Friday, August 11, 2017

Woensdag 9 augustus

Doel voor vandaag is de passantenhaven in Vreeswijk, net ten noorden van Vianen. Daarvoor moeten we de Nederrijn verder af varen. Op dit traject zitten daar nog 2 stuwen/sluizen in en we moeten daarna nog via de Koninginnesluis naar Vreeswijk.

Ik zie nu pas een whatsapp bericht  van oom Ab, dat hij al gisteren verstuurde. Hij informeert of alle systemen nog goed werken, waarop ik enthousiast reageer dat dat het geval is. Met name de wijzigingen aan de hydraulische roerinrichting hebben nog geen enkel probleem gegeven.

Even een zijstapje: ik had een aantal jaren terug al een hydraulic cilinder op het roer gebouwd, aangestuurd door een 12V hydraulicpomp. Met een afstandsbediening met een schakelaar kan ik dan de boot naar links of rechts sturen. De 12V pomp heeft echter veel teveel opbrengst en daarom heb ik die 'afgeknepen' door PWM. De afgelopen jaren is het echter meermalen voorgekomen dat het roer op een onhandig moment om onduidelijke reden niet reageerde, alsof ie niet voldoende kracht heeft. Dit jaar heb ik de 12V pomp vervangen door een 230V die oom Ab nog had liggen. Verder is er in de aansturing het een en ander gewijzigd waardoor ik, als de elektronica uitvalt, onmiddellijk met de helmstok verder kan varen. In de oude situatie moest ik in zo'n geval de hydrauliccilinder demonteren. Dat kan supersnel, binnen een minuut, maar in een ongunstige situatie kan dat nog veel te lang zijn. Voor deze situaties heb ik nu ook een noodstopknop aangebracht, waarmee alles in een keer kan worden uitgeschakeld.

Omdat de zuigerstang het volume aan een kant van de zuiger erg beperkt beweegt de zuiger veel sneller wanneer die zijde wordt volgepompt met olie. Normaal hebben boten speciale hydrauliccilinders waar de zuigerstang dwars door de zuiger doorloopt naar de andere kant van de cilinder en daar uitsteekt. Daardoor hebben die het probleem niet dat ik wel heb: de ene kant op gaat veel sneller dan de andere kant op. Om dat te compenseren heb ik voor de hydraulicpomp een frequentieregelaar geplaatst die, wanneer de ene kant opgestuurd wordt, de pomp aanstuurt met de gebruikelijke 50Hz, en wanneer de andere kant opgestuurd wordt met 82Hz. Deze frequentieregelaar wordt door de besturingselektronica aangestuurd via RS485 (een soort pre-historische CANbus).

Tien minuten nadat ik enthousiast oom Ab heb beantwoord dat alles nog steeds goed werkt blijkt als we willen gaan varen dat het niet meer werkt. De exacte oorzaak is niet helemaal duidelijk, maar in ieder geval werkt de RS485 communicatie tussen de besturingsprint en de frequentieregelaar niet meer. Zul je net zien...

Voor nu los ik het op door de pomp buiten de frequentieregelaar om direct op de omvormer aan te sluiten. Ik had daar al een voorziening voor aangebracht, voor het geval dit zich zou voordoen. Nu kunnen we weer gewoon met de afstandsbediening sturen, maar gaat het stuur de ene kant op veel sneller dan de andere kant op. Echter merk ik bij het varen niet echt veel verschil.

Door deze problemen vertrekken we later dan gepland: om tien voor half elf. Als we twintig minuten onderweg zijn reageert het roer ineens helemaal niet meer. Vanuit de kajuit hoor ik roepen dat de TV is uitgevallen. Meteen neem ik gas terug en ik druk snel de noodstopknop in en plaats de helmstok. Vervolgens neemt Sue-Ann het roer over terwijl ik op onderzoek ga. Een omvormer die ik dit jaar voor het eerst gebruik is in storing gevallen. Om de 230V motor aan te sturen wilde ik een omvormer met flink vermogen, vandaar een nieuw exemplaar van 3kW.

Ik reset de omvormer, haal de noodstop weer terug en alles werkt weer als normaal. Het probleem heeft zich de rest van de dag niet meer voorgedaan.

Rond half twaalf komen we bij de eerste sluis voor vandaag: sluis Amerongen. Hier tref ik dezelfde situatie als gisteren: deuren open en rood licht. Deze keer echter vaart er een groot vrachtschip achter ons, op enige afstand. Via de marifoon leg ik contact met de sluiswachter: moet ik wachten tot het vrachtschip naar binnen is? Meteen springen de lichten op groen en hij antwoord vriendelijk: "ik wist niet of u marifoon had, maar u kunt wel binnenvaren. Vaar maar helemaal door naar voren. Er komt nog iemand achter jullie aan." Uit dat laatste meen ik op te maken dat er achter het door mij al gemelde vrachtschip nog een schip vaart, maar als het vrachtschip in de sluis ligt gaan de deuren meteen dicht en worden we geschut. Om twaalf uur zijn we alweer onder weg, met het vrachtschip in ons kielzog.

Sue-Ann is met de lunch in de weer als we even later bij het Amsterdam Rijnkanaal aankomen, het vrachtschip nog steeds achter ons. Ik heb echter via de marifoon al begrepen dat hij de sluis in gaat, dus ik weet dat hij ons niet verder zal volgen. Alleen nu nog even het kanaal veilig zien oversteken. Ik had via de marifoon de verkeerspost kunnen vragen, maar dat vond ik toch te "eng". Dus voorzichtig, staand op de bank, probeer ik over de dijk te kijken of er verkeer van links of rechts komt. Aan beide zijden zijn echter sluizen en in het stuk daartussen is geen enkel schip te bekennen. We kunnen dus gemakkelijk veilig oversteken.

