebouw, maar dat moet je maar net weten. Sue komt er echter achter en komt dus even later terug met zo'n kaart. Dan de instructies opvolgen: kaart ervoor houden tot betaald is, dan aansluiting nr selecteren. Maar wat ik ook probeer, ik krijg het lampje dat bij onze aansluiting hoort niet aan de gang, totdat ik het een keer indruk terwijl ik de pas voor de lezer houd. Nouja, we hebben nu stroom.

De rest van de middag brengen we door met huishoudelijke klusjes en lezen. Na het eten gaan we een ijsje halen. Toen Sue de RFID kaart moest kopen was ze daar geld wezen wisselen. Daarbij had ze belooft om een ijsje te komen halen en daar is natuurlijk niets op tegen!

Het is een wonderlijk gebeuren: een soort snackbar-achtige ruimte, betegeld op de vloer maar er is een laagje fijn zand op gelegd. Er staan een paar tafels met plastic stoelen in bonte kleuren, twee vitrines voor het ijs. Aan de muur hangt een soort schoolbord waar met krijg het assortiment en de prijzen staan aangegeven. De man zelf is al even frivool. Hij gaat uitvoerig staan napraten met de klanten voor ons terwijl wij staan te wachten. Die klanten wijzen hem erop: je moet die mensen gaan helpen.

Ik moet altijd hetzelfde: vanille. Als hij bijna klaar is komt hij tot de ontdekking dat hij me geen vanille heeft opgeschept, maar kokos. Hij peutert het ijs weer uit het hoorntje en volgens mij twijfelt hij of hij de vanille op hetzelfde hoorntje zal scheppen. Sue Ann roept dat ze kokos wil, dus dat het hoorntje daarvoor hergebruikt kan worden.

Wanneer we moeten betalen komen we tot de ontdekking dat we een probleem hebben: we hebben geen cash bij ons; het laatste contante geld heb ik aan besteed aan het vignet. Hij heeft geen pinapparaat, maar geen nood: we kunnen het geld desnoods morgen brengen. En: hij woont aan de overkant van de vaart, wijst het ons aan. Het is vlakbij onze boot. We mogen het ook daar in de brievenbus doen. Het voegt er nog aan toe: "dat is veel vaker gebeurt en is nog nooit mis gegaan."

We besluiten om meteen te gaan pinnen en terwijl we weglopen loopt hij een stukje achter ons aan. Dan ineens realiseer ik me dat we niet eens het bedrag weten. Dus dat vragen we nog even.

Volgens hem was het biologisch ijs, terwijl hij dat zei stak hij zijn handen juichend in de lucht. Het was evengoed wel lekker.


8 augustus: Groningen - Assen

Vandaag is het de bedoeling dat we terugvaren naar Assen om dan later onze weg op de turfroute te vervolgen.

We vertrekken tien voor half tien. In feite is het exact dezelfde weg terug als we gekomen zijn. Dus de eerste bruggen kunnen we allemaal doorheen zonder dat ze open hoeven. De eerste brug die wel open moet is de Eelderbrug, de eerste brug in het Noord Willemskanaal. Als wij daar aan komen varen staat de brug nog open, maar gaat net dicht. Aan het remmingwerk zit een meldknop, dus varen we daar naartoe en drukken op de knop. Uit de speaker klinkt:

GOEDEMORGEN!
HET LICHT STAAT OP ROOD-GROEN VOOR U.

Oke, Stond het dat al voordat wij de knop indrukten? Als dat zo is had ik het niet gezien. Anyhow, even later staat het weer op rood. Omdat het licht op rood-groen stond probeerde ik klaar te gaan liggen voor de brug, maar het duurt nog een minuut of tien voordat de brug open gaat en dan mag ook nog eens een boot vanaf de andere kant eerst. Ik probeer onze boot een beetje in bedwang te houden en te zorgen dat de neus een beetje in de richting van de brug blijft staan.

Bij de volgende brug liggen al twee boten te wachten, dus wij sluiten aan. Met z'n drieën varen we door. Bij het Paterswoldse Meer legt de voorste boot aan bij een aanlegplaats, dus we blijven met z'n tweeën over.

Rond kwart over elf varen we de eerste sluis in, sluis De Punt. Ik heb daar een filmpje van gemaakt, maar het lukt niet om het te uploaden vanwege de enorme hoeveelheid dataverkeer dat dat kost en wat we al verbruikt hebben de afgelopen dagen.

Kwart voor twaalf zijn we bij de tweede sluis. Als we de sluis uit kunnen varen roept de schipper voor ons dat ze eerst gaan stoppen omdat het toch twaalf uur en de volgende brug dus niet meer open zal gaan. Dat is wel slim, want niet overal zijn even goede mogelijkheden om aan te leggen, maar bij het uitvaren van deze sluis zijn die er wel. Dus wij leggen hier ook aan.

Rond enen hoor ik de boot voor ons de motor starten, dus wij maken ons ook klaar voor vertrek. Ongeveer gelijktijdig varen we weg en we kunnen meteen doorvaren als we bij de Vriezerbrug aankomen. Vervolgens kunnen we ongehinderd doorvaren tot de Oudemolensebrug bij Ubbena. Daarna is het nog een brug en we zijn weer in Assen. Dit keer willen we echter doorvaren tot het einde van de Vaart, dus gaan we stuurboord uit door op de Noord Willemsvaart.

Rond twee uur komen we aan bij sluis Peelo. Hier zijn handige glijstangen, maar er zijn er maar drie die overwegend aan een zijde van de sluis zitten, voor ons gezien voorin. Het bootje voor ons legt links aan. Normaal gesproken heb ik ook een voorkeur voor links omdat we dan iets gemakkelijker kunnen wegvaren, maar ik het voordeel van de glijstangen weegt met zwaarder dan het gemakkelijker wegvaren.  Dus daarom varen we door totdat we bij de eerste glijstang komen waar we met een touw vanaf de middenbolder kunnen vastmaken. Echter, doordat die glijstangen allemaal zo ver naar voren zitten liggen we wel met de kop naast het schip dat voor ons voer. Tijdens het schutten dwarrelt de boot een beetje, maar door het touw strak te houden gebeuren er geen ongelukken.

Helemaal aan het begin van de Noord Willemsvaart zijn twee lage bruggen die voor ons open moeten. Hierna begint de vaart en kunnen we linksaf naar het centrum van Assen of weer rechtdoor terug naar Meppel.

