Saturday, August 31, 2019

Vrijdag 23 augustus: Bolsward - Oldemarkt

Sue-Ann wil per se uiterlijk zaterdag thuis zijn, ofschoon we maandag pas hoeven te werken. Ik had een route bedacht waarop we vandaag naar Koudum zouden varen en dan morgen via Balk en Sloten naar Oldemarkt. Mede omdat deze route via de Luts loopt en dit een smal en ondiep water is besluit ik om Sue-Ann te vragen of ze er blij mee zou zijn als we vandaag in Oldemarkt zouden aankomen. Dat blijkt het geval en daarom kies ik ervoor om vanaf Bolsward via IJlst, Heeg, Woudsend en Sloten naar het Tjeukemeer te varen. Vanaf daar is het een klein stukje naar Oldemarkt.

Sue-Ann is lui en wil op bed blijven liggen. Ik heb daar geen problemen mee en zal daarom proberen de boot in mijn eentje te varen. Voordat ik losmaak bel ik de brugwachter om te vragen of hij de Blauwpoortsbrug wil openen voor ons. "Ik ben er" zegt hij, dus ik maak los en vaar in de richting van de brug. Nog voordat we bij de brug zijn gaat de brug al open en kunnen we ongehinderd doorvaren naar het begin van de Snekervaart (die overigens wederom voortdurend van naam veranderd). Het is mooi breed vaarwater met ook veel meer ander verkeer dan op de route van gisteren. En zo varen we door plaatsen als Wolsumerketting, Abbegaasterketting, Oosthem, IJst, Heeg, Woudsend, steken het Slotermeer over en varen dan via Sloten en het Brandemeer naar de Groote Brekken. Daar moeten we even inhouden want er komt een grote tanker langs. Achter het schip langs steken we het PM kanaal over naar de Follegasloot. Bij Follega komt deze uit op het Tjeukermeer. Hier volgen we de vaargeul naar Echternerbrug. Tot mijn grote verbazing is hier aan de noordoostzijde een enorm nieuw dorp verrezen met allemaal huizen die aan vaarwater liggen. Vroeger was hier een rommelige camping, nu ziet het er allemaal zeer netjes en nieuw uit. De camping lijkt verdwenen. Wel zijn er vernieuwde aanlegsteigers gemaakt, net zoals de oude zonder voorzieningen.

Bij de brug in Echternerbrug moeten we weer 2 euro in het klompje doen. Dat moesten we in Sloten ook al doen. Ineens zie  ik op een boot voor ons een mevrouw over de gangboorden scharrelen op een manier die me bekent voorkomt. Ineens realiseer ik me: volgens mij vaart het jacht voor ons waarmee we het conflict bij de sluis op de Drentse Hoofdvaart hadden. Ik weet het niet zeker, maar de boot heeft een tent over de kuip die precies in lijn loopt met het kajuitdak met een specifieke kleur bruin. Mijn vermoeden wordt sterker als ik merk dat ze hun uiterste best doen om ons achter zich te laten. Zij zullen ons immers veel gemakkelijker herkennen dan wij hen.

Het is de hele dag al stralend mooi weer en warm. Ik weet niet of het daardoor komt of door iets anders, maar ineens zie ik niet goed meer: ik zie nog wel het beeld, maar het beeld draait en kantelt voortdurend. Ik roep Sue-Ann zodat zij het roer even kan overnemen. Op advies van haar maak ik een handdoek nat en drapeer die over mijn hoofd. Daarmee ga ik in de kuip zitten. Het levert vreemde blikken op van boten die ons passeren maar het lijkt wel te helpen. Ik kan ineens achterop de boot voor ons lezen: "Alphen a/d Rijn" !  Het gaat hier om onze "vrienden" van de sluis. We doen ons best om dichterbij te komen maar pas bij een brug liggen we vlak achter hen. Hier gaan we hen uiteraard niet voorbij. Als de brug open is geweest lijkt het wederom alsof ze proberen de afstand tot ons te vergroten.

Iets verderop is de Oldetrijnsterbrug. Hier kunnen wij gemakkelijk onderdoor dus ik hoop dat we langs hen kunnen varen om ons vermoeden te bevestigen. Helaas gaat de brug meteen open en blijft de rij intact. Bij de driewegsluis gaan wij bakboord uit naar Oldemarkt en varen zij verder naar de sluis. Waarschijnlijk opgelucht adem halend.

Op ons gemak varen we via de Linde naar het Malle Gat. Daar leggen we aan en haal ik de auto met aanhanger. Terug bij de boot sjouwen we de spullen uit de boot naar de aanhanger. Sue rijdt met de auto terug naar de loods terwijl ik de boot terug naar zijn vaste ligplaats bij oom Ab vaar. Tot mijn grote spijt zit de vakantie er weer op.

Donderdag 22 augustus: Franeker - Bolsward

Vanaf onze ligplaats in de gracht is het maar een heel klein stukje varen om weer op het van Harinxmakanaal te komen. We volgen dit kanaal tot zo ongeveer  het zuidelijkste puntje van Franeker. Daar gaan we de Aremer vaart op.

Deze vaart heeft veel vaste bruggen waar we allemaal gemakkelijk onderdoor kunnen. Afgezien van het gegeven dat hij wat smal is, is het gemakkelijk varen. Totdat we op een punt komen waar de vaart lijkt dood te lopen. Dat kan natuurlijk niet, maar zo lijkt het wel. Totdat we heel dichtbij zijn: dan blijkt de vaart ineens haaks om te buigen. Daarna direct weer maar nu de andere kant op zodat we in feite nog steeds rechtdoor gaan.

Een stuk verder varen we door Arum. De vaart is hier smal maar er liggen ook nog boten langs de oever afgemeerd zodat het hier extreem smal is voor ons om door te komen. Gelukkig lukt het zonder schade te maken.

Net buiten het dorp is de kruising met de Harnzer Feart.. Daar aangekomen zien we in de verte een ander jacht onze kant opkomen. Omdat het overal zo smal is en we hier wel de ruimte hebben wacht ik hier even tot het jacht ons gepasseerd is.

We zijn nu Arum voorbij en varen in de richting van Witmarsum dus de vaart heet hier dan ook logischerwijs de Witmarsumer vaart.

Meestal is de doorvaarthoogte de beperkende factor om ergens te kunnen varen, of de diepgang. Maar het is werkelijk absurd hoe smal de vaart is door Witmarsum. En dan liggen er ook nog bootjes langs de oever afgemeerd en zijn er rare bruggen die vlak achter een haakse bocht liggen zodat  hier varen zonder iets te raken werkelijk een kunst is. Evengoed kijken de inwoners van Witmarsum niet op van een boot door hun vaart.

Als we Witmarsum hebben verlaten vaart er een kano voor ons. Gelukkig zijn die altijd smal dus daar hebben we geen hinder van, waarschijnlijk andersom.

Rond kwart over een komen we bij een brug in een weg naar een boerderij. Het is een lage brug die weliswaar automatisch bedient wordt maar waar we zelf eerst op een knop moeten drukken. Helaas is de knop bevestigd op een paal vlak voor de brug waardoor we de brug heel dicht moeten naderen om erbij te kunnen. Dan nog moet Sue-Ann vanaf het voordek proberen te knop te bereiken, hetgeen haar niet meevalt.  Gelukkig lukt het uiteindelijk toch en begint even later met veel kabaal de brug open te gaan en kunnen we onze weg weer vervolgen.

Er resteert dan nog maar een klein stukje totdat we in de gracht van Bolsward zijn. Hier komen we bij de Sint Jozefsbrug die door de brugwachter van Bolsward moet worden bedient. Daartoe moet je hem opbellen en als we dat doen krijgen we te horen dat hij er aan komt. Voor de veiligheid maak ik maar even vast aan een meerstoel.

Als we een paar minuten later door de brugopening varen geeft de brugwachter aan dat we meteen linksaf kunnen gaan voor een ligplaats in de "haven". Ik had me voorgesteld om in het zuiden van Bolsward af te meren maar misschien is dit ook wel goed.

We leggen aan aan de noordkant van de gracht. Ook hier is de walstroom bij het liggeld inbegrepen en het toiletgebouwtje staat op 5 meter afstand van onze boot. Het is een bijzonder gebouwtje dat voor twee derde deel in de grond gegraven is. Volgens een bord is het gebouwd met Europese subsidie. Om er gebruik van te kunnen maken moet je over een pasje beschikken. Dat pasje wordt in principe door de havenmeester uitgereikt bij het voldoen van het liggeld, maar die komt pas na zes uur. Het alternatief is aan de brugwachter vragen. Gelukkig komt die af en toe in de buurt om een brug te bedienen dus kunnen we het hem zo vragen.

