Wederom op z'n allerlangzaamst varen we naar de eerste brug. Deze staat op dubbel rood, maar dat zegt niet zoveel omdat hier brugwachters meerdere bruggen bedienen en als ze dan naar een andere brug gaan zetten ze de brug die ze verlaten op dubbel rood. Maar het duurt wel lang... Sue-Ann besluit de havenmeester te bellen. Ik had eigenlijk verwacht dat hij de brug zou open doen omdat hij dat gisteren ook had gedaan. Maar als Sue aan het bellen is stopt er onverwacht een scooter van de provincie Drenthe. Een vriendelijke man verteld dat we te laat zijn voor de opening van 10 uur en dus tot 11 uur zouden moeten wachten. Ik weet niet waarom dat is, het staat nergens zo aangegeven. Maar de vriendelijke man besluit voor ons de bruggen op te maken: eerst dus de Witterbrug en daarna de Veenlustbrug vlakbij de kruising Vaart met Noord Willemskanaal. Hij geeft het ook door aan de volgende brugwachters. Wat een superservice hier in Assen en Drenthe!
Het eerste stuk volgen we weer de vaart zoals we ook gekomen zijn. Op dit stuk worden de bruggen tussen twaalf en een niet bediend. Ik hoop echter voor twaalf uur de Compagnonsvaart in te varen zodat we door kunnen varen. Maar dat lukt niet, we zijn rond twaalf uur in het centrum van Smilde.
Kwart over een, dus een kwartiertje nadat we weer verder konden, gaan we stuurboord uit de Compagnonsvaart in. Rond kwart voor twee leg ik aan voor de eerste sluis, de Damsluis. Voor de sluis ligt nog een brug en iets voor die brug staat een bord met aanwijzing om de brug/sluiswachter te bellen. Het water in de sluis heeft al ons niveau, dus als de brugwachter de brug open maakt kan ik meteen de kolk invaren. Er zijn geen bolders of glijstangen, alleen een soort reling bovenop de kade. De kade ligt veel lager dan onze boot, dus ik stap even op de kade om een touw om die reling te maken.
Voor het bevaren van de turfroute betaal je eenmaal EUR 19,- voor het hele traject. Dat is inclusief liggeld. Dit bedrag moet bij de eerste sluis betaald worden, dus in ons geval is dat de sluis waar we nu zijn. In ruil daarvoor krijg ik een tas met allerlei informatie.
De sluis is nog helemaal handbediend: deuren gaan open en dicht met een pikhaak en de schuiven worden met slingers bediend. Terwijl we afzakken naar beneden verdwijnt de brug/sluiswachter weer. Het lijkt erop dat hij in de originele sluiswachterswoning woont. Wanneer hij terug komt krijg ik van hem een vignet voor de turfroute.
Na een stukje varen komt de eerste draaibrug in zicht. Deze zijn 'zelfbediening' en daarom gaat Sue-Ann op de kant om de brug open te maken. Ze staat nog nauwelijks op de kant of er komen 2 kinderen aangerend. Zij willen de brug open maken en dat komt Sue wel goed uit. Ze komt dus weer terug aan boord en wij varen door de geopende brug. De kinderen zijn goed voorbereid: ze hebben een hengel met een klompje.
Na een paar honderd meter is de volgende draaibrug maar dit keer zijn de kinderen er al voordat wij er zijn.
Precies wanneer je Appelscha binnen vaart is er een brug die weer door een brugwachter bedient wordt. Ook hier staat weer een telefoonnummer dat we dus bellen. Even later komt de brugwachter aan fietsen en maakt voor ons de brug open. Vrijwel meteen daarna is er weer een brug met een sluis erachter, en ook deze worden voor ons door hem bediend. Hij vraagt: "willen jullie doorvaren of in Appelscha blijven?" Ik antwoord: "als er hier nog ruimte is dan willen we hier blijven." "Ja, bij de tweede steiger" en wijst in het verlengde van de vaart.