Het schip voor ons vaart rechtdoor in de richting van Meppel, de brugwachter vraagt ons of we naar Meppel gaan. "Nee, linksaf" antwoord ik. "Dan bel ik even voor de bruggen" antwoord hij. Direct na het afslaan is er meteen eerst een viaduct, waar we gewoon onderdoor kunnen, en een kleine brug voor fietsers en voetgangers die voor ons open moet. Na tien minuten arriveert de havenmeester van Assen op zijn scooter. Hij heet ons welkom in Assen, zegt dat we nog 1 brug te gaan hebben en dat we daarna een mooi plekje mogen uitzoeken.

Dit is een heel mooi stukje om te varen, veel oude bebouwing aan weerszijden. Ik vaar op zijn langzaamst. Het kost een kwartiertje voordat we bij de Wittebrug aankomen. Al die tijd heeft de havenmeester op ons gewacht bij de brug. Al vanaf het moment dat de brug in zicht kwam stond het licht op rood-groen.

De haven bestaat in feite uit de kade van de vaart en de zwaaikom op het eind. Al vrij snel na de brug liggen de eerste boten aan de kant. We zien wel vrije plaatsen, maar ik wil eigenlijk zo ver mogelijk naar voren. Je weet natuurlijk niet of er verderop nog een plekje zal zijn, maar dan varen we maar weer terug, mocht dat het geval zijn. Maar we hebben geluk: bijna vooraan, vlak voor het havenkantoor kunnen we mooi liggen.

Ik wil morgen eigenlijk een filmpje opnemen als we door de vaart weer terug varen, maar daarvoor moet wel de accu van de camera voldoende opgeladen zijn. Helaas ben ik de oplader vergeten mee te nemen, daarom ga ik in het centrum van Assen bij een fotowinkel langs om te zien of ze een geschikte lader voor mij hebben. Het blijkt dat ze een oplader verkopen die "universeel" is. De verkoopster demonstreert het met een voorbeeldbatterij. Ik geef haar de batterij van mijn camera en vervolgens zit ze behoorlijk te tobben om het goed te krijgen. Een mannelijke collega komt haar assisteren (mannen zijn hierin natuurlijk superieur!) en hem lukt het om de batterij aan het opladen te krijgen. Ik heb er eerlijk gezegd niet veel vertrouwen in, maar ik zie mezelf wel genoodzaakt dus ik besluit het ding te kopen. Kost slechts EUR 45,- !

De rest van middag besteed ik aan het herstellen van de afstandsbediening, het vervangen van de schakelaar door het nieuwe exemplaar. Dan moet daarna ook de hydraulische cilinder terug geïnstalleerd worden. Wanneer ik dat wil doen blijkt de hefboom op het roer een centimeter lager te zitten dan het aangrijpingspunt van de cilinder. Deze hefboom heb ik zelf gefabriceerd en zit geklemd op het aangehangen roer vanwege de experimentele aard van het hele spul. Ik moet dus even de klem wat los maken en vervolgens iets hoger weer vastmaken. De bovenste twee bouten kan ik, hangend over de rand van de kuip, bij komen. De onderste twee echter niet. Ik besluit het voorste touw los te maken en de boot haaks op de kade te laten drijven, zodat ik vanaf de kade de klem kan losdraaien en herpositioneren. Dat lukt, maar zal wel wat rare blikken opgeleverd hebben: alle luiken open en haaks op de kade. Daarna maak ik nog snel een aanpassing in de software van de besturing, waarna alles weer in orde lijkt te zijn. Morgen maar eens zien hoe het bevalt.

Wanneer ik later op de avond de oplader voor de batterij van de camera uitprobeer geeft het apparaat meteen aan dat de accu vol zit. Lijkt me wat onwaarschijnlijk, maar ik kan het ook niet zeker weten...

Friday, August 7, 2015

7 augustus

Vandaag blijven we in Groningen. We slapen uit, douchen en daarna komt een vriendin van de moeder van Sue-Ann op bezoek. Zij woont in Groningen en heeft regelmatig contact met Sue-Ann.

Voor Antillianen is toervaren met een boot iets heel raars. Het komt in hun cultuur niet voor, mede natuurlijk omdat er afgezien van een ruwe oceaan niet veel valt te varen. Al eerder kreeg ik verbaasde blikken wanneer ik vertelde dat we gaan varen zonder te vissen.

Sue-Ann vertelt me later dat ook de vriendin van haar moeder niet begrijpt hoe Sue-Ann dit kan volhouden. In hun cultuur is het ondenkbaar om zo open en bloot met elkaar om te gaan, dat iedereen je kan zien terwijl je in de boot zit te eten bijvoorbeeld, vertelt ze me.

Na het bezoek wil ik naar een boekwinkel, Ik wil een 3D printer aanschaffen, maar ik wil me eerst verdiepen in het aanbod, de mogelijkheden en de benodigde software. Daarvoor wil ik op zoek naar een goed boek daarover. Sue-Ann wil wel mee, dus fietsen we samen weer naar het centrum. Het aanbod op het gebied van techniek en informatica vind ik erg afgenomen de laatste jaren, maar in principe kan ik me prima een tijd vermaken in een boekwinkel.

Verder drinken we wat op een terrasje, doen nog wat andere boodschappen en lopen dan terug naar onze fietsen die bij de eerste boekwinkel zijn blijven staan. Er zit daar een eetgelegenheid waar ze hamburgers verkopen: wereldburgers. Hoewel het pas vijf uur is lijkt het me wel wat om dat eens te proberen. Maar dan realiseer ik me dat ik nog een vervangende schakelaar wil kopen voor de afstandbediening van het roer. Tot mijn verbazing vind ik in Groningen nog een echte ouderwetse elektronicawinkel: okaphone. Deze winkel sluit om zes uur, dus als we eerst gaan eten kan het weleens te laat worden om die winkel te bezoeken. Dus stelt Sue-Ann voor dat zij blijft wachten terwijl ik even naar die winkel fiets. Prima plan, dan hoef ik ook niet alle gekochte waren mee te zeulen.

Ze hebben twee geschikte schakelaartjes binnen enkele ogenblikken gevonden. Kosten: EUR 7,-. Maar: ze verkopen ook  3D printers, dus ik laat me ook nog even door een verkoper voorlichten. Aardige kerel die me aan Cinus Woering doet denken, iemand die vroeger ook elektronicawinkels runde.

