Friday, August 20, 2021

Zaterdag 14 augustus: Elburg - Huizen

Vandaag varen we over de randmeren van Elburg naar Huizen. Tot aan de Nijkerkersluis is het gewoon een kwestie van gestaag door varen. Als we bij de Nijkerkersluis aankomen horen we een mevrouw door een speaker schreeuwen. Omdat we een tijd moeten wachten wordt ons de werkwijze duidelijk: ze (de sluiswachter) roept door de speaker instructies tegen de schepen die invaren om aan te geven waar ze moeten gaan liggen. 

Voor het wachten maak ik even vast aan een steiger die eigenlijk alleen voor beroepsvaart is bedoeld. Een schip met naam 'Mister π' komt bij ons langszij liggen. Het zijn Duitsers en zijn gelijk met ons uit dezelfde haven in Elburg vertrokken. De man bekijkt onze boot en vraagt aan Sue-Ann 'selbst?' 'Ja zeldzaam' antwoordt Sue-Ann. De man laat verdere communicatie met ons maar achterwege. 

De 'Mister π' vaart daarna als eerste de sluis in. 'Mister: stuurboordzijde!' blaft de mevrouw door de speaker. Ik vraag me af of de Duitse schipper dat verstaat maar hij gaat wel aan de stuurboordkant liggen. Wij varen er achteraan en wachten vol verwachting af hoe ze onze boot zal noemen maar het blijft stil. Uiteraard gaan wij aan de bakboordkant liggen naast de 'Mister π'. De schepen achter ons worden wel weer toegeschreeuwd:



Ik heb de marifoon op het betreffende kanaal van de sluis afgestemd en hoor hoe en vrachtschip contact legt met de sluiswachter. Net als wij even daarvoor heeft ook nu weer een jacht vastgemaakt aan het steigertje voor beroepsvaart. We horen hoe de sluiswachter aan de schipper uitlegt dat het uitzonderlijk druk is en dat hij een poosje moet wachten. Vervolgens vraagt ze of ze het jacht bij de steiger weg moet sturen maar de schipper geeft aan dat hij wel blijft dobberen want de wind staat gunstig voor hem. Meteen daarna horen we kennelijk de schipper van het jacht aan de betreffende steiger vragen of hij weg moet. Hij krijgt netjes als antwoord van de sluiswachter dat hij mag blijven liggen. 

Na het passeren van de sluis moeten we weer een stuk over de randmeren totdat we bakboord uit gaan de haven van Huizen in. Het is nog een verrassend stukje varen voordat je bij de gemeentehaven aan komt. Daar maken we vast aan de meldsteiger en bellen de havenmeester. De blijkt zo ongeveer voor ons te liggen met een havenbootje en wijst ons een mooie plek langs de kade tussen twee andere veel grotere jachten in.


Eenmaal aangemeerd en aangesloten op de walstroom wandelen we naar een supermarkt voor proviand. Na het eten brengen we een kort bezoekje aan iemand die ik heb leren kennen via de Schottel club en die op zijn Schottel woont in de haven van Huizen. Terug wandelend naar onze boot raken we in gesprek met een man die vertelt dat hij op een 15 meter lang jacht woont in de haven en dat dat een veel goedkopere manier van wonen is dan in een huis aan de wal zonder aan comfort te moeten inleveren. 

We willen eigenlijk morgen in Huizen blijven liggen en overmorgen naar Weesp varen. Daarvoor moeten we over het Gooimeer en het Markermeer naar Muiden. De weersverwachting voor maandag is echter bijzonder slecht en ik heb geen zin om in die omstandigheden over dat grote water te varen. Daarom besluiten we toch om zondag te varen en maandag te blijven waar we dan zijn. 

Sunday, August 15, 2021

Vrijdag 13 augustus: Zwolle - Elburg

 Vertrekken met de boot op vrijdag de 13e: dat moet wel mis gaan.

We vertrekken om negen uur. Het is in tegenstelling tot gistermiddag ontzettend rustig op het water: we zijn alleen. Het water is zo glad als een spiegel. Heerlijk!

De fietsen die we gisteren in de kuip hadden gezet om zonder opening door de brug te kunnen hebben we later weer teruggelegd op het voordek dus vandaag moet de brug wel voor ons open. Dat kan ook gewoon want hij wordt gewoon bediend. We moeten wel een poosje wachten maar als je te lui bent om de fietsen opnieuw in de kuip te zetten moet je dat er maar voor over hebben.

Wanneer we aanleggen bij de wachtsteiger voor de Spooldersluis hebben we nog steeds niemand op het water gezien. Echter tegen de tijd dat we in de sluis liggen komt er in de verte nog een jacht aan. De sluismeester wacht met schutten tot ook die binnen is. 

Dan varen we iets later de IJssel op. We hebben stroom mee en daarmee varen we zo'n 3 a 4 kilometer per uur sneller dan op stilstaand water. Het is rustig maar toch komen we wel wat andere pleziervaart tegen. Pas wanneer we de afslag naar het Reevediep maken zien we achter ons het eerste vrachtschip opdoemen. 

Na het schutten in de Scheeresluis varen we het Reevediep af. Daarna komen we op het Drontermeer waar we een tijdje moeten wachten voor de Reevesluis. Daarna varen we door tot Elburg. We hebben bij Jachtcenter Elburg een plekje gereserveerd en dat blijkt een mooi plekje waar we heel gemakkelijk op- en af kunnen stappen. De havenmeester staat ons al op te wachten en helpt bij het achteruit invaren van de box. 