Om twee uur komen we aan bij sluis Hagestein. Deze keer zijn de deuren dicht. Via de marifoon vraag ik om geschut te worden. Meteen krijg ik als antwoord dat hij de sluis zal klaarmaken. Meteen daar achteraan komt er een oproep van een jacht aan de andere kant. Hij wil mee naar boven, dus moeten we even wachten tot het jacht goed en wel in de sluis is gearriveerd en vervolgens is geschut. Ondertussen probeer ik met Justin te oefenen hoe een touw aan een bolder of kikker vast te maken. We hebben toch niets beters te doen. Als hij op het eind zelf vind dat hij het goed gedaan heeft zet ik de motor in de vooruit en geef gas. De knoop houdt dus was in ieder geval goed genoeg.

Om kwart voor drie komen we de sluis weer uit en een kwartiertje later zijn we bij de Koninginnensluis. De wachtsteiger ligt helemaal vol en een ander jacht ligt al te dobberen. Ik sluit me er bij aan, maar door de wind worden we voortdurend omgedraaid en weggeblazen dus ik ben eigenlijk continu aan het prutsen om een beetje op een veilige plek te blijven. Na een kwartier kunnen we met zijn allen naar binnen. Deze sluis is nogal een rare sluis: de wanden lopen schuin omhoog. Er zijn ook geen verhaalpotten, alleen een touw dat langs de muur hangt. De sluis is overigens van eind negentiende eeuw, misschien dat mensen toen nog anders dachten.

We kunnen in elk geval allemaal gemakkelijk in de sluis. Terwijl we wachten komt er een eend met twee kuikentjes in het kielzog voorbij zwemmen. Ik roep Justin even, zodat hij nog wat oud brood aan de beestjes kan voeren. Hij vind de kuikens zo schattig dat hij er een wil meenemen. Dat zullen we maar niet doen.

Als we een half uur later de sluis weer uitvaren zijn we al heel dicht bij de haven. We hebben, om Justin voor te bereiden op tegenslagen, gezegd dat we pas om zes uur aankomen. Als we echter aanleggen in de passantenhaven van Vreeswijk is het pas half vier. Op het dek roept Justin verontwaardigd: "we zouden toch tot zes uur varen? Het is nog geen zes uur." Ik zeg: "oh, dan gaan we nog een stukje verder", vermoedend dat Justin dat helemaal niet fijn zou vinden. Maar ik krijg daarop niet de reactie die ik verwachtte. Hij blijft verontwaardigd dat we hem verkeerd hebben ingelicht.

Als Sue-Ann bij de havenmeester wil afrekenen blijkt dat ze onvoldoende cash bij zich heeft en dat er niet gepind kan worden. Daarop gaat ze met de fiets van de havenmeester (een mevrouw) naar een winkeltje waar ze zou moeten kunnen pinnen. Het lukt echter niet en als ze later terugkomt vraagt ze mij om de rol met munten aan te geven. Voor automaten voor stroom en douches en voor bruggeld heeft Sue-Ann voor vertrek een rol 50-cent munten en een rol 1-euro munten gehaald bij de bank. Een van die rollen wil ze nu aan de havenmeester geven als betaling. Ik vind het onverstandig, maar ze is een beetje chagrijnig  geworden van al het gedoe en houdt voet bij stuk. Dus ik geef haar maar die rol.

Als ze wat later weer terug is bij de boot vertelt ze dat we de rol later terug kunnen krijgen in ruil voor briefgeld. De havenmeesters bewaren het voor ons.

Vanavond komt mijn broer en de vader van Justin ons ophalen om ons naar huis te brengen voor de afspraken van de komende dagen. Om op tijd daarvoor klaar te zijn besluiten we vroeg te gaan eten. Het is pas een uur of vijf. Langs het water in Vreeswijk zit een pannenkoekenhuis. Nu hadden Justin en ik gisteren al pannenkoeken gegeten, maar nog een keer is voor ons geen probleem. Sue is er niet zo dol op maar stemt toch in. Dus lopen we langs het water naar het pannenkoekenhuis.

Daar aangekomen krijgen we een plaats bij het raam aangewezen, maar we willen liever buiten zitten. Dat kan ook, ook al lijkt het dat de uitbaatster dat merkwaardig vindt.

Het terras is aan de andere kant van de weg, langs het water. Echter staan er ook een aantal banken met kussens langs de gevel van het restaurant. Terwijl we wachten op ons eten besluit Justin dat het daar beter toeven is, dus hij gaat daar zitten en schreeuwt naar ons alle voordelen om daar te zitten. Als de serveerster met de borden naar ons toekomt komt 'ie toch weer snel naar ons toegerend.

Voor het eten van pannenkoeken heeft hij ook een speciale techniek uitgevonden: hij rolt de pannenkoek op, snijdt er een stukje vanaf en rolt dat stukje vervolgens weer af en slurpt het als een spaghettisliert naar binnen.

Na het eten halen Justin en ik een ijsje bij de ijssalon aan de overkant van het water. Sue-Ann gaat meteen terug naar de boot. Zij loopt aan dezelfde kant van het water waar we op de heenweg ook liepen, terwijl Justin en ik aan de andere kant terug lopen. We zijn daardoor eerder bij de boot terug dan Sue-Ann.

Justin is nu meer dan een week achtereen bij ons geweest. Als we de auto van zijn vader de straat zien inrijden rent Justin de weg op, maakt de deur open en vliegt zijn vader om de hals, nog voordat die de auto heeft kunnen parkeren. En hij had hem niet gemist...

No comments:

Post a Comment