Ik fiets snel weer terug naar Wereldburgers alwaar we een uitstekende maaltijd nuttigen. Daarna weer terug naar de boot. Sue-Ann gaat vroeg naar bed, terwijl ik nog wat klusjes afhandel.


6 augustus: Assen - Groningen

Even na negenen vertrekken we uit het haventje in Assen. Voor ons zijn al 2 andere boten uit het haventje vertrokken en terwijl wij wegvaren maakt de supervancraft achter ons ook los. De eerste brug gaat voor ons alleen open, maar de volgende brug die daar vrijwel direct achter ligt wordt door dezelfde brugwachter bedient. Als wij daar aankomen liggen daar ook de twee boten die voor ons zijn vertrokken, samen met een sportboot met buitenboordmotor. Met dit clubje gaan we door tot Groningen, de supervancraft sluit ergens bij een van de eerste bruggen ook aan.

Al varende valt mij op dat regelmatig de knop om naar rechts te sturen weigert. Als ik harder druk en/of heen en weer beweeg doet ie het weer even, maar het maakt me wel wat nerveus zo. Als we een keer even voor een brug moeten wachten maak ik snel de helmstok in orde en haal de hydrauliekcilinder eraf. Op de helmstok varen we verder.

Vijf voor half elf komen we aan bij de eerste sluis in De Punt. We moeten een kwartiertje wachten voordat we erin kunnen en ook het schutten duurt een kwartier dus even voor elf varen we de sluis uit. Voordat het schutten begint vraagt de sluiswachter mij de motor 'ook uit te zetten'. Normaal doe ik dat nooit want het zal je maar gebeuren dat je 'm niet weer aan krijgt... Maar als hij het wil moet 'ie de eventuele consequenties ook maar aanvaarden als we niet verder kunnen. Gelukkig start de motor in een keer, maar het sportbootje met de buitenboordmotor komt moeilijk op gang. De stuurman haalt opgelucht adem als de motor uiteindelijk aanslaat.

Direct na de sluis ligt een brug die voor ons niet open zou hoeven, maar de supervancraft ligt achter ons en voor hem is het wel nodig.

Al een kwartiertje later komen we aan bij de tweede sluis, ook in De Punt. Deze heet ook 'sluis De Punt', de vorige heet 'sluis Vries'. In dit stuk haalt de supervancraft de rest in en vaart voorop verder. Waarschijnlijk probeert hij van ons af te komen, maar het clubje blijft aansluiten. Af en toe moet ik flink gas bijgeven om niet zo ver achter te komen liggen dat ik niet meer mee kan bij de volgende brug of sluis.

Rond half twaalf kunnen we de sluis weer verlaten. We kunnen zonder veel oponthoud doorvaren tot de Meerwegbrug in Haren. Het is dan net twaalf uur geweest, dus proberen we ergens aan te leggen. De meeste boten voor ons proberen allemaal aan de rechterkant aan te leggen, maar ik zie nergens paaltjes of iets dergelijks om aan vast te maken. De kade bestaat aan weerszijden uit een gegalvaniseerd ijzeren raamwerk dat volgestort is met keien. Voor de zekerheid vaar ik maar door tot aan de brug, maar nergens iets te vinden. Aan de linkerkant staan een paar stalen buizen in de berm. We besluiten daar aan te leggen. Als ik daar mee bezig ben roept de schipper van de ONJ boot iets naar me, maar ik kan hem niet verstaan. Uiteindelijk vaart hij ook naar onze kant. Ik stap uit om hem te helpen aan te leggen en dan verteld hij me wat hij riep: aan de andere kant lagen er ook keien onder water waardoor ze geen veilige plek konden vinden. Aan onze kant heb ik niets gemerkt, maar ik nodig ze uit om als ze dat willen bij ons langszij te komen liggen. Maar ze besluiten voor ons vast te leggen.

Het is een koppel uit Grou. De vrouw vind dat wij een praktische boot hebben. Ook zo met die tent erop. Ja, dat klopt wel, maar het ziet er natuurlijk niet uit. Toch leuk dat we zo ontzettend veel commentaar krijgen onderweg. Veel mensen denken dat de boot nieuw is. En iedereen vraagt of we 'm nog gaan schilderen. Mijn antwoord is steevast: voorlopig niet. Soms kun je duidelijk de verontwaardiging en/of het onbegrip aflezen van het gezicht.

Even na een uur kunnen we verder. Rond half twee komen we bij de eerste brug in Groningen. Het is een hefbrug, terwijl hij omhoog gaat staat er iemand in een oranje overall op. De eerste twee bruggen worden vlot bedient, voor de derde en vierde, die direct na elkaar komen, moeten we een paar minuten wachten. De brug daarna gaat weer snel maar daarna komt de spoorbrug en daar leggen we maar even aan. Het duurt uiteindelijk 10 minuten.



Dan nog de Eelderbrug, die weer snel open gaat en dan varen we het verbindingskanaal op. De bruggen op dit stuk zijn allemaal 3 meter of hoger, dus hier kunnen we zonder oponthoud doorheen varen. Dit is een heel mooi stukje om te varen. Ik vaar hier ook uiterst langzaam om een beetje om me heen te kunnen kijken. We varen onder andere pal voor het centraal station langs.

Iets verderop is een kruising met Oosterhaven en Oud Winschoterdiep. Voorbij deze kruising gaat het over in het Eemskanaal. Hoewel nog steeds in de stad wordt het nu snel industrieeler. Op het kruispunt van dit vaarwater met het van Starkenborghkanaal en het Winschoterdiep ligt de Groningse motorbootclub. We waren hier twee jaar geleden al eens met veel genoegen, dus we hopen er ook nu weer een mooi plekje te  vinden. Het begin van de haven is aangeduid met een rood en een groen baken. Je moet daarvoor een wat rare bocht maken.

Als wij tussen de bakens doorvaren komt de havenmeester al uit zijn kantoor en loopt over de steiger om ons een plaats te wijzen. Ze hebben het hier prima voor elkaar: nette en goed onderhouden sanitaire voorzieningen, stroompalen waar je geen gedoe hebt met muntjes maar gewoon bij het afrekenen van het havengeld voor betaald en keurige steigers met lange pieren zodat je gemakkelijk kunt in- en afstappen. Er liggen hier ook veel Duitse passenten en ondanks de naam komen er hier ook zeilboten. Het is gezellig druk.