Sue-Ann wil aan boord blijven maar ik wil toch wel even rondneuzen in de buurt. Ik neem daarvoor de stokoude maar supernette Union vouwfiets. Helaas verzuim ik om de borging goed aan te brengen waardoor het scharnier verbogen raakt als ik van een stoeprand af fiets. Ik probeer het terug te buigen maar dat lukt me niet. Met de fiets in de hand loop ik terug naar de boot en probeer daar op het grasveld naast de boot alsnog de verbuiging te corrigeren. Dat lukt me totaal niet en het enige dat ik ermee opschiet is dat de verbuiging een stuk erger is geworden.  Ik besluit het op te geven en de andere fiets te pakken. Hoewel ik voor de vakantie zowel de binnen- als de buitenbanden heb vervangen heeft deze fiets toch een lekke achterband. Daarom probeer ik de band te plakken. Een hoop tijd ben ik in de weer met een bakje met water en bandenplakspullen. Ik vind het lek wel, maar als ik na het plakken de band weer heb opgepompt is deze enige ogenblikken later wederom leeg. Bah! Het doet mijn humeur geen goed en ik besluit te voet het centrum rond te lopen.

We  brengen de avond door met het kijken van een film op Netflix.


Woensdag 21 augustus: Warten - Franeker

Als we de Rogsloot opvaren is er een zeiljacht met Duitsers dat ook aan het vertrekken is. Iets verder komen we bij de Rogslootbrug die voor ons niet open hoeft, maar kennelijk komt het zeiljacht achter ons aan. Iets verder bij de Wartenabrug moeten we een tijdje wachten en ik vermoed dat dat is zodat het zeiljacht weer bij ons kan aansluiten. Helaas is het hier voor de brug wel krap, liggen er ook nog andere boten langs de kant wat de doorgang nog smaller maakt en komt er bovendien een boot vanaf de andere kant van de brug die er met geen mogelijkheid langs kan als wij voor de brug liggen. Daarom moet ik de boot eerst in een hoekje manoeuvreren zodat de tegenligger er langs kan.

Het is eindelijk mooi vaarweer. Zonder verder oponthoud kunnen we in een keer doorvaren naar Leeuwarden. Daar varen we via de "nauwe greuns" naar het van Harinxmakanaal, waar we bakboord uit gaan.

Dit is heerlijk varen zo. Het weer is perfect, het water ruim en rustig en geen bruggen of sluizen die oponthoud geven. Drie uur nadat we vertrokken komen we aan bij de ingang van de oude trekvaart die ons naar de stadsgracht van Franeker voert. Daar vinden we direct een mooi plekje aan een steiger langs de gracht. De sanitaire voorzieningen zijn vlakbij, ondergebracht in een oud huis. We betalen 1 euro 10 per meter lengte van de boot en daar is stroom bij inbegrepen.

Eenmaal aangelegd en opgeruimd wandelen we door het centrum van Franeker. Daarna lunchen we op een pleintje in het centrum. Ook hier weer veel overlast van wespen. Ik haat die beesten. Als ze rond mij en mijn voedsel rondzoemen ga ik ervoor vandoor.  Dus hier eten we ook weer zo snel mogelijk onze lunch op en wandelen terug naar de gracht. Daar aangekomen wandelt Sue-Ann terug naar de boot terwijl ik de andere kant op ga. Ik wandel een stukje op en neer langs de gracht en zie hoe ontzettend veel mooie aanlegplaatsen hier zijn gemaakt maar dat er jammer genoeg niet of nauwelijks gebruik van wordt gemaakt.

Op een bankje zit een verfrommelde en verslapte oud man met een krat met lege bierflesjes naast zich te wauwelen. Als ik 's avonds naar de supermarkt fiets om wat boodschappen te doen kom ik hem weer tegen met het kratje met lege flessen achterop zijn fiets.

Dinsdag 20 augustus: Earnewald - Warten

Om wat meer van de Alde Feanen te verkennen wil ik een tochtje maken door het gebied. Daartoe vind ik op internet een kaartje met een route die wordt aanbevolen maar als ik deze route invoer in WinGPS lukt het me halverwege de tocht niet om verder te plannen. Misschien is het water er te ondiep? Een duidelijke reden kan ik niet vinden, maar ik laat me er niet door weerhouden.

Maar voordat we vetrekken gaan we eerst nog even naar de toeristische supermarkt van het dorp. Het is een soort mengelmoes van cafe en buurtsuper. In de vloer zijn glasplaten aangebracht waaronder je een ruimte met stellingen met kaas ziet. Of zou dat fake zijn?

Pas na twaalf uur vertrekken we. Het gebied is net een doolhof dus je moet er eigenlijk continu de kaart bijhouden. Alleen gebruik ik digitale kaarten en die kan ik dus alleen binnen raadplegen want het weer is veel te slecht om de laptop buiten te houden. Zodoende varen we eerst een stukje verkeerd maar daarna slaag ik er alsnog in om de route te volgen.

We zijn nog maar net onderweg of het stort met bakken uit de hemel. Omdat ik buiten sta te sturen is dat bijzonder oncomfortabel en daarom vaar ik naar de eerste de beste aanleggelegenheid om binnen te kunnen schuilen. We zijn niet de enige die op dat idee is gekomen want er ligt al een zeilbootje met kinderen te schuilen en een sloep die achter ons vaart legt ook aan om te schuilen.

Tien minuten later is het weer droog en kunnen we onze weg vervolgen. Ik probeer door middel van google maps op de telefoon toch een beetje de weg te vinden maar de kaarten lijken in de verste verte niet op wat je om je heen ziet.

We varen eerst over de meren "Grutte kritte" en "Bleipet". In de zuidwesthoek van dat laatste meer varen we een sloot in waar ook een aantal marrekritte plaatsen zijn aangelegd. Er liggen zelfs ook nog boten aan.  De sloot heet "De geau".

Daarna gaan we een stukje noordwaarts en vervolgens langs de zuidelijke en oostelijke kant van het eiland "Rengerspolle". Daarna via de Folkertsleat naar het Hansmeer dat we oversteken naar de Ossenpoel. Eigenlijk is dat alweer hetzelfde meer als de "Grutte kritte" waar we eerder al waren. We varen dan ook terug naar het plekje waar we voor de regen schuilden maar gaan dan de Raamsloot in. Hoewel we nog steeds anderen tegenkomen wordt het hier bij tijd en wijle zo smal dat het echt moeilijk varen is.  Iets verderop steken we de Folkertsleat weer over en varen via de Schuinesloot naar het Holstmeer. Ook dit is weer een bijzonder krappe vaarweg maar we komen onderweg wel boten tegen die groter zijn dan de onze dus we moeten er wel kunnen varen. Alleen kan het op nauwe stukken moeilijk zijn om elkaar te passeren. Vanaf het Holstmeer varen we naar de Saiterpetten waar ik me wezenloos zoek naar de ingang van Nauwe Saiter. Deze blijkt achter riet en bomen verscholen te liggen. Alleen het verdwijnen van een paar kleine zeilboten geeft ons de aanwijzing dat het daar is.

De twee kleine zeilboten worden bevaren door twee jonge dames die elk hun boot voortbewegen door het gewicht steeds van de ene naar de andere zijde te verplaatsen. Erg koersvast zijn ze daarmee niet. Ze hebben een begeleider die in een rubberboot mee vaart. Ik wil ze  voorzichtig proberen in te halen maar Sue-Ann roept hard dat dat niet mag. Daarop geeft de man op de rubberboot aan dat we er wel voorbij kunnen en roept iets naar "Linda". De dame op de achterste van de twee zeilboten reageert dus zij zal Linda zijn neem ik aan.

Aan het eind van deze sloot komen we aan op de "Lange sloot", een brede vaarweg door de Alde Feanen in de richting van Wartena. Daarbij kruist deze vaarweg het PM kanaal. We zijn daarna dus al snel in de grote jachthaven van Wartena. Telefonisch krijgen we te horen dat we kunnen aanleggen aan de kop van een van de steigers. Erg veel stroomkastjes zien we niet op de steiger; er zijn maar drie aansluitingen op een steiger van misschien wel 100 meter lang met aan weerszijden boten. We hebben maar 1 nodig natuurlijk dus het is geen probleem.

