We willen vandaag voor we vertrekken de boekenmarkt even bezoeken en wat boodschappen doen. Het blijkt echter dat we de haven voor 12:00 moeten verlaten of moeten bijbetalen, waarop we besluiten om de hele dag maar in Deventer te blijven.
We fietsen een stukje langs de IJssel om bij het "begin" van de boekenmarkt te komen. Justin zit bij mij achterop en klaagt over het gebrek aan comfort. Sue-Ann heeft het wereldrecord langzaam fietsen in handen en dus wachten we (Justin en ik) bij het begin van de boekenmarkt tot ook Sue-Ann is gearriveerd.
Met z'n drieën lopen we even later over Europa's grootste boekenmarkt. Het is warm en zonnig en na enige tijd besluiten we om bij een restaurant wat te gaan lunchen. Er is gelukkig een plaatsje voor ons vrij dus we gaan zitten, bestellen onze drankjes en vragen om de kaart. "Vandaag verkopen we alleen koffie met appeltaart en tosti's" krijgen we als antwoord. En ze hebben ook al geen Chocomel. Daarop besluiten we onze drankjes maar op te drinken en verder te gaan.
We zwerven zo wat door de stad tot we ergens een lunchroom tegenkomen waar we ons geluk opnieuw proberen. Zowaar kunnen we meer kopen dan alleen tosti's en ze hebben ook nog Chocomel zelfs.
Behalve een man van middelbare leeftijd werken er ook nog een aantal jonge vrouwen waarvan ik schat dat ze tussen de 20 en 30 jaar oud zijn. Als een van hen bij ons wat komt brengen zegt Justin: "Zo! Die ga ik fixen!" De opmerking komt voor mij totaal onverwacht en als ik de serveerster aankijk heeft ze een grote glimlach op haar gezicht. Als ze weg is vraagt Justin zich af: "heeft ze mij gehoord denk je?" Ik zeg: "ik denk het wel."
We hebben er verder prima gegeten en gedronken. We vervolgen onze zwerftocht en komen bij een Scapino winkel. Omdat ik nieuwe schoenen nodig heb gaan we naar binnen, maar ik slaag er niet in om schoenen naar mijn wens te vinden. Sue-Ann slaagt wel iets beter en vind een shirt en broek voor Justin. Hij is er erg blij mee. Daarna komt hij mij op zoeken, terwijl ik nog op zoek ben naar schoenen. "Sue-Ann wil weg!" zegt 'ie tegen mij. Even later arriveert ook Sue-Ann op de afdeling met herenschoenen en als ik het haar vraag antwoordt ze ontkennend. Ik denk dat Justin niet zoveel zin meer had en weg wilde.
Als we wat later onze tocht vervolgen begint het te regenen. Sue-Ann heeft het koud en wil graag terug naar de Scapino om een goedkoop kledingstuk te kopen voor enige bescherming. Dus we doen dat. Daarna vind ik een standje met een aantal zeer interessante boeken. Ik weet me te beheersen en laat ze uiteindelijk toch liggen maar heb daar achteraf wel spijt van. Terwijl ik daar aan het rondstruinen ben komt Justin in zijn eentje opgewonden naar me toe. "We moeten terug naar Scapino, ik heb mijn zonnebril daar laten liggen!" Ok, we gaan voor de derde keer naar Scapino. In het pashokje waar hij de bril zou hebben laten liggen ligt 'ie niet meer. We vragen het een verkoper achter de kassa, die vervolgens zijn collega's nog navraagt, maar de bril is niet gevonden. Ik schrijf mijn naam en telefoonnummer op een papiertje en ze beloven dat als ze de bril toch vinden ze ons zullen bellen.
Samen zoeken we Sue-Ann weer op en met zijn drieën wandelen we vervolgens langs de IJssel over de markt terug naar het beginpunt, waar onze fietsen staan. We moeten nog naar de Zeeman, die buiten het winkelgebied in een andere wijk zit, dus met zijn drieën fietsen we er naar toe. Eenmaal daar aangekomen blijkt deze gesloten, tot grote ergernis van vooral Justin die de tocht op de bagagedrager heeft moeten doorbrengen en nu zonder resultaat dezelfde weg terug moet ondergaan. Ik geef hem de keuze: je mag ook gaan lopen. "Ik weet de weg niet" antwoordt hij. Ik zeg: "heel simpel: je loopt deze weg helemaal uit tot het einde en dan ben je bij de rivier. Dan blijf je langs de rivier lopen tot je bij de haven bent." Maar hij verkiest toch maar de bagagedrager.