Ik moet even wat boodschappen halen bij een supermarkt en daarvoor maak ik natuurlijk gebruik van google, om vervolgens met google maps de handigste route te bepalen. Daarbij valt mij iets op dat ik nog niet eerder heb gezien. Naast de haven ligt een Praxis bouwmarkt. Op google maps is, als je genoeg inzoomt, de indeling van die winkel te zien.



We besluiten om 's avonds een film te gaan kijken in de bioscoop. Daarvoor fietsen we naar het centrum naar de Pathe bioscoop.


Bovenstaande foto is genomen tussen De Punt en Haren.

Wednesday, August 5, 2015

5 augustus: Dieverbrug - Assen

Vandaag is het dan toch de bedoeling om naar Assen te varen. De planner geeft aan dat we om kwart over drie aankomen, maar met al die bruggen en 4 sluizen is het erg onvoorspelbaar. Je kunt in een minuut onder een brug door zijn, het kan zijn dat je er een uur voor ligt zonder dat duidelijk is wat er aan de hand is. Daarom ben ik wat nerveus, want ik wil liever niet ergens komen te liggen waar geen walstroom is.

Voor de zekerheid staan we vroeg op. Als Sue-Ann me wakker maakt om half acht heeft zij al gedoucht. Ik ga douchen en de boot klaar maken. Rond half negen verlaten we het haventje en gaan liggen op de wachtplaats voor de sluis. Er ligt al een ander schip voor ons te wachten.

Omdat wij aan de lage kant liggen en het water hoog is in de sluis mag de andere kant eerst. Dus wij kunnen, ik schat, tien voor half tien geschut worden. De eigenaardige sluiswachter van de afgelopen dagen was er nu niet. Er was nu een dame. Ik vind dat ze wat te lang door blijft ouwehoeren met voorbijgangers als de deuren al open kunnen. De afsluiters in de deuren worden hydraulisch bedient, maar openen gaat met de hand: eerst aan een kant de deur open slingeren, dan helemaal omlopen over de deuren aan de andere kant en dan de andere deur open slingeren. Gelukkig helpt de voorbijganger waarmee ze stond te ouwehoeren een handje door de deur aan zijn kant open te draaien.

Tamelijk probleemloos varen we door de volgende twee sluizen en de talloze bruggen. Rond twaalf uur komen we voor een brug in Smilde die niet meer open gaat, dus we wachten nu maar tot het een uur wordt. Dit keer gebruik ik de lunchpauze om wat telefoontjes te plegen en wat mailtjes te beantwoorden.

Ik ben op dat moment in de veronderstelling dat de haven die ik als bestemming heb gekozen, passantenhaven Marsdijk, voorzien is van toilet, douches en uiteraard stroom.

Als we onze weg vervolgen sluit een boot achter ons aan; de boot die al lag te wachten voor de eerste sluis vaart nog steeds voor ons.

Omdat ik nog een mailtje moet beantwoorden laat ik Sue-Ann een stukje sturen. Om een of andere reden lukt het haar niet goed om de boot op koers te houden. De elektrische besturing voldoet dus niet. Het probleem is denk ik dat het niet lukt om het roer precies op de goede plek te krijgen. Effectief ben je dus continu het roer heen en weer aan het bewegen om op koers te blijven. Overigens ben ik er van overtuigd dat ook als het wel zou lukken om het roer in de juiste stand te krijgen er nog steeds continu gecorrigeerd moet worden. Ik merk bijvoorbeeld dat als ik meer of minder gas geef de koers al veranderd. Als je door een engte bij een brug vaart heeft dat ook effect. Als je een tegenligger tegen komt heeft zijn hekgolf ook weer invloed op de koers.

Uiteindelijk wil ik een roerstandmeter op het roer hebben. Dan laat ik de besturing de hydrauliek zo aansturen dat een vooraf ingestelde roerstand gehandhaafd wordt. In plaats van 2 drukknopjes zou je dan kunnen sturen met een klein stuurwieltje waar je de roerstand mee opgeeft. Maar dan moet ik eerst een goede terugkoppeling hebben voor de roerstand.

Omdat Sue Ann niet voor een brug durft te wachten (omdat je dan de boot steeds een beetje moet corrigeren om ongeveer op dezelfde plek te blijven) blijf ik dus in de buurt en komt er van het beantwoorden van het mailtje niets terecht. Maar het duurt niet lang meer voor we in Assen zijn. Hier stoppen we met het volgen van 'de vaart' want na de eerste brug in Assen heet het water Noord Willemskanaal. Het is hier breder. We varen naast de A28.

Rond 15:00 komen we aan bij sluis Peelo. Als wij komen aanvaren komt er net een klein binnenvaartschip de sluis uitvaren. Zeer waarschijnlijk wordt het schip puur recreatief gebruikt, want er is op dat traject eigenlijk nergens een plaats waar iets geladen of gelost zou kunnen worden. Of tenminste: het ligt niet voor de hand.

Maar wij mogen dus meteen de kolk invaren, het licht staat op groen. De sluiswachter maakt het raam even open om ons te begroeten, aardig! We moeten 4.8m naar beneden zakken. Gelukkig is dit een veel modernere sluis. Het gaat allemaal veel gecontroleerder en er zijn glijstangen zodat we rustig met een touwtje op de middenbolder naar beneden zakken. Direct achter de sluis ligt een vaste betonnen brug. De doorvaarthoogte is daar 5m80, dus voor veel schepen zal dat wel toereikend zijn zeker.

Over die middenbolder nog wat: het is eigenlijk geen bolder maar een kikker. De ontwerper van de Leimuidense Rietaak, Nico Bontje, heeft daar goed over nagedacht. De kikkers zijn een met de romp en dus oersterk; een bolder zou in het gangboord moeten staan en dan loop je er steeds tegenaan en de touwen moeten over (of door) de verschansing. Maar toen we aankwamen in Dieverbrug had de angstige buurman met de Gilissenvlet er commentaar over. Zijn boot had goede bolders, dit kon zo niet. Toen de boot te koop lag in Hoorn is er ook een keer iemand over komen zeuren. Ik heb de buurman verzekerd dat het sterk genoeg was en dat beaamde hij ook, maar het kon toch niet zo. Best.