Bij de helling zijn twee jongens bezig een oude kleine zeilboot te reinigen met hogedrukreiniger. Zelfs de kajuit wordt van binnen gereinigd met de hogedrukspuit. Hoewel het een enorme jachthaven is zien we behalve de jongens geen andere gasten.

Maandag 19 augustus: Gorredijk - Earnewald

Voor we kunnen vertrekken moeten we eerst een paar zaken regelen. Sue-Ann heeft een probleem met haar bril waarvoor ze even naar de opticien moet en ik moet even naar de Action om toiletvloeistof te kopen. Daarna ga ik douchen. Om de douche binnen te kunnen moet je eerst een 50 cent muntstuk in het deurmechaniek doen. Eenmaal binnen moet je nog eens 50 cent storten om te kunnen douchen. Als ik reeds in de douche sta kom ik tot de ontdekking dat ik de shampoo ben vergeten.  Als ik er nu uit ga om de shampoo te halen loop ik het risico dat er ondertussen iemand anders in gaat en ik moet nogmaals 50 cent betalen om weer binnen te komen. Ik heb geen telefoon bij me dus ik kan niet aan Sue-Ann vragen om het even snel te brengen. Er zit dus niets anders op dan het te gaan halen. Afgezien van de 50 cent extra kan ik gewoon douchen.

We liggen vlak voor de laatste brug in Gorredijk. Als we losmaken springt het licht van de brug al op rood-groen. De brugwachter let goed op!

Op een rustig tempo varen we vervolgens verder. Een kwartiertje later komen we aan bij de brug in Terwispel. Deze moet door dezelfde brugwachter bedient worden maar ze is er al bijna als we voor de brug liggen te wachten dus dat duurt niet zo lang.

Hierna varen we weer rustig verder, genietend van de mooie omgeving. Het is een uurtje varen naar de sluis naar het Polderhoofdkanaal in de buurt van Ulesprong. Dit Polderhoofdkanaal is pas sinds 2015 weer bevaarbaar, zeer tegen de zin van milieufreaks in. Ze hebben het een tijd tegen weten te houden maar door "compenserende maatregelen" mogen we er nu toch weer varen. In 2015 was dat nog met een maximale diepgang van 90 cm, maar inmiddels is gebleken dat de compenserende maatregelen zo succesvol zijn dat dat inmiddels is opgeschroefd naar 110cm. Kennelijk heeft de gestreepte waterroofkever er toch niet zoveel last van dat er af en toe een bootje voorbij tuft.

Ik weet niet precies wat ons te wachten staat. Volgens de gegevens in WinGPS is de sluis zelfbediening, volgens wikipedia worden de sluizen weer bedient. Eenmaal ter plaatse aangekomen snap ik dat beide het bij het rechte eind hebben: de sluis wordt geheel automatisch bedient, maar je moet het wel zelf in gang zetten door zowel voor de sluis als in de sluis op een knop te drukken. Het werkt feilloos.

Er zijn een aantal vaste bruggen maar daar kunnen wij gemakkelijk onderdoor. In Nij Beets is een beweegbare brug. Als we komen aanvaren lijkt het erop dat we wederom op een knop moeten drukken om bediening aan te vragen maar ineens springt het licht van rood op rood/groen en even later gaat de brug inderdaad ook open. Als we door de brugopening varen zien we dat er bij een schakelkast iemand staat. Dit zou te maken kunnen hebben met problemen die eerder deze zomer plaats hadden.(Storing brug Nij Beets)

Op de laatste bruggen na zijn verder alle bruggen vaste bruggen met een doorvaarthoogte van 2 meter 70. We kunnen dus lekker doorvaren totdat we bij Veenhoop zijn. We komen slechts 1 sloep tegen en verder geen enkele boot. Wel liggen er langs het kanaal diverse jachten afgemeerd, maar vermoedelijk zijn die van bewoners aan het kanaal.

Voor de brug voor Veenhoop moeten we een SMSje sturen. Dat is een nieuwtje, dat had ik nog niet eerder meegemaakt. We krijgen direct een bevestiging per SMS terug maar moeten nog wel even wachten voordat de brug geopend wordt. Vrijwel meteen na de brug is de sluis die ons weer op het Friese waterpeil brengt. Direct na de sluis is nog een brug maar de besturing is kennelijk zó gemaakt dat de brug helemaal open staat precies tegelijk met dat de sluisdeuren helemaal open staan.

We zitten nu ineens in druk vaarwater met onder andere laverende zeilboten. We varen de "Hooidamsloot" in in de richting van Earnewald. Voor de brug ligt een zeiljacht te wachten en hoewel wij zonder opening onder de brug door kunnen wachten we even tot de zeilboot de brug gepasseerd is.

We varen nu in het natuurgebied de Alde Feanen. Er is inderdaad veel mooie natuur om ons heen maar er is ook heel veel recreatie. Je hebt daardoor niet het idee je eenzaam in een natuurgebied te begeven.

Midden in het natuurgebied ligt het plaatsje Earnewald. Er is daar een mooie grote passantenhaven waar we een mooi plaatsje zoeken. Door de harde wind is het lastig om de boot achteruit de box in te varen maar het lukt evenwel en de buurman is zo vriendelijk even een touwtje aan te nemen.

De harde wind in combinatie met snelvarende sloepen en kinderen in gemotoriseerde opblaasboten zorgt voor een voortdurende deining. Het lijkt me daarom beter om een poosje van boord te gaan en een wandeling te maken. Gelukkig gaat Sue deze keer ook mee en zo lopen we vanuit de dorpskern rondom het "Eernewoudsterwijd" naar het recreatiepark 'it wiid'. Er is een pontje dat ons voor 1 euro per persoon terug kan brengen naar de dorpskern maar eerst drinken en snacken we wat op het terras van het paviljoen. Helaas zijn de wespen irritant aanwezig waardoor ik er weer snel genoeg van heb.

Wanneer we met het pondje willen oversteken komt er net een groot vrachtschip langs. Ik zie hoe een paar kinderen in een opblaasboot vlak voor het schip varen en dan uit ons gezichtveld verdwijnen. Het schip is ongeladen dus de schipper kan volgens mij onmogelijk zien wat het bootje doet en waar het blijft. Ik vind het sowieso wel bijzonder dat zo'n groot schip hier komt maar volgens het opschrift op de kont van het schip heeft het hier zijn thuishaven. Waar precies is mij niet duidelijk want het lijkt mij allemaal niet ingericht om schepen van dit formaat te ontvangen.

Als we 's avonds binnen TV zitten te kijken horen we ineens "he schipper!" We gaan naar buiten om te zien wie er staat: het zijn een oudere man en vrouw op fietsen. Ik herken ze niet direct maar gelukkig geeft de man ongevraagd opheldering: zij lagen met hun kotter voor de brug in Assen te wachten toen wij het akkefietje met het havenpersoneel hadden en we kwamen ze later tegen toen zij buitenom in de richting van Groningen waren gevaren.

De man vraagt verbaast: "hoe zijn jullie hier in vredesnaam zo snel gekomen?" Met plezier verschaf ik hen de gewenste opheldering. Het blijkt dat zij via Groningen in Earnewald waren aangekomen en ze konden zich niet voorstellen dat wij hen hadden ingehaald zonder dat gemerkt te hebben. Toen ze ons bij een verkenningsritje op de fiets zagen liggen wilden ze toch graag opheldering hierover hebben. Welnu, met alle plezier!

Onze boot is zo "raar" dat iedereen hem direct herkent. Helaas herken ik niet direct iedereen.

Even later willen we een ijsje gaan halen en meteen even langs de sanitaire voorzieningen die helaas een eindje van de haven zijn aangebracht. Als we daar zijn begint het ineens ontzettend hard te regenen. We blijven even in het toiletgebouw wachten en als de regen weer is opgehouden wandelen we naar de ijssalon. Die blijkt inmiddels gesloten ofschoon het pas acht uur is. Via een snackbar lopen we terug naar de boot maar ook de snackbar blijkt gesloten. Het doet me denken aan een passage uit een recent liedje van Hennie Vrienten: "Volgens Guus brandt er in Brabant altijd nog licht maar in werkelijkheid is alles om zes uur al dicht." Het valt me tegen voor een plaatsje dat zo op toerisme is gericht.