Als we terug zijn op de boot rusten we even uit met wat drinken. Daarna wil ik naar de Karwei gaan om wat spullen te kopen en nodig Justin uit om mee te gaan. Omdat Sue niet mee zal gaan kan hij op die fiets fietsen en hoeft hij dus niet op de bagagedrager. Maar hij wil niet mee. Vervolgens roep ik dat ik een ijsje ga kopen en hup: hij wil weer wel mee.
Bij de kassa van de karwei staat vaak een diepvries met ijsjes. Dat was bij de Karwei in Deventer ook wel zo, maar deze was nagenoeg leeg; er lagen alleen nog een paar bedenkelijke waterijsjes in. Dat maar niet. Dus op aandringen van Justin doen we een winkelcentrum(pje) aan. Er is een Kwalitaria maar deze verkoopt geen schepijs en volgens Justin lust hij geen softijs. Dus we bezoeken de Dirk in hetzelfde winkelcentrum en kopen daar een doos met ijsjes. Vervolgens fietsen we weer tien minuten terug naar de boot om aldaar onze aanwinst te nuttigen.
Er zitten vier ijsjes in de doos en we zijn met zijn drieën. Dus nadat hij zijn ijsje op heeft vraagt Justin zich af wat er met dat vierde ijsje moet gebeuren. Ik antwoord: "dat gooien we gewoon weg." Ik weet natuurlijk waar hij op uit is, maar ik hou me van de domme. "Dat is toch zonde!" roept hij enigszins verontwaardigd. "Dan eet ik hem wel op" antwoord ik. Dat was ook niet het antwoord waar hij op zat te wachten. Na enig gedoe stemt hij er mee in dat Sue het laatste ijsje mag hebben. Ze heeft haar ijsje geprobeerd te nuttigen tijdens het voeren van een lang telefoongesprek en dat is niet helemaal geslaagd zullen we maar zeggen. Dus voor haar is de herkansing.
Vervolgens rijst natuurlijk de vraag: "wat eten we voor avondeten?" Om hem te plagen zeggen Sue en ik dat we vandaag geen avondeten eten. De buren in de boot naast ons vangen ons gesprek op en de buurvrouw doet ook nog een duit in het zakje. Even later komt de buurman met een zak vol snacks en patat langs lopen. Terwijl zij hun eten nuttigen zit Justin als een schooiend hondje toe te kijken. "Smaakt het" informeert hij. De buurvrouw doet uitgebreid verslag van de geweldige kwaliteiten van haar voedsel, om Justin nog wat meer te plagen.
Er ligt in de haven van Deventer ook een mooie ark waarop een restaurant is ondergebracht. We willen daar gaan eten, maar als we daar aankomen blijkt dat we hadden moeten reserveren. Maar we kunnen toch nog een plekje krijgen. De uitbaatster van het restaurant is ook de havenmeester. Als we op ons plekje zijn neergestreken blijkt het menu niet helemaal onze smaak: mosselen of vis of nog wat andere wazige dingen. Sue is niet moeilijk met eten, maar Justin is het wel met mij eens. Daarop besluiten we om terug te gaan naar de boot en wat eten te bestellen bij thuisbezorgd. Justin is maar wat graag bereid om de bestelling bij het hek van de haven in ontvangst te nemen.
Na het eten zwemmen er twee eenden naast de boot. Ik gooi wat patat in het water dat ze vervolgens enthousiast opeten. Dat blijkt het begin van een soort sneeuwbaleffect: er komen meer eenden, meerkoeten, vervolgens ganzen en tenslotte zwanen. Met z'n allen strijden ze voor het voedsel, hetgeen nogal wat drukte oplevert. Als we geen patat meer te vergeven hebben schakelen we over op resten brood. Als dat even later ook op is komt een Duitse buurvrouw nog wat extra brood brengen. Verlegen maar goedwillend biedt ze het ons aan. Justin vind het geen probleem om ook dat nog even aan de dieren te voeren. Het is erg leuk om te zien.
No comments:
Post a Comment