We moeten nog iets van anderhalve kilometer doorvaren voordat we in de haven zijn. Als we daar dan aankomen staan we even raar te kijken. Het is een soort inham in een woonwijk, een rechthoekig meertje. Twee van de vier zijden zijn voorzien van een kade met bolders en er staan zuilen voor elektriciteit. Meer is er niet. Dat had ik niet verwacht... Er ligt ook maar een boot, verder is de hele kade leeg. Ik kijk het even na en kom tot de conclusie dat de voorzieningen aan het eind van de vaart zijn, in het centrum van Assen. Maar ik heb geen zin om terug te varen, dus besluit te blijven liggen. Stroom is hier goedkoop: 50 cent voor 2kWh. Liggeld trouwens ook: 5 euro per overnachting, ongeacht de lengte.

Ik leg aan met de kont bij een zwemtrapje. Eigenlijk moet ik even het water in, want ik vermoed dat er iets in de schroef zit of dat er ergens iets is blijven hangen. Vandaar bij het zwemtrapje. De elektrazuil staat aan de andere kant van het trapje. Sue-Ann vind dat ik de boot moet omdraaien, omdat het snoer dan niet langs het trapje loopt. Ik zie daar het nut niet van in, maar als Sue daar gelukkig van wordt wil ik best omdraaien. Maar dat hoeft niet. Het gaat haar er alleen om dat het een onnodige belemmering is voor gebruikers van het trapje. Ja, het is wel een hele grote stap: over een snoertje van 10mm doorsnede. Ik zie het niet. Maar ze blijft aanhouden. Dus ik vraag nog eens: als jij er gelukkig van wordt wil ik best andersom gaan liggen, maar ik zie het nut er niet van in. Zij houdt het op 'mannenlogica' dat ik het nut niet snap, maar andersom liggen hoeft voor haar niet.

Dus maak ik netjes vast, sluit de elektra aan en schakel de hoofdschakelaar van de hydrauliek uit. Daarvoor moet het motorluik open en daardoor valt het mij op dat er rommel in het wierfilter zit. Dus dat ook maar gelijk even schoonmaken. Dan blijkt echter in de inlaat van het bakje ook plantenresten te zitten. Daarom maar even het hele bakje verwijderd om de aanzuigleiding te kunnen controleren en te reinigen indien nodig. Het blijkt dat de aanzuigleiding wel schoon is, de rommel is alleen blijven hangen op de haakse bocht die het water moet maken.

Nu we toch bezig zijn meteen maar even het oliepeil van de hydrauliek controleren. Ik weet zeker dat er hydrauliekolie lekt, maar ik weet nog niet waar precies. Het is me eerder opgevallen dat de onderste spant in de kont ook vettig is van de olie, dus waarschijnlijk lekt het ergens bij de cilinder. Het niveau meten doe ik door een houten stokje in het tankje te steken. Daarvoor moet uiteraard de vuldop er even af, maar als ik dat probeer breekt die af! Er blijft nog een stuk in de tank zitten. Met een waterpomptang probeer ik voldoende grip te krijgen om het restant ook eruit te draaien maar daarbij loop ik een blessure op: er schiet iets scherps onder mijn duimnagel en maakt daar een sneetje.

Uiteindelijk lukt het me wel om het restant te verwijderen. Het olieniveau is ongeveer hetzelfde als bij vertrek, iets meer dan half vol. De tank dicht ik voorlopig maar even af met een stukje tape maar eigenlijk moet er wel iets beters voor komen. We moeten nog even wat spullen halen bij de Action, dus we kunnen dan wel even langs een bouwmarkt om te kijken of er stop te vinden is die er in past.

Terwijl we zo even aan het rommelen zijn komen er nog 2 boten aanmeren. Even later komt er een grote supervancraft aanmeren. De stuurman roept al dat hij last heeft van de ondiepte. Hij meert af door met hek- en boegschroef zijwaarts te bewegen. Sue-Ann vind dat wij dat ook maar moeten hebben.

Dan fietsen we naar het centrum van Assen, voor boodschappen, maar ook wil ik graag even de vaart zien en het oude kanaal dat dwars door de stad liep. Er zouden nog significante stukken over moeten zijn. En we gaan even eten: bij een grand cafe op een pleintje. Er zijn mosselen in de aanbieding en ongeveer iedereen zit daar ook mosselen te eten. Uiteraard moet ik geen mosselen (maar babyvoer), de dame die ons serveert vind het goed dat ik iets kies van de lunchkaart. Sue-Ann neemt wel mosselen.

Als we later klaar zijn met eten komt een andere, oudere, vrouw de tafel afruimen. Ik vermoed dat ze eigenaar is of een van de eigenaars. Ze vraagt: "jij houdt niet van mosselen?" Ik: "nee." Tot mijn grote verbazing antwoord ze: "ik ook niet. Ik vind het wel gezellig maar voor een of twee." Ik vind dat best grappig: heel erg je best doen om mosselen te verkopen terwijl je er zelf niet van houdt.

Na het eten zoeken we de kom aan het einde van de vaart op en vandaar fietsen we naar de zijtak waar 'het kanaal' begint. De grote boog ten noorden van Assen waar we vanmiddag doorheen gevaren zijn is betrekkelijk nieuw. Vroeger ging het scheepvaartverkeer dwars door Assen. Toen de omleiding gereed is gekomen is het kanaal in onbruik geraakt en zijn er dammen in gelegd, is het smaller gemaakt en onbevaarbaar. Tot mijn verassing ligt er een nieuwe brug aan het begin van het kanaal, met werkende verlichting op dubbel rood. Als we onze weg vervolgen blijken er ook nieuwe remmingwerken geplaatst te zijn. Iets verderop ligt een compleet nieuwe sluis. Het stukje kanaal aan de andere kant van de sluis ligt vol damwanden, de straten zijn afgezet met hekken: hier wordt gewerkt. Iets verderop is een nieuwe draaibrug en iets verderop nog een. Ook verderop zijn weer werkzaamheden. Wat zijn ze van plan? Gaan ze een nieuwe aanlegvoorziening maken in het centrum?

Thuisgekomen zoek ik het op op internet en vind deze website. De eerste zin: "Water brengt levendigheid in de stad." Wow, cool, ze gaan het kanaal weer helemaal in ere herstellen! Ik zou willen dat ze in Alphen de Kromme Aar ook weer bevaarbaar maken. Assen geeft in ieder geval het goede voorbeeld. Nouja, in Alphen hebben ze eerst nog wel wat anders aan hun hoofd.

Nieuwe foto's staan in het album.