Ik wil nog wel even verder rondkijken in Earnewald maar Sue wil naar de boot dus loop ik de ene kant op en Sue de andere. Dan wordt ik aangesproken door een man die graag wil weten waar hij zijn afvalzak kwijt kan (ik vermoed dat het een Duitser is maar hij vraagt het wel in het Nederlands). Daarop draai ik me om en vraag aan Sue-Ann, die inmiddels een stukje verderop loopt, of zij de man even kan laten zien waar de vuilnisbakken staan.

In Earnewald was vroeger een sluis dat het meertje afscheidde van de rest van de Friese wateren. De helft hiervan is nog aanwezig. Op de kaarten van topotijdreis staat de sluis in 1981 er nog op en in 1982 niet meer.

Saturday, August 24, 2019

Zondag 18 augustus: Donkerbroek - Gorredijk

Het is nog steeds slecht weer. Af en toe buien maar gelukkig tussendoor ook weleens opklaringen. Bij de eerste twee sluizen staan jonge jongens. Bij de eerste sluis geeft de jongen aan dat we de eerste zijn van die dag. Het verbaast me niet gezien het weer en het feit dat we niemand zijn tegengekomen. Bij de tweede sluis moeten we na het schutten onder een brug door. Een tegenligger denkt dat de brug voor hem wordt opengedraaid en wil de sluis invaren. Pas op het laatste moment ziet hij ons en probeert zich uit de voeten te maken. Ik had het wel meteen gezien en heb er dus rekening mee gehouden.

Bij de derde sluis staat een wat oudere man. Hij vraagt of we in Gorredijk willen overnachten en of dat boven of onder de sluis moet. Ik zeg: "voorbij de sluis." "Dat is dan onder want je gaat naar beneden." Prima. Hij belooft het door te geven aan de sluiswachters in Gorredijk.

Voor het eerst vaar ik op deze route een stuk met het 'follow-up' systeem. Ook Sue-Ann vaart er een stuk mee en het lijkt allemaal wel goed te werken.

Een stuk voor Gorredijk ligt al een brug die voor ons open moet. We bellen het telefoonnummer dat plaatselijk aangegeven staat en men belooft zo snel mogelijk te komen. Het waait echter nogal en daarom maak ik vast aan een remmingwerk voor de brug. Het manoeuvreren doe ik echter wel met de helmstok. Dat blijft toch het prettigst, in ieder geval met de huidige softwareversie.

Na een kwartiertje wachten komt er iemand om de brug te openen. Zo varen we het laatste stukje naar Gorredijk. Daar zijn weer heel veel bruggetjes en een sluis maar deze worden allemaal vlot achter elkaar bediend. De sluis is zelfs alvast op ons niveau gebracht dus niet veel later zoeken een mooi plaatsje langs de kant vlakbij de camperplaats in Gorredijk.

We gaan nog even op de fiets naar de Jumbo voor boodschappen. De rest van de dag doen we niet veel meer.

Thursday, August 22, 2019

Zaterdag 17 augustus: Appelscha Donkerbroek

Eigenlijk is het onze bedoeling om in een keer van Appelscha naar Gorredijk te varen. Als we echter om half negen wakker worden regent het. We besluiten weer lekker terug in bed te kruipen en onder het comfortabele getik van de regen vallen we weer in slaap.

Rond elf uur staan we alsnog op en maken klaar voor vertrek. Gorredijk is nu echt onhaalbaar. In plaats daarvan zet ik mijn zinnen op Donkerbroek omdat hier ook voorzieningen zijn terwijl tussen Donkerbroek en Gorredijk geen voorzieningen zijn.

Sue-Ann gaat eerst proberen de pas in te leveren maar komt onverrichter zake terug: de automaat werkt niet. Ze heeft voor de zekerheid al haar pogingen maar op video vastgelegd maar we bezitten dus nog steeds het pasje.

Op het moment dat we willen vertrekken komt er net een ander jacht voorbij. Voor ons handig omdat we dan meteen kunnen aansluiten. De eerste twee bruggen zijn zelfbedieningsbruggen die door de plaatselijke jeugd tegen een fooi worden bediend. Daarna komen we bij de eerste sluis aan voor vandaag. Samen met twee andere jachten schutten we eind naar beneden. Halverwege tussen Appelscha en Oosterwolde ligt nog een sluis waar we wederom een eind naar beneden gaan. Daarna komen we in Oosterwolde waar een van de jachten waarmee we sinds de eerste sluis samen voeren aanlegt. Voordat we Oosterwolde weer verlaten volgt weer een ... verlaat. Hier gaan we wederom een eind naar beneden. Hier staat de plaatselijke dorpsgek in het dialect allerlei opmerkingen te maken, er vooral op gericht om Sue-Ann te plagen. Zo vindt hij dat Sue-Ann in bikini zou moeten zitten terwijl het nog steeds regenachtig weer is.

Gelukkig kunnen we deze man snel achter ons laten en volgen we het andere jacht op onze reis naar Donkerbroek.  In de "middle of nowhere" is weer een draaibruggetje dat zelf bediend moet worden. Het bootje voor ons stopt bij de steiger, de mevrouw stapt af en probeert de brug te bedienen maar lijkt daar enigszins moeite mee te hebben. Daarop besluiten wij dat Sue het roer even overneemt en ik ga proberen de vrouw te helpen. Daarvoor moeten we echter aan de andere kant van de vaart afmeren en afstappen en terwijl we daarmee bezig zijn is het de mevrouw inmiddels gelukt de brug open te draaien. Sue-Ann vind dat ik evengoed moet helpen de brug weer dicht te draaien maar dat gaat natuurlijk niet omdat ik aan de verkeerde kant van de brug sta. Dit alles levert bij de schippers van het andere jacht de nodige verwarring op en uiteindelijk besluiten we dan maar verder te varen. Bij de volgende draaibrug zullen wij hem open maken en hen doorlaten. Zover zal het echter niet komen, want voor die tijd komen we al aan in Donkerbroek. Langs de vaart zijn aanlegmogelijkheden gemaakt, op het grasveldje staat een eenvoudig toiletgebouwtje en stroom is beschikbaar via aansluitingen die zijn ondergebracht in amateuristisch gebouwde houten kastjes. Desondanks is het een fraai plekje om te liggen.

Als we bij de buren informeren of er een havenmeester is krijgen we te horen dat we hier gratis mogen liggen en dat we zelf een donatie mogen doen in een speciale gleuf ter vergoeding van de elektriciteit.  Sue-Ann en ik gaan meteen op zoek naar die gleuf maar we kunnen die niet vinden. We informeren nogmaals bij andere buren maar ook hen aanwijzingen brengt ons niet verder.

We krijgen bezoek! Vanavond komen oom Ab en Renee koffiedrinken op de boot. Sue stelt voor om eerst nog een eindje te gaan fietsen en dat lijkt me wel een goed idee. Ik zoek op de kaart naar een plekje dat de moeite van het bezoeken waard zou kunnen zijn en vind een natuurgebied dat uit plassen en heide bestaat op een kwartier fietsen afstand. Sue stemt in en dus fietsen we naar het betreffende natuurgebied. Daar maken we vervolgens een rondje door het gebied en willen dan op de terugweg bij een eetgelegenheid wat eten en drinken. Volgens google maps is de kortste en snelste route via een onverhard pad. We besluiten de gok maar te nemen maar het is een slecht begaanbaar pad en vooral Sue-Ann heeft het er moeilijk mee. Halverwege dient zich de mogelijkheid aan om, weliswaar via een omweg, de weg te vervolgen over asfalt. Dus we doen dat maar en zo komen we rond zes uur aan bij de eetgelegenheid. Helaas blijkt het eten  erg tegen te vallen.

Eenmaal terug op de boot ruimen we de boel op voor het aanstaande bezoek. We maken binnen ruimte voor twee tuinstoelen maar omdat het droog is maken we ook de kuip gereed. Als het bezoek arriveert blijven we lekker buiten zitten. Het is weliswaar wat frisjes en bewolkt maar prima te doen.

De turfroute heeft met de komst van het autoverkeer aan belang verloren. Daarom werden er begin jaren zeventig plannen gemaakt om de vaart te dempen. Een aantal mensen hebben zich toen verenigd in een stichting die, met succes, de vaart voor pleziervaart open heeft willen houden. De stichting heeft tot een paar geleden bestaan. Sindsdien zijn de belangen overgenomen door de provincie en is de stichting opgeheven.

Terwijl we met het bezoek gezellig in de kuip aan het kletsen zijn komt er een mevrouw langs. Ze zegt dat ze de havenmeester is en dat we, ondanks dat we hier gratis mogen liggen, een vlaggetje kunnen kopen om het onderhoud van de voorzieningen te ondersteunen. De voorzieningen waren ten tijde van de stichting van de stichting en zijn daarna overgenomen door de gemeente. De dorpsbewoners van Donkerbroek zorgen er nu samen voor het beheer.

