De afgelopen nacht hebben we al op de boot geslapen. We staan vroeg op om te gaan douchen in de Bosloods en de laatste spullen bij elkaar te zoeken die nog mee moeten. Fietsen aan boord, walstroom loskoppelen en dan vertrekken we. De bestemming is vandaag de passantenhaven in Meppel.
Omdat nu de partytent boven de kuip staat hebben we een veel hogere doorvaarthoogte, ca 2.85m in plaats van 1.60m. Het is de vraag of we zo onder het fietsbruggetje bij de driewegsluis door kunnen. We vertrekken uit het Mallegat in Oldemarkt en gaan bakboord uit op de Linde. Dit stukje van de Linde is niet gekanaliseerd en meandert dus mooi. Ik vind dat altijd een rare gewaarwording: de plek waar je naartoe moet is niet de richting waarin je vaart.
Eenmaal aangekomen bij het fietsbruggetje probeer ik op z'n allerlangzaamst te varen terwijl Sue-Ann in de gaten houdt of de tent de brug raakt. Dat blijkt wel het geval, maar Sue kan het vrij gemakkelijk oplossen door de tent een beetje naar beneden te forceren.
We varen om het eiland heen en leggen aan bij de wachtsteiger voor de sluis. Er is nog een schutting bezig naar ons toe, dus we moeten even wachten. Als de boten de sluis verlaten staat er een paar mensen uitvoerig naar ons te zwaaien op een boot. Het blijkt de familie Rook die oma's elfmerenkruiser naar de vakantieplek vaart. Leuk om zo vroeg op de trip al bekenden tegen te komen.
We slingeren verder over de Linde en gaan vervolgens de Ossenzijlersloot in om via Ossenzijl, door de Kalenbergergracht naar het Giethoornse meer te varen. Onderweg zien we een enorme boom omgevallen in de vaarweg liggen. Het is goed aangegeven, kennelijk een gevolg van de storm van de afgelopen week.
Iets verderop komen we bij de Scheerebrug. Dit is een automatisch bediende brug die echter wel lunchpauze houdt van 12 tot 1. Maar kennelijk is dat veranderd wat de brug geeft op het grote bord aan dat de brug voor ons bedient zal worden. Even later gaat het licht op rood/groen en zien we de slagbomen dalen. Een ongeduldige automobilist kan niet wachten en schiet nog snel onder de eerste slagboom door. De tweede haalt hij echter niet en hij moet stoppen om een aanrijding te voorkomen. De auto staat weliswaar niet op het brugdek, maar terecht gaat de brug niet open. De situatie blijft een tijdje ongewijzigd, daarna knipperen de lampen rood/groen en springt even later weer op rood. De slagbomen gaan weer open en de ongeduldige automobilist kan zijn weg vervolgen. Kort daarna wordt de brug alsnog voor ons bedient en kunnen wij onze weg vervolgen.
We varen verder het Giethoornse meer over, via Jonen en de Walengracht naar de Beulakkerwijde. Dat meer steken we over en leggen vast aan de wachtsteiger voor de Blauwe hand brug. We hoeven niet lang te wachten en varen dus al snel verder naar de Beukersschutsluis. Het is niet vreselijk druk, maar een grote rondvaartboot krijgt uiteraard voorrang. We vragen ons af of we met de mensen voor ons nog wel in de sluis passen, maar er staan stewards op de sluis en met de nodige begeleiding passen we allemaal in de kolk, ook de boten achter ons nog.
Na de sluis gaan we linksaf het Meppelerdiep op. We varen hier moederziel alleen. De kade van damwandplaat doet industrieel aan, maar desondanks is het uitzicht toch leuk vind ik.
In Meppel aangekomen leggen we aan bij de watertankplaats voor het havenkantoor. Sue gaat op zoek naar de havenmeester maar komt direct terug. Ze zegt: "hij is even weg en is er weer om drie uur." Het is dan even voor drieën dus lang zou dat niet mogen duren. Als om twintig over drie er nog steeds geen teken van leven is gaat Sue opnieuw kijken. Het blijkt dat er geen havenmeester aanwezig is in het weekend en dat we moeten bellen. Dat doen we en we krijgen instructie dat we mogen aanleggen op een plaats die niet als "bezet" is aangeduid. Die vinden we en na het nodige gepruts om de boot achteruit de box in te varen zit onze tocht er voor vandaag op.
We besluiten om te gaan eten op de pannenkoekenboot en daarna een ijsje te halen bij een ijssalon. Lopend van de pannenkoekenboot naar de ijssalon voelt Sue-Ann zich niet lekker worden. Ze heeft buikpijn. Evengoed lopen we langzaam verder en na het ijsje lijkt de buikpijn weer verdwenen. We besluiten op de terugweg te kijken of we een film kunnen kijken in de bioscoop. Op de heenweg hadden we het gebied herkend waar we ooit naar de bioscoop zijn geweest, maar de bioscoop zelf nog niet gezien. Op de terugweg lopen we naar het betreffende gebouw, lopen er omheen maar er is geen bioscoop te vinden. Sue vraagt een voorbijganger: de bioscoop blijkt te zijn verdwenen.
No comments:
Post a Comment