Tuesday, August 4, 2015

4 augustus: regen

Vandaag zijn we tot 17:30 binnen gebleven vanwege de aanhoudende regen. Daarna ben ik in mijn eentje boodschappen wezen doen bij een supermarkt in Diever. De dag saai maar nuttig besteed door te werken.

3 augustus

Vandaag hadden we naar Assen willen varen, maar het blijkt dat het erg krap is om in 1 dag naar Assen te varen. Volgens WinGPS komen we er om kwart over vier aan, maar gezien de ervaringen van de dag ervoor maken wij ons zorgen: wat nu als er onderweg iets tegen zit? Dan halen we Assen niet en moeten we ergens overnachten zonder walstroom. Dat vind ik eng. Bovendien is de verwachting dat het dinsdag regent en dat we dan dus niet kunnen varen. Als we dan ergens liggen waar geen voorzieningen zijn maakt dat het er niet leuker op. We moeten ook boodschappen doen, dus we kunnen niet heel vroeg weg. Conclusie: we blijven in Dieverbrug.

We brengen de dag door met het doen van wat boodschappen en een fietstochtje door het bos ten noordoosten van Diever. Daar is ergens een onderduikershol uit de tweede wereldoorlog. In 1944 hebben de Duitsers de plek ontdekt en zijn alle mensen afgevoerd naar Duitsland. Slechts 1 heeft het overleeft.

Bij de sluis is een klein museum dat ik bezoek. Naast de sluis is een gemaal dat ervoor moet zorgen dat elk kanaalstuk op het juiste niveau blijft. Ergens in 1923 is dat gemaal gebouwd. Het huisje waarin dat toen stond is nog in tact maar intussen is de pomp vervangen door een hedendaags exemplaar. Ergens begin jaren 50 is er een tweede naast gebouwd. Deze is nog helemaal in tact en wordt in uitzonderlijke gevallen ook ingezet. Het huisje staat open: je kunt er gewoon een kijkje nemen. Zie de foto's in mijn fotoalbum.

In het museum is het een en ander aan uitleg te vinden over de geschiedenis van de Drentse Hoofdvaart. Er is zelfs  een waanzinnige videopresentatie door middel van twee beamers.

's Avonds zit ik in de kuip wat te lezen en te schrijven, met uitzicht op de sluisdeuren. Er doet zich iets vreemds voor. Eerder had ik al gezien dat het niveau in de sluis hoger was dan aan de hoge zijde. Dat kan misschien als het niveau aan de hoge zijde wat gezakt is doordat het gemaal heeft gedraaid misschien. Maar terwijl ik in de kuip zit begint het water over de sluisdeur te lopen. Na enige tijd stopt het weer en even daarna begint het weer. Hoe kan dat? Hoe kan er water in de sluis komen dat het water over de sluisdeur laat lopen? Ik vind het mysterieus.








Misschien toch niet zo onverstandig om voor en achter vast te houden?

2 augustus: Meppel - Assen

Vandaag is het plan om over de Drentse Hoofdvaart naar Assen te varen. Ik heb met WinGPS de route gepland en het ziet eruit dat we rond kwart over vier in Assen zouden moeten aankomen. Het is een traject met tientallen bruggen en 6 sluizen. Er moet 12 meter hoogteverschil overbrugt worden.

De Drentse Hoofdvaart is aangelegd in de jaren rond 1780. Daarvoor was er al een vaarverbinding, maar deze bestond uit gekanaliseerde rivieren en beekjes. Om een of andere reden voldeden deze niet en werd er dus een nieuw kanaal gegraven, ongeveer parallel aan de oude (die overigens nog steeds bestaat en toepasselijk 'oude vaart' genoemd wordt). Wat mij niet helder is is hoe het toen zat met de sluizen, want de sluizen zoals die er nu liggen zijn volgens de foto's en informatie die overal beschikbaar is van rond 1880.

Toen de Noord-Willemsvaart is aangelegd ontstond er dus een vaarverbinding vanuit Groningen naar het westen van Nederland via het Meppelerdiep en (toen) de Zuiderzee. Deze verbinding heeft veel welvaart opgeleverd, waar onder andere Assen flink van geprofiteerd schijnt te hebben. (Ik was er niet bij.)

We vertrekken rond kwart over negen. De eerste brug gaat al open als we komen aanvaren. De volgende brug laat langer op zich wachten, daar moeten we even een poosje aan de kant liggen voordat de brug open gaat. Volgens een bord wordt de brug alleen op hele en halve uren bedient.

Even later komen we aan bij de eerste sluis: de Paradijssluis. Samen met 2 andere boten die zich bij ons gevoegd hadden toen wij voor de brug lagen te wachten en nog een boot die ergens vandaan gekomen is worden we geschut. Zoals gebruikelijk leggen we een touw vanaf de middenbolder om de bolder op de sluismuur, maar de sluiswachter vindt dat we het met 2 touwen moeten doen: een voor en een achter, Oke, doen we dat.

Met ons clubje van vier sukkelen we door de vaart van brug naar brug. Op zichzelf verloopt het allemaal wel aardig vlot. Onderweg komen we nog een keer een flink jacht tegen waar in het gangboord een vrouw op dreigende toon  ons iets probeert duidelijk te maken als ze ons passeert. Ze doet hetzelfde bij het bootje achter ons (wij zijn de derde in de rij) maar volgens mij heeft ze het niet gedaan bij de bootjes voor ons. Het zal wel altijd een raadsel blijven wat ze nou precies kwijt wilde.

Na de Uffeltersluis, de tweede, is het lunchpauze en moeten we wachten tot een uur.  Onderweg viel steeds de omvormer in alarm en dus gebruik ik de lunchpauze om te zien wat er nu aan de hand is. De omvormer is een goedkoop chinees geval met rare kuren en vermoedelijk ligt het probleem daar ergens. Ik was bang dat ons langzame tempo de accu onvoldoende zou bijladen, maar dat blijkt niet het geval. Overbelasting mag het ook niet zijn, want het apparaat wordt verkocht voor 1000W continu, terwijl we misschien 500W verbruiken als alles aan staat. Door een voor een de belastingen in te schakelen kunnen we isoleren dat de laptopvoeding de oorzaak is van het alarm. We hebben nog een kleine omvormer bij ons die ik aansluit op de boegschroefaccu in de kajuit. Daar kan de laptopvoeding op werken.

Rond drie uur komen we aan bij de Olden Dieverbrug. Om onduidelijke reden duurt het erg lang voordat deze brug bedient wordt, maar we hebben vakantie dus tijd zat.