Nu wil het geval dat ik mijn hele leven er al van gedroomd heb om een vlaggetje van Donkerbroek te bezitten dus investeren we 10 euro (er werd 7,50 gevraagd) om mijn droom te verwezenlijken.

Het is al donker als ons bezoek vertrekt. Ik vond het erg gezellig.

Vrijdag 16 augustus: Assen - Appelscha

Volgens WinGPS kunnen we om half vijf in Appelscha zijn als we om negen uur 's ochtends vertrekken. Omdat de bruggen op de turfroute slechts tot half vijf bediend worden is het wel een beetje kritisch of we Appelscha kunnen halen. Enige andere mogelijkheid om af te meren met beschikbaarheid van walstroom is de haven van Kloosterveen, maar deze ligt in de gelijknamige wijk van Assen.

Overigens is het mijn plan om via de heropende vaart door het centrum naar het noorden van Assen te varen en daar vervolgens via de bypass via sluis Peeloo terug naar de Drentse Hoofdvaart te varen. Vanaf daar gaan we dan weer zuidwaarts tot waar de turfroute begint.

Er zit dus niet veel anders op dan op tijd op te staan, te douchen en om negen uur te vertrekken. We varen langzaam naar de eerste brug, de brug die toegang geeft tot de vaart door Assen. Als we bij de brug aankomen geeft een havenmeester aan dat ze verwacht dat wij rechtdoor willen. Dat willen we niet. Maar het blijkt dat ze een planning maken welke boten in welke volgorde door de vaart geleid worden en in die planning is geen rekening met ons gehouden. Dat verbaast ons want we hadden immers nog een positieve terugkoppeling gekregen op ons handgeschreven briefje. Ze raakt lichtelijk in paniek en overlegt met haar collega die de brug waar we voor liggen te wachten aan het openen is. Daarop besluiten ze dat we in ieder geval eerst maar door die brug moeten dus dat doen we dan. Terwijl we door de brugopening varen vraagt Sue-Ann aan de brugwachter: "en nu?" "Nou, de sluis in" antwoordt de brugwachter. Dus ik vaar langzaam door in de richting van de sluis. Terwijl ik bezig ben de sluis in te varen roept de sluiswachter: "het is wel de bedoeling dat jullie de instructies van het havenpersoneel opvolgen!" Ik antwoord: "dat doen we ook want de brugwachter gaf aan dat we de sluis in moesten varen maar als dat niet goed is gaan we er weer uit hoor!" Op dat moment ligt de kop van de boot voorbij de sluisdeuren maar de kont nog niet. We kunnen dus gemakkelijk recht achteruit terug als dat gewenst is. "Nee, je bent er nu al, vaar nu maar door" antwoordt de sluiswachter.

Er volgen nog een aantal bruggen die om en om door twee brugwachters worden bedient en dan komen we aan de andere kant van het centrum in de oude industriehaven. Voor het heropenen van de vaart stond het water hier laag, op het pijl van het kanaal naar Groningen. De kades waren daardoor erg hoog, te hoog denk ik voor pleziervaart. Nu staat het water echter veel hoger, want ze hebben de nieuwe sluis voorbij de industriehaven gebouwd. Door de geringe omvang van het nieuwe sluisje kan er nu geen beroepsvaart van betekenis meer in de industriehaven komen.

Bij het sluisje staat een vreemde snuiter op een fiets die ernstig om een praatje verlegen zit kennelijk. Er volgt een hele verhandeling over zijn relaties met allerlei details waar we niet op zitten te wachten. Gelukkig kan Sue-Ann goed met mensen om gaan.

We vervolgen onze weg door Assen naar het noorden en komen daarbij nog twee bruggen tegen. We kunnen er in principe wel onderdoor zonder opening maar al ruim op tijd springt het licht op rood-groen en dus wacht ik ook telkens braaf tot de brug geopend is.

Als we wat later op de kruising met het kanaal naar Groningen en de bypass om Assen zijn aangekomen draaien we om en vervolgen onze route via de bypass. We komen daarbij een aantal schepen tegen die tegelijk met ons uit het centrum zijn vertrokken maar dus de route buitenom hebben gevolgd. Het lijkt er dus op dat beide routes ongeveer even lang duren.

Enige tijd later komen we aan bij sluis Peeloo. Er komt een klein jachtje uit de sluis gevaren als wij deze naderen, maar er liggen nog twee andere schepen aan de wal te wachten. Het eerste is een platbodem dat op ons bootje lijkt, maar alleen veel langer. Het tweede lijkt op een sleepboot waar een nieuwe opbouw voor een jacht opgebouwd is. Uiteraard laat ik hen eerst de kolk in varen maar volg wel in de hoop dat wij er nog bij kunnen. Sue-Ann zit alvast op het voordek en weet het zeker: wij kunnen er niet bij. Toch blijf ik voorzichtig een beetje voor de kolk dobberen terwijl de twee andere schepen hun touwen in orde maken. Dan verschijnt de sluiswachter ten tonele. Hij instrueert beide boten om verder naar voren te gaan. Die protesteren daar enigszins tegen want de bolders komen nu niet meer goed uit voor hen. Maar het gebeurt toch waarna wij kunnen invaren en dan blijkt dat wij gewoon naast de voormalige sleper kunnen liggen.

Tijdens het schutten wordt de lange platbodem naar voren gezogen. Door de onhandige plek van de bolders lukt het de schipper niet om zijn boot in bedwang te houden en zet hij uit wanhoop de motor maar aan en slaat een stukje achteruit. Nu gewaarschuwd laat hij de motor maar lopen en niet voor niets want het tafereel herhaalt zich nog een paar keer.

In de sluis horen we dat hij het centrum van Assen wil invaren. Even later varen de platbodem  gevolgd door de ex-sleepboot en daarna wij, verder. De voorste bepaald de snelheid en die ligt bepaald niet hoog. De ex-sleepboot blijkt nogal te stinken (er komt zwarte rook uit de uitlaat). Als we bij de kruising aankomen vaart de platbodem toch door. Ik zie een jacht voor de brug liggen wachten dat gebaren maakt om door te varen. Waarom is mij niet duidelijk.

Als we Kloosterveen al ver zijn genaderd gaat de platbodem opzij en varen de ex-sleepboot en wij hen voorbij. Iets verderop houdt de ex-sleepboot in en maant de vrouw op het schip ons om hen te passeren. Dat wil ik natuurlijk maar al te graag dus doen we dat. Niet veel verder kunnen we echter niet verder omdat het twaalf uur is en de brug met middagpauze is. Gelukkig staan er twee kleine remmingwerken langs de kant. Aan de voorste kunnen wij afmeren en aan de achterste meert de sleepboot af.

Ik had in de sluis Peeloo al gehoord dat de schipper van de sleper naar Dieverbrug wilde varen. Wij gaan eerder al stuurboord uit de turfroute op. Op de betreffende kruising zijn twee bruggen: een in de richting van Meppel en een in de richting van de Turfvaart. De brug in de richting van Meppel gaat eerst open. Omdat ik nog steeds voor de sleper vaar ga ik helemaal links in de zwaaikom voor de brug liggen en passeert de sleper ons. Even later gaat onze brug open en kunnen wij ook weer verder.

Een half uurtje later komen we aan bij de eerste sluis. De sluiswachter komt ons tegemoet en zegt dat we even moeten wachten op een bootje dat van de andere kant komt. Dat is uiteraard geen probleem. Even later mogen wij de kolk invaren en dan krijgen we te horen dat we pech hebben want er komt in de verte nog een jacht aan en daar zullen we op moeten wachten. Ik geef aan dat ik dat geen 'pech' vind. We hebben vakantie en geen haast. Het ziet er naar uit dat we Appelscha ruimschoots op tijd gaan halen.

Door de asymmetrische constructie van de sluis mag het andere jacht als eerste uitvaren. Iets verderop komt echter weer een sluis en de schipper van het andere jacht geeft aan dat wij nu weer als eerste eruit mogen. Dus voorop varen we de laatste paar honderd meter naar een mooi plekje aan de steiger van de vaart, ter hoogte van het toiletgebouwtje.