Na het aanleggen wandelen we naar het centrum waar het erg druk is. Sue-Ann doet wat boodschappen en de rest van de dag blijven we op de boot.

Ergens in Elburg lees ik op een bordje dat toen de zuiderzee er nog was de ingang van de haven veel verder weg lag dan nu. Die ingang wordt 'kop van 't ende' genoemd en ligt nu in Flevoland en is recentelijk opgeknapt. Kennelijk heeft men destijds dwars door de dijk heen gebaggerd.





Zomervakantie '21: Donderdag 12 augustus

Het is een beetje een rare vakantie dit jaar. Vanwege slecht weer en andere bezigheden vertrekken we pas vandaag. De afgelopen dagen heb ik de boot in gereedheid gebracht. Dit jaar zijn er geen wijzigingen, alleen is alles schoongemaakt en opgeruimd. 

Natuurlijk moet er nog van alles naar de boot gebracht worden voordat we kunnen vertrekken en daarom sta ik voor vakantiebegrippen vroeg op. We hebben 3 opstappers die vandaag mee gaan: een jongen van 11, een meisje van 7 en nog een jongetje van 4. Het zijn neefjes en nichtje van Sue-Ann en wonen in Zwolle. Omdat we vandaag Zwolle als bestemming kiezen kunnen zij meevaren.

Iets voor half negen maken we de touwen los en varen een klein stukje naar van Wijk Jachthaven om diesel te tanken. Terwijl ik nog bezig ben om de boot achteruit richting de helling te manoeuvreren komt er al iemand zeggen dat Bouwe niet aanwezig is en hij de sleutels van de pomp bij zich heeft.  Of we een half uurtje willen wachten. Welnu, de tank is erg leeg dus we hebben niet veel keus. 

Slechts enkele minuten later komt Bouwe aanlopen. "Liggen jullie hier al lang te wachten?" vraagt hij. "Ja, al 3 uur" antwoordt ik. Tijdens het tanken maken we een praatje: hij heeft net als ik een boot erbij gekocht: hij een 15 meter lang houten jacht en ik een 12 meter lange Schottel. Al kletsend lopen we even later naar het kantoortje om af te rekenen en hij zegt: "ik durf het bijna niet hardop te zeggen." Ik blijk in totaal 315 liter diesel getankt te hebben ter waarde van ruim 500 euro.

Dan kan nu de echte reis beginnen. Doel is een haven in Werkendam, welke weet ik nog niet precies. Maar voor vandaag proberen we tot Zwolle te komen. 

Het eerste stukje over de Linde tot aan de driewegsluis komen we geen andere varende schepen tegen. Ook bij de driewegsluis is het helemaal leeg dus we leggen aan aan de wachtsteiger helemaal vooraan. Al snel volgen er een verzameling andere boten die kennelijk met elkaar samen de bruggen zijn gepasseerd. 

Terwijl we wachten bel ik oom Ab even. Hij is vandaag de boot van mevrouw Rook van Giethoorn naar Oldemarkt aan het varen. Ze heeft onlangs pech onderweg gekregen doordat de brandstoftank verstopt is geraakt met vervuiling als gevolg van bacteriegroei. Door middel van een noodoplossing met een jerrycan varen ze nu naar Oldemarkt om daar de dieseltank leeg te pompen en schoon te maken. Ik krijg als antwoord dat ze net op de hoek van de sloot naar Ossenzijl en de Linde zijn. We gaan ze dus zo tegenkomen.

Het schutten duurt hier altijd maar een ogenblik. Rond half elf varen we verder op de Linde. Al snel daarna komen we zoals verwacht de Sterna tegen. 



Even later komen we nog een bekend schip tegen, maar nu wel van iemand die ons niet kent: de VB002 van de "vloggende bestemming". Ook hen groeten we uitgebreid en Sue roept nog even "WE VOLGEN DE VLOG!" waarop Kees zijn hand in de lucht steekt als antwoord.

Daarna passeren we brug Ossenzijl en vrijwel meteen daarna de Hogewegsbrug. Ik heb ervoor gekozen om de snelste route naar Zwolle te nemen omdat dat alleen al 7 uur varen is. Voor ons is dat lang en voor de meevarende kinderen is dat nog erger. Daarom dus gekozen voor het relatief saaie kanaal Steenwijk-Ossenzijl in plaats van de veel boeiendere Kalenbergergracht. 



Kwart over twaalf varen we het kanaal Beukers-Steenwijk op. Eenmaal voorbij Steenwijk vind ik dit kanaal nog veel saaier dan het vorige. Het is wel erg druk op het kanaal, vooral met kleine bootjes zoals sloepen. 

Rond 10 voor 1 naderen we de brug Giethoorn-Noord. Deze is gesloten vanwege de middagpauze. Het schip waar wij al sinds Ossenzijl achteraan varen vaart heel langzaam af op de wachtsteiger waar al een ander bootje ligt te wachten. Dat bootje is niet netjes tot vooraan doorgevaren maar ligt zo'n beetje halverwege. Ik veronderstel dat het schip voor ons achter dat bootje wil gaan aanleggen omdat ze extreem stuurboord wal houden. Daarom besluit ik hen in te halen en zover mogelijk vooraan aan de wachtsteiger vast te maken. Kennelijk was de ruimte achter het reeds wachtende bootje te kort voor het andere schip want dat probeert even later tussen ons en dat andere bootje aan te leggen. Om een of andere reden lukt dat niet maar dan springt het licht op rood/groen en kunnen