Als we verder varen meen ik een geluid te horen dat duidt op problemen met de koeling. Ik vraag Sue even te kijken naar de uitlaat en ze bevestigt dat er inderdaad te weinig koelwater uit komt. Voor de Dieversluis leg ik even aan de kant aan om het koelsysteem te controleren. Er blijkt inderdaad rommel in het wierfilter te zitten, waarschijnlijk opgezogen toen we voor de brug lagen te dobberen. Snel maak ik het filter schoon in de hoop dat we nog door de sluis mee kunnen. De boot achter ons is ons natuurlijk voorbij gevaren. De sluiswachter bij de Dieversluis is een beetje een eigenzinnig type. Waar we bij de vorige 2 sluizen met z'n allen geschut konden worden, passen er nu ineens nog maar 2 van ons in de sluis. Het bootje dat voor de lunch als tweede voer was direct na de luch de voorste boot gepasseerd en uit het zicht verdwenen. De boot achter ons en de boot voor ons mogen samen in de sluis, wij moeten wachten.

Tijdens dat wachten kijk ik nog eens goed naar de planning en ik zie tot mijn verbazing dat wat we onderweg ook deden, de verwachte eindtijd in Assen steeds gelijk blijft. Als ik nog eens goed kijk zie ik waardoor het komt: het is een aankomsttijd een dag later! We gaan Assen dus vandaag niet halen! Wat nu?

Het toeval wil dat er in Dieverbrug net een nieuwe passantenhaven is aangelegd. We besluiten te kijken of we daar kunnen aanleggen. Op de bonnefooi varen we de haven in en vinden een plekje naast een Gillisen vlet. De eigenaar hangt angstig over de rand van de kuip. "Ik moet geen krassen in de lak hebben, want ik heb de boot verkocht!" Ik vind het een wat voorbarige beschuldiging maar ik besluit maar luchtig antwoord te geven: "nee, dan moet je geen krassen als je hem hebt verkocht."

We moeten een euro per kWh betalen, maar verder is het liggen gratis. Er is een gebouwtje met WCs en douches. Om daar naar binnen te kunnen moet je 50 cent in een automaat gooien. Voor douchen komt daar nog eens 50 cent bij, maar je krijgt wel uitgebreid de tijd om te douchen.

Dieverbrug ligt tussen Diever en Dwingeloo in. Ik zou graag de oude vaart zelf eens willen zien, dus ik overtuig Sue-Ann om de kant van Dwingeloo op te fietsen. Na de oude vaart fietsen we verder via Dwingeloo het bos in. We komen uit op de rand van een groot heidegebied met een enorme plas erbij. Als ik aan "Drenthe" denk, denk ik daaraan, niet aan vaarwegen met uitstekende voorzieningen onderweg. Sue had nog niet eerder een heideveld gezien.


Monday, August 3, 2015

1 Augustus, vertrek

De afgelopen nacht hebben we al op de boot geslapen. We staan vroeg op om te gaan douchen in de Bosloods en de laatste spullen bij elkaar te zoeken die nog mee moeten. Fietsen aan boord, walstroom loskoppelen en dan vertrekken we. De bestemming is vandaag de passantenhaven in Meppel.

Omdat nu de partytent boven de kuip staat hebben we een veel hogere doorvaarthoogte, ca 2.85m in plaats van 1.60m. Het is de vraag of we zo onder het fietsbruggetje bij de driewegsluis door kunnen. We vertrekken uit het Mallegat in Oldemarkt en gaan bakboord uit op de Linde. Dit stukje van de Linde is niet gekanaliseerd en meandert dus mooi. Ik vind dat altijd een rare gewaarwording: de plek waar je naartoe moet is niet de richting waarin je vaart.

Eenmaal aangekomen bij het fietsbruggetje probeer ik op z'n allerlangzaamst te varen terwijl Sue-Ann in de gaten houdt of de tent de brug raakt. Dat blijkt wel het geval, maar Sue kan het vrij gemakkelijk oplossen door de tent een beetje naar beneden te forceren.

We varen om het eiland heen en leggen aan bij de wachtsteiger voor de sluis. Er is nog een schutting bezig naar ons toe, dus we moeten even wachten. Als de boten de sluis verlaten staat er een paar mensen uitvoerig naar ons te zwaaien op een boot. Het blijkt de familie Rook die oma's elfmerenkruiser naar de vakantieplek vaart. Leuk om zo vroeg op de trip al bekenden tegen te komen.

We slingeren verder over de Linde en gaan vervolgens de Ossenzijlersloot in om via Ossenzijl, door de Kalenbergergracht naar het Giethoornse meer te varen. Onderweg zien we een enorme boom omgevallen in de vaarweg liggen. Het is goed aangegeven, kennelijk een gevolg van de storm van de afgelopen week.

Iets verderop komen we bij de Scheerebrug. Dit is een automatisch bediende brug die echter wel lunchpauze houdt van 12 tot 1. Maar kennelijk is dat veranderd wat de brug geeft op het grote bord aan dat de brug voor ons bedient zal worden. Even later gaat het licht op rood/groen en zien we de slagbomen dalen. Een ongeduldige automobilist kan niet wachten en schiet nog snel onder de eerste slagboom door. De tweede haalt hij echter niet en hij moet stoppen om een aanrijding te voorkomen. De auto staat weliswaar niet op het brugdek, maar terecht gaat de brug niet open. De situatie blijft een tijdje ongewijzigd, daarna knipperen de lampen rood/groen en springt even later weer op rood. De slagbomen gaan weer open en de ongeduldige automobilist kan zijn weg vervolgen. Kort daarna wordt de brug alsnog voor ons bedient en kunnen wij onze weg vervolgen.

We varen verder het Giethoornse meer over, via Jonen en de Walengracht naar de Beulakkerwijde. Dat meer steken we over en leggen vast aan de wachtsteiger voor de Blauwe hand brug. We hoeven niet lang te wachten en varen dus al snel verder naar de Beukersschutsluis. Het is niet vreselijk druk, maar een grote rondvaartboot krijgt uiteraard voorrang. We vragen ons af of we met de mensen voor ons nog wel in de sluis passen, maar er staan stewards op de sluis en met de nodige begeleiding passen we allemaal in de kolk, ook de boten achter ons nog.

Na de sluis gaan we linksaf het Meppelerdiep op. We varen hier moederziel alleen. De kade van damwandplaat doet industrieel aan, maar desondanks is het uitzicht toch leuk vind ik.