Om hier te kunnen liggen en gebruik te kunnen maken van de faciliteiten is het noodzakelijk om een pasje te verkrijgen uit een automaat. Daartoe moet je eerst door middel van biljetten of muntjes 5 euro betalen. Daarna kun je het pasje in een tweede automaat met muntjes voorzien van een tegoed om de faciliteiten te kunnen gebruiken. Voor vertrek moet je het pasje weer inleveren bij een derde automaat en krijg je de borg voor het pasje en maximaal 15 euro resterend tegoed terug.

Na het aanschaffen van het pasje en het opwaarderen kunnen we bij de stroompaal op de steiger de walstroom activeren.

We twijfelen nog even of we bij een eetcafe gaan eten of gewoon op de boot, maar het wordt dat laatste. Daarna ga ik verder met de besturing van het roer. Inmiddels begint het te werken. De 230V hydrauliekpomp wordt via een frequentieregelaar gevoed uit de walstroom. Tot twee maal toe veroorzaakt het inschakelen van de pomp het uitvallen van de walstroom. Gelukkig zijn de automaten hier toegankelijk en dus kan ik beide keren zelf het probleem oplossen.



Donderdag 15 augustus

Natuurlijk slapen we uit. Daarna ga ik aan het werk met de besturing van het roer terwijl Sue-Ann probeert om de was te doen. Ze komt daarbij een havenmeester tegen en informeert of het bericht goed is overgekomen. Dat blijkt het geval en ze vinden het ontzettend leuk om eens een handgeschreven briefje te ontvangen en zullen het bewaren bij de andere formulieren met betrekking tot onze boot.

We hebben om zeven uur gereserveerd bij de pannenkoekenboot. Als we daar aankomen kijkt dezelfde gastvrouw als gisteren ons enigszins geschrokken aan. Maar als Sue aangeeft dat we hebben gereserveerd haalt ze opgelucht adem en brengt ons naar ons tafeltje. Het eten smaakt ons prima.

Na het eten wandelen we naar een ijssalon om een ijsje te halen. Sue-Ann besteld warme kersen met slagroom en ijs en er zit zelfs ook nog koffie bij. Het duurt even voordat het klaar is maar wanneer het is gebracht eet ze er een paar hapjes van en zit dan vol, Ze geeft het meeste terug. Door haar maagverkleining wordt ze gedwongen om kleine porties langzaam te eten. Ze heeft echter al teveel en/of te snel gegeten zodat ze zich nu ziek voelt. Eenmaal terug op de boot gaat ze meteen op bed liggen. Na een uurtje of anderhalf heeft haar lichaam besloten dat ze wel genoeg gestraft is en voelt ze zich weer beter.


Woensdag 14 augustus

Vandaag blijven we in Assen. We doen wat boodschappen en slenteren wat door het centrum. We lunchen op een pleintje waar markt is. 's Avonds willen we op de pannenkoekenboot eten en daarna opnieuw naar de bioscoop. Deze keer naar Sue-Ann's keuze: de Lion king. Als we echter bij de pannenkoekenboot aankomen blijkt er geen plaats meer. Of we een poosje willen wachten. Dat lukt natuurlijk niet in verband met de film, dus we besluiten ergens anders te gaan eten. We vinden een eetcafe niet veel verder van de boot. Sue-Ann bestelt voor mij een hamburger (maar alleen vlees en brood, geen sla, tomaat, saus en anderen dingen) en voor zichzelf carpaccio. Als na geruime tijd het eten wordt gebracht zit mijn hamburger toch onder de saus en andere viezigheid. We melden het meteen en de man blijkt ineens niet meer te weten wat we hadden besteld. Terwijl hij nog zo verbaasd was over de specifieke order. Maar evengoed neemt hij het mee terug en terwijl we wachten constateert Sue dat ze ook niet heeft gekregen wat ze had besteld. Dus de man er weer bijgeroepen en ook dit bord gaat weer mee terug. Ondertussen constateren we dat we de film wel kunnen vergeten want dit gaat zo nog wel een tijdje duren. Daarop stel ik voor om nog een dag langer in Assen te blijven. Ik wil nog wat sleutelen aan de besturing van het roer en dan kunnen we 's avonds alsnog eten op de pannenkoekenboot en naar de film.

Enige tijd later  komt dan toch nog, wonder boven wonder, het eten zoals we dat besteld hadden. En het smaakt ook prima. En we zijn zelfs op tijd klaar om toch nog naar de film te gaan.

Tijdens de pauze spreekt Sue-Ann de voicemail in van de pannenkoekenboot om een reservering te maken. Nog voordat de pauze is afgelopen worden we teruggebeld en is de reservering bevestigd.

We hadden aan de havenmeesters aangegeven dat we donderdagochtend om negen uur meteen wilden vertrekken via de heropende oude vaarweg door het centrum. Omdat we nu last minute hebben besloten om een dag langer te blijven en natuurlijk niet vroeg op willen staan om onze planningswijziging op tijd door te geven besluiten we een briefje te schrijven voor de havenmeester en dat achter te laten op het havenkantoor.

Maandag 12 augustus: Meppel - Dieverbrug

Bij het vertrekken probeer ik weg te varen terwijl 1 touw nog vast zit. Dat gebeurde me vorig jaar ook al, ook hier in Meppel. Waarschijnlijk omdat ik in Meppel zoveel touwen gebruik, op alle kikkers.

Nadat ook het laatste touw los is varen we naar de Kaapbrug, ietsje verderop. Er ligt daar al een motorjacht te dobberen dus ik zie geen noodzaak om mij te melden. Vanaf het motorjacht wordt iets naar ons geroepen, maar we kunnen het niet verstaan. Na het nodige geschreeuw en gebaar blijken het Duitsers te zijn die ons willen vertellen dat er een vrachtschip vanaf de andere kant komt. Evengoed moeten we nog een tijdje blijven dobberen en dat valt niet mee met de wind. Uiteindelijk maak ik vast aan het remmingwerk van de naastgelegen brug.

Als de brug uiteindelijk open gaat komt het vrachtschip er achteruit uit varen en wil met de kont naar de haven draaien om vervolgens de weg vooruit te kunnen vervolgen. Als hij onder de brug vandaan is varen het motorjacht met de Duitsers en wij verder naar de volgende brug. Daar ligt al een ander motorjacht te wachten. Ook hier moeten we een tijdje wachten maar hier wordt de brug maximaal 2 keer per uur bediend dus valt het eigenlijk wel mee.

Dan komen we bij de eerste sluis aan. Het kleine jachtje dat al bij de laatste brug lag te wachten gaat voorop, gevolgd door het grote jacht met de Duiters erop. Het eerste jacht gaat aan de bakboordkant liggen, het grote jacht vervolgens aan de stuurboordkant en dan blijft er voor ons weinig lengte meer over om er nog bij te kunnen. Het moet wel lukken als we de kop naast het grote jacht leggen dus dat probeer ik dan ook tot ergernis van de Duitse schipper.  We krijgen van de sluiswachter een informatiepakketje overhandigd voordat we de sluis weer verlaten.

De volgende brug is een spoorbrug. Dat kan misschien even duren, dus het kleine jacht maakt vast, het grote jacht volgt en dan is er voor ons geen ruimte meer om aan te leggen dus blijf ik dobberen. Verbazend snel gaat de brug echter open en kunnen we verder. Het kleine jachtje let goed op en gaat als eerste weer verder. Het jacht van de Duitse schipper heeft echter wat moeite om de touwen los te krijgen en daar blijf ik niet op wachten. Het is al moeilijk genoeg om de boot een beetje onder controle te houden met deze wind dus dat ga ik niet onnodig lang rekken. Dus varen wij vervolgens tussen de twee andere jachten verder. Bij de volgende sluis gaat het voorste kleine jacht weer aan bakboordzijde liggen, wij ernaast aan stuurboordzijde en vervolgens blijft het grote jacht achter. De sluiswachter gebaard dat hij moet binnen varen en dat doet hij dan ook aarzelend. Eenmaal in de sluis begint de vrouw op het jacht een verhaal in het Duits te ratelen tegen de sluiswachter maar die lijkt het niet te begrijpen. Hij maakt kalmerende gebaren en herhaalt steeds: rustig maar, alles komt goed.

Mijn vermoeden is dat de Duitse schipper in de veronderstelling verkeerde dat hij er met deze indeling niet bij zou passen. Als de schipper van het kleine jacht en de sluismeester zich afvragen wat de Duitser nou dwars zat geef ik mijn vermoeden aan. De sluiswachter zegt: "ik vind deze indeling eigenlijk veel netter." Daarop antwoord ik: "ik ook!"