Na het schutten varen we langzaam de sluis uit, op ons hoede voor een eventuele ligplaats. Net als we een plekje ontdekken fietst de sluiswachter weer langs en wijst wederom verderop. Dus we varen door, nog weer een geschikte plek voorbij, totdat we weer bij een draaibrug komen. Er zijn al weer kinderen die de brug hebben open gedraaid, maar de sluiswachter zit op het achterdek van het schip dat aan de steiger net voor de brug ligt. We vragen opheldering waar we nu precies heen moeten, maar een erg helder antwoord komt er niet. We kunnen gokken en doorvaren en hopen dat verderop een vrije plaats is, of we kunnen het zekere voor het onzekere nemen en terug varen naar de ligplaats die we net zijn gepasseerd. Sue-Ann beslist dat we dat laatste doen, dus tuffen we achteruit weer terug en leggen aan op de mooie plek.
Zowel voor als achter ons is nog veel ruimte over en dat vind ik zonde: het is te klein voor een boot, maar samen zou er waarschijnlijk wel een boot in passen. Dus daarom verwijder ik de vlag en trek de boot zover terug dat deze met het roer net voor de punt van het schip achter ons ligt.
Dan de walstroom aansluiten. Er staan op grote afstanden grote zuilen en daartussen kleintjes van 50cm hoog ofzo. Op de kleintjes kun je aansluiten, betalen gaat bij de grote. Daarvoor blijk je een RFID kaart nodig te hebben met een tegoed. Deze kun je kopen bij een automaat bij het toiletgebouw, maar dat moet je maar net weten. Sue komt er echter achter en komt dus even later terug met zo'n kaart. Dan de instructies opvolgen: kaart ervoor houden tot betaald is, dan aansluiting nr selecteren. Maar wat ik ook probeer, ik krijg het lampje dat bij onze aansluiting hoort niet aan de gang, totdat ik het een keer indruk terwijl ik de pas voor de lezer houd. Nouja, we hebben nu stroom.
De rest van de middag brengen we door met huishoudelijke klusjes en lezen. Na het eten gaan we een ijsje halen. Toen Sue de RFID kaart moest kopen was ze daar geld wezen wisselen. Daarbij had ze belooft om een ijsje te komen halen en daar is natuurlijk niets op tegen!
Het is een wonderlijk gebeuren: een soort snackbar-achtige ruimte, betegeld op de vloer maar er is een laagje fijn zand op gelegd. Er staan een paar tafels met plastic stoelen in bonte kleuren, twee vitrines voor het ijs. Aan de muur hangt een soort schoolbord waar met krijg het assortiment en de prijzen staan aangegeven. De man zelf is al even frivool. Hij gaat uitvoerig staan napraten met de klanten voor ons terwijl wij staan te wachten. Die klanten wijzen hem erop: je moet die mensen gaan helpen.
Ik moet altijd hetzelfde: vanille. Als hij bijna klaar is komt hij tot de ontdekking dat hij me geen vanille heeft opgeschept, maar kokos. Hij peutert het ijs weer uit het hoorntje en volgens mij twijfelt hij of hij de vanille op hetzelfde hoorntje zal scheppen. Sue Ann roept dat ze kokos wil, dus dat het hoorntje daarvoor hergebruikt kan worden.
Wanneer we moeten betalen komen we tot de ontdekking dat we een probleem hebben: we hebben geen cash bij ons; het laatste contante geld heb ik aan besteed aan het vignet. Hij heeft geen pinapparaat, maar geen nood: we kunnen het geld desnoods morgen brengen. En: hij woont aan de overkant van de vaart, wijst het ons aan. Het is vlakbij onze boot. We mogen het ook daar in de brievenbus doen. Het voegt er nog aan toe: "dat is veel vaker gebeurt en is nog nooit mis gegaan."
We besluiten om meteen te gaan pinnen en terwijl we weglopen loopt hij een stukje achter ons aan. Dan ineens realiseer ik me dat we niet eens het bedrag weten. Dus dat vragen we nog even.
Volgens hem was het biologisch ijs, terwijl hij dat zei stak hij zijn handen juichend in de lucht. Het was evengoed wel lekker.
No comments:
Post a Comment