In Meppel aangekomen leggen we aan bij de watertankplaats voor het havenkantoor. Sue gaat op zoek naar de havenmeester maar komt direct terug. Ze zegt: "hij is even weg en is er weer om drie uur." Het is dan even voor drieën dus lang zou dat niet mogen duren. Als om twintig over drie er nog steeds geen teken van leven is gaat Sue opnieuw kijken. Het blijkt dat er geen havenmeester aanwezig is in het weekend en dat we moeten bellen. Dat doen we en we krijgen instructie dat we mogen aanleggen op een plaats die niet als "bezet" is aangeduid. Die vinden we en na het nodige gepruts om de boot achteruit de box in te varen zit onze tocht er voor vandaag op.

We besluiten om te gaan eten op de pannenkoekenboot en daarna een ijsje te halen bij een ijssalon. Lopend van de pannenkoekenboot naar de ijssalon voelt Sue-Ann zich niet lekker worden. Ze heeft buikpijn. Evengoed lopen we langzaam verder en na het ijsje lijkt de buikpijn weer verdwenen. We besluiten op de terugweg te kijken of we een film kunnen kijken in de bioscoop. Op de heenweg hadden we het gebied herkend waar we ooit naar de bioscoop zijn geweest, maar de bioscoop zelf nog niet gezien. Op de terugweg lopen we naar het betreffende gebouw, lopen er omheen maar er is geen bioscoop te vinden. Sue vraagt een voorbijganger: de bioscoop blijkt te zijn verdwenen.


Sunday, August 2, 2015

Juli 2015, voorbereiding

De afgelopen tijd heb ik een aantal 'verbeteringen' gedaan aan de boot. In de eerste plaats werkt het hydraulisch roer nu. Het roer wordt nu bedient door middel van een afstandsbediening: met de knop naar links beweegt het roer naar links en met de knop naar rechts dus naar rechts.

Verder heb ik een boegschroef geïnstalleerd die ook vanaf dezelfde afstandsbediening bedient kan worden. De afstandsbediening is via een kabel verbonden met de besturing.

Het 'grondhout' is de afgelopen winter beschimmeld. Met een speciaal goedje ben ik in de weer geweest om dat weer te verwijderen. Dat is op zich best behoorlijk gelukt. Een klein stukje dat voor behandeling pikzwart was heb ik na een stuk of vier behandelingen maar weggehakt. Daarbij kwam aan het licht dat tot ca 4 mm diep de schimmel bestreden was, maar dieper was de schimmel nog volop aanwezig.

Om direct maar te voorkomen dat het opnieuw gebeurt en tegelijkertijd iets meer comfort aan boord te hebben heb ik twee "ufo's" ingebouwd. Het zijn een soort ventilatieroosters waar gas wel doorheen kan maar vloeistof slecht of niet. Andere jaren hebben we wel gehad dat we duidelijk meer ventilatie nodig hadden maar we niets open konden zetten vanwege slecht weer bijvoorbeeld. Hopelijk blijft dat nu uit.

De watertank bleek ook nogal een probleem. Bij het verwijderen van het mangatluik bleek de tank enorm veel kalkafzetting te bevatten. Vooral de bodem van de tank was bezaait met een soort minivulkaantjes van anderhalve centimeter hoog. Als resultaat van een beetje speurwerk op internet kwam ik uit bij een middel dat de kalkaanslag zou moeten kunnen verwijderen op basis van citroenzuur. Ik heb een flinke hoeveelheid van dit spul gekocht en volgens de gebruiksaanwijzing toegepast, maar het had nauwelijks effect. Vervolgens heb ik geprobeerd om met mechanisch geweld de kalk te verwijderen, maar dat lukte ook zowat niet: het gereedschap begaf het voordat de kalk verwijderd was. Sponsjes scheurden, een raamtrekker hobbelde er zo overheen. Vervolgens nog geprobeerd met schoonmaakazijn en met ontkalkspul van hg. Ook dat haalde nauwelijks iets uit. Uiteindelijk heb ik met een plamuurmes elk vulkaantje apart afgestoken, waarbij het aluminium zwaar aangetast achter bleef.

De afgelopen jaren bleek ook regelmatig dat het vullen van de watertank lastig is zonder goede niveauindicatie. De tankontluchting zit in de bakskist en het te laat stoppen met vullen resulteert dan ook onmiddellijk in een waterballet in de bakskist. Het leek me fijn als we beter inzicht zouden hebben in het niveau in de tank. Daarvoor heb ik een ultrasoonsensor gekocht. Eigenlijk hoort zo'n ding in de bovenkant van de tank geplaatst te worden, maar de bovenkant van de tank in de Leimuidense Rietaak is nagenoeg onbereikbaar, tenzij je kunt leven met een gat in de bodem van de kuipvloer. Ik heb er daarom voor gekozen om de tanksensor in de tank te plaatsen. Met een speciale constructie aan het mangatluik komt de sensor bovenin in de tank te zitten. De sensor is ingegoten en moet er dus tegen kunnen om ondergedompeld door het leven te gaan.

De sensor kan het niveau op verschillende manieren uitsturen: als weerstand voor ouderwetse metertjes of als 0-5V spanning. Dit moet geprogrammeerd worden met behulp van een PC en een speciaal stukje hardware. De leverancier doet dit normaal gesproken voor je, maar na inbouwen en testen bleek er ca 5V uitgestuurd te worden bij volle tank en ca 3.5V bij lege tank. Het leek me beter om zelf maar het stukje speciale hardware aan te schaffen voor 109 euro, dan heb ik het zelf beter in de hand en er zijn nog veel meer mogelijkheden om in te stellen, zoals lineairisatie en de vorm van de tank. Dankzij fantastische hulp van Combi Noord kreeg ik nog voor vertrek de benodigde hardware tot mijn beschikking. Daarmee was het probleem snel verholpen en nu heb ik netjes een spanning van ca 0V bij lege tank en ca 5V bij volle tank. En bij deels gevulde tank een uitgangsspanning naar rato. Bij het vullen van de tank voor vertrek bleek al hoe vreselijk handig dit is: je weet of je nog gemakkelijk even weg kunt lopen om wat te halen of dat het op elk moment kan overlopen.

Wat nog overblijft aan voorbereiding is vooral het schoonmaken en opruimen van de kajuit en de bakskisten.