Als we even voor twaalf bij de Uffeltersluis aankomen staat het licht op dubbel rood. Dus maken we allemaal vast en gaan op ons gemak lunchen en een beetje luieren. Om vijf voor een trek ik alvast de regenjas aan (want het regent) en kijk even snel naar de brug. Het blijkt dat het licht al op rood-groen staat en de sluiswachter is al bezig de deuren open te draaien. Dus ik start de motor, maak het ene touwtje los op de middenbolder en vaar langzaam richting de sluis. Het kleine motorjacht is nog niet zover en is nog bezig met losmaken dus daar varen we voorbij. Sue, die op het voordek zit om in de sluis te assisteren, roept iets als "we piepen even voor hoor". Ik hoor de man zeggen: "ze hoort het niet!" maar achteraf vermoed ik dat hij heeft gezegd: "zo hoort het niet". Kennelijk heeft de vrouw van het kleine jacht ook iets naar Sue geantwoord, want Sue roept iets als: "als jullie nu nog lagen te slapen hadden we nu nog moeten wachten." Ik schenk er verder niet veel aandacht aan en vaar rustig de sluis in, gevolg door het kleine jacht en daarna het grote jacht. Als het kleine jacht naast ons in de sluis ligt begint de vrouw verontwaardigd tegen de sluismeester te klagen dat wij zo ongemanierd waren om hun voorbij te varen. "Zo hoort het toch niet?" roept ze verontwaardigd tegen de sluiswachter. Die glimlacht, haalt zijn schouders op en zegt: "och...". Sue Ann hoort het en begint de vrouw van repliek te dienen. Ik bemoei me er niet mee maar als de man tegen mij zegt: "er zijn regels en daar hoor je je aan te houden" kan ik niet nalaten om te antwoorden: "dat klopt, maar we wisten allebei van tevoren dat we in de sluis toch weer naast elkaar zouden liggen dus het maakt toch niets uit?" Ik krijg daarop geen reactie maar Sue blijft bekvechten met de vrouw.

Uiteraard mogen zij als eerste de sluis uit varen en volgen wij. Het grote jacht vind het kennelijk niet goed gaan en blijft op grote afstand achter.

Als we rond half drie Dieverbrug naderen steekt het bootje voor ons de haven in. Wij willen daar ook overnachten dus ik volg. Vervolgens maakt het bootje een paar rare manoeuvres en vaart de haven weer uit. Als ik de man aankijk zie ik dat zijn gezicht rood is geworden, maar evengoed groeten we elkaar vriendelijk. Even later zien we dat ze hebben vastgemaakt aan de overkant van het kanaal, waar geen voorzieningen zijn. Zouden ze nu echt om ons te ontwijken die keuze hebben gemaakt?

Hoewel de haven in Dieverbrug pas nieuw is is deze toch alweer enigszins gemoderniseerd: we betalen de stroom en het liggeld via aanuit.net.

De rest van de dag besteed ik aan wat klusjes en werken op de computer. We gaan vroeg slapen want we willen morgen zo snel mogelijk door de sluis. WinGPS geeft aan dat we, als we om 9 uur vertrekken, er pas na vier uur zijn. Als we dan nog wat oponthoud zouden hebben zou het na vijf uur kunnen worden en dan komen we ergens tussen bruggen te liggen waar geen voorzieningen zijn. Dat willen we proberen te voorkomen.

Sunday, August 18, 2019

Zondag 11 augustus: Oldemarkt - Meppel

Volgens WinGPS is de snelste route voor ons via de Kalenberger gracht en Muggenbeet. Echter moeten we daarvoor door een brug met een breedte van 350cm. Onze boot is 330cm breed en als de stootkussens ook nog naast de boot hangen passen we daar dus niet doorheen. En de brug is ook nog eens zelfbediening, redenen voor mij om de meer standaard route via Wetering te verkiezen. Het scheelt niet veel, een paar minuten.

Voor we echt kunnen vertrekken moet eerst nog de dieseltank gevuld worden. Daarvoor varen we naar van Wijk Jachthaven. Bouwe van Wijk is zelf afwezig maar hij heeft voor vervanging gezorgd: zijn zus en een man waarvan ik aanneem dat het haar partner is.

Er gaat 199 liter in de tank. We betalen daarvoor 1 euro 44 per liter. Het is even een investering maar we hoeven ons nu voor de rest van het seizoen geen zorgen meer te maken of we voldoende brandstof aan boord hebben. Voor als er echt gekke dingen gebeuren heb ik ook nog 2 jerrycans van 20 liter gevuld met diesel bij me.

En dan begint de echte reis. Eerst via de sloot naar de Linde, dan via de Linde naar de Linthorst Homan sluis. Daar is het enigszins druk: er is geen plaats meer om aan te leggen dus we moeten blijven dobberen totdat er ruimte is. Dat valt niet mee, want hoewel de wind minder sterk waait dan gisteren staat er toch nog steeds een flinke wind waardoor we voortdurend moeten prutsen om de boot een beetje onder controle te houden. Gelukkig duurt het niet lang voordat de sluis open gaat en het verkeer van de andere kant eruit gaat. Daarna varen de schepen aan de wachtplaats de sluis in. Ik hoop er nog bij te kunnen maar voor onze neus gaat het licht op rood. Dus maken we vast aan de nu vrijgekomen wachtplaats. Terwijl we wachten horen we de sluiswachter (een vrouw) bits schreeuwen naar een jacht in de kolk. Eerst in het Nederlands maar daarna nog twee keer in het Duits. De schippers van het betreffende jacht zijn vast heel klunzige mensen maar het zou mijns inziens professioneler zijn om op een rustige vriendelijke toon te communiceren.

Intussen zijn er achter ons ook weer de nodige jachten bijgekomen dus wij mogen even later als eerste de kolk in varen.

Het verval is hier maar weinig dus het schutten duurt niet lang. We vervolgen onze weg over de Linde en de Ossenzijler sloot naar Ossenzijl. Daar moeten we even wachten maar al snel kunnen we daar ook weer verder. In verband met een ingestorte kademuur is daar de doorvaart tijdelijk versmalt. Kennelijk voor Sue-Ann reden om, vooruit kijkend op het voordek zittend, gebaren te maken dat ik kennelijk meer naar rechts moet. Ik kan het niet nalaten te informeren of ze denkt dat dat nut heeft. De brugwachter die uit het raam hangt moet er hartelijk om lachen.

Dan realiseer ik me ineens: misschien is de brug in Kalenberg wel gesloten tijdens de middagpauze. Daarom overweeg ik even of het slimmer is om via het kanaal naar Steenwijk te varen en daarvandaan weer naar Giethoorn maar een snelle blik op de laptop leert dat de brug in deze periode geen middagpauze heeft. We vervolgen onze weg daarom zoals gepland via de Kalenberger gracht.

De harde wind voelt koud aan, maar desondanks komen we onderweg SUPpers tegen in zwemkleding.

Wanneer we op de Beulaker wijde aankomen blijkt dat de wind zorgt voor flinke golven die ons onder een ongunstige hoek treffen waardoor het een hobbelig ritje wordt.

Wanneer we het meer over zijn verloopt de rest van de tocht eigenlijk op rolletjes zodat we om vier uur in de haven van Meppel aankomen. Daar zoeken we naar een box voor de maten van onze boot: ca 10m bij 3m30. De meeste boxen voor 10 meter zijn echter maar 3m20 breed, te smal dus voor ons. Daarom varen we door naar de eerst beschikbare  bredere box. Dat blijkt een box van 12 meter lang.

Nog terwijl we aan het aanleggen zijn komt er een man op ons af. Hij vraagt allerlei dingen over de boot en wil het naadje van de kous weten. Hij blijkt zelf ook uit de jachtbouw afkomstig te zijn: Jetten. Als ik opmerk: "die zijn toch failliet?" dat verteld hij dat zij het bedrijf 4 jaar geleden hebben verkocht en dat het twee jaar geleden failliet ging. Volgens hem hadden de nieuwe bestuurders het te hoog in de bol. Zo vonden ze de Nederlandse watersportbeurzen te onbeduidend: het moesten de grote Franse beurzen zijn.

Ik was begonnen om een gordijn op te hangen in de boot om het toiletgedeelte af te schermen maar ik kwam daarvoor een paar onderdelen te kort. Nu blijkt het betreffende gordijnrailsysteem alleen bij de Gamma verkocht te worden en laat er nu in Meppel een Gamma zijn en die ook nog open zijn! Dus ga ik op de vouwfiets naar de Gamma, terwijl Sue op de vouwfiets naar de Jumbo gaat. Zij denkt eerder terug te zijn dus zijn neemt de sleutels mee. Uiteindelijk blijk ik eerder terug te zijn en moet dus even buiten wachten tot zij ook terug is.

Daarna komt de havenmeester ons bezoeken. Hij vraagt waarom we in een grote box liggen. Als we aangeven dat het met de breedte te maken heeft geeft hij aan hij er "niet moeilijk over zal doen." Krijg nou wat: hoe had het anders gemoeten? En trouwens had ik best willen verhuizen naar een andere plek als dat beter was geweest.

We betalen 10 euro voor 1 nacht en dat is inclusief stroom.

Zaterdag 10 augustus 2019: alweer een nieuwe vakantie

De afgelopen maanden heb ik aan de aak gewerkt. In de eerste plaats is de boot uit het water geweest om de schroefaslagers en de anode op de schroef te vervangen. Verder heb ik van die gelegenheid gebruik gemaakt om een bescherming voor de schroef aan te brengen zodat de schroef niet als eerste de bodem raakt in een ondiepte.  Verder heb ik gewerkt aan een "follow up" besturing waar je met een afstandsbediening het roer in de gewenste positie kan zetten en heb een stapje gezet in de richting van een iets comfortabeler interieur.

Vooral dat laatste is de grootste verandering. We hadden een provisorisch interieur waarbij over de hele breedte van de boeg een vlak plateau gemaakt was. Eronder konden we spullen stouwen en erop lagen twee matrassen waarop we sliepen. Het hele plateau is eruit gesloopt en vervangen door een wand met een V-bed. Er is nu minder bergruimte doordat er meer "loze" ruimte is ontstaan, maar de beschikbare ruimte is wel veel gemakkelijker toegankelijk en het ziet er allemaal veel opgeruimder uit. Hoewel we al een aantal jaren met een boegschroef rond varen  was de elektrische installatie daarvan ook een "tijdelijke" oplossing met rommelige kabels in zicht en een accu op een onhandige plek. Omdat de boegschroef nu "ingebouwd" zit onder het bed is ook dat aangepakt waardoor de kajuit veel minder rommelig is. Verder heb ik een laag nieuw plateau gemaakt waarop ik 2 autostoelen heb bevestig zodat we ook comfortabel kunnen zitten.  Overigens is dat allemaal "tijdelijk", totdat het moment is aangekomen om de aak definitief in te timmeren.

Hoewel mijn vakantie al een week geleden is begonnen ben ik pas vandaag zover dat we de boot vakantieklaar kunnen maken. Dat wil zeggen dat we alle spullen die we nodig hebben gedurende de vakantie inladen. Deze keer koppel ik de aanhanger achter de auto en leg daar een afgedankt tapijt in zodat vooral de matrassen schoon blijven.

Met alle spullen die we nodig denken te hebben, hebben we zowel de aanhanger als de auto helemaal vol. De laatste jaren varen we de boot van zijn vaste ligplaats naar de haven in het "malle gat". Het is een erg klein stukje varen en het geeft ons de mogelijkheid om met de auto dichtbij de boot te komen zodat we gemakkelijk spullen kunnen overdragen. Vandaag waait het echter ontzettend hard. Het blijkt lastig: ik moet de boot met alle beschikbare lijnen aan de steiger vastmaken en de spullen dreigen uit de aanhanger te waaien. Dit lijkt misschien overdreven maar de spullen die op het terrein van het naastgelegen bedrijf gestald lagen zijn over het gehele terrein gewaaid en blijven achter de hekken liggen. Daarom brengen we onze spullen zo snel mogelijk naar binnen in de boot zodat het niet meer kan wegwaaien.

Als ik de auto met aanhanger heb weggebracht naar de loods kom ik met een van de vouwfietsen terug. Die zet ik ook aan boord en zo varen we vervolgens terug naar onze vaste ligplaats bij oom Ab. Eigenlijk was het mijn bedoeling om nog een stuk te gaan proefvaren maar het is inmiddels tien voor negen geworden en het begint reeds te schemeren. Afgezien van dit kleine stukje hebben we niet met de boot gevaren sinds alle werkzaamheden, dus een beetje spannend is het wel of alles gereed is voor de reis.

Wat onze bestemming is weet ik nog niet, maar in ieder geval wil ik op "ongevaarlijk" water blijven zodat we niet extra in de problemen komen als er toch ergens een mankement opduikt. Dat beperkt onze mogelijkheden tot voornamelijk de noordelijke drie provinciën. Omdat in Assen de blauwe as is aangelegd, waarmee de historische vaarroute door de binnenstad is hersteld, wil ik eerst naar Assen varen. Daarna zien we wel verder.

We blijven op de boot slapen op de vaste ligplaats. Morgen kunnen we vertrekken.

Dinsdag 13 augustus: Dieverbrug - Assen

Terwijl ik bezig ben de boot klaar te maken voor vertrek komt een buurman even een praatje maken. Hij verteld dat hij 65 jaar heeft gezeild en nu voor het eerst met een motorboot op pad is. Dat valt hem tegen kennelijk want hij merkt op: "sluisje in, sluisje uit". Hij vertelt dat hij met de zeilboot slechts 1 keer iets geks heeft meegemaakt. Dat was op het Duitse wad: hij werd midden in de nacht genaderd door twee schepen zonder verlichting en zonder AIS. Daarop meldt hij aan de Duitse kustwacht wat er gebeurt. Binnen een half uur hangt er een helikopter boven hen in de lucht. Het loopt allemaal verder goed af. Maar als hij enige tijd later op Vlieland aankomt wordt hij door de Nederlandse kustwacht "eruit gepikt". Het blijkt dat de kustwacht hem even wilde doorgeven dat het om een drugstransport ging en dat de daders gepakt waren. Ik vind het een spannend verhaal!

Volgens Sue-Ann zal de sluis eerst vanaf de andere kant de boten schutten omdat het water in de sluis op dat niveau staat. Als we echter voor de sluis op de wachtplaats aanleggen zien we de sluiswachter aanstalten maken om de sluis leeg te laten lopen, zonder schepen. Even later mogen wij binnenvaren gevolg door nog een ander, groot. jacht. De schipper van dat jacht wil graag helpen met de sluis, maar op een of andere manier lukt hem dat niet. Zijn vrouw geeft dat door aan de sluiswachter die het kennelijk niet verstaat en hetzelfde antwoord geeft als de sluiswachter eerder: rustig blijven, het komt allemaal goed.

Ook bij de volgende sluizen helpt dezelfde man de sluiswachter weer. Als de sluiswachter hem bedankt antwoordt hij: "Ik ben het wel gewend want ik kom net uit Frankrijk. Daar hebben we 450 sluizen gehad."

Net voor de middagpauze komen we aan in Smilde. Hier zijn een aantal nette aanlegplaatsen dus we maken hier even vast en benutten de middagpauze om wat proviand in te slaan. Samen met een ander jacht vervolgen we onze weg om een uur in de richting van Assen.

Rond twee uur komen we aan op de plek waar de oude vaart zich afsplitst van de veel recentere bypass om Assen. We kiezen er hier natuurlijk voor om de oude vaart te vervolgen tot in het centrum, maar eerst moeten we een kwartiertje wachten op de brugwachter. De brugwachter rijdt op de fiets met ons mee naar de volgende bruggen en bij de laatste brug zegt hij dat we door kunnen varen naar het einde van de vaart en dat we daar kunnen keren. Dus dat doen we. Voor ons nieuw is het pannenkoekenschip dat aan de kop van de vaart ligt afgemeerd. Het is een omgebouwde klipper uit 1906 van 42 meter lang. Direct ervoor kun je water tanken en vuilwater laten afzuigen, maar direct daarna is een mooi stukje kade waar wij kunnen liggen. Er staat een stroompaal pal naast de boot en we hebben de ligplaats die het dichtst bij het havenkantoor ligt. Dat is belangrijk want alle voorzieningen zijn ook daar ondergebracht. In hetzelfde gebouw is ook het theater en de bioscoop gehuisvest dus we hebben alles onder handbereik.

We willen een dagje in Assen blijven dus we betalen gelijk voor 2 nachten. We eten op de boot en gaan daarna naar de bioscoop om de film 'Yesterday' te bekijken, een fantasieverhaal over de muziek van de Beatles. Ik wilde de film al langer zien maar bij veel bioscopen draait 'ie niet of niet meer. Nu is dus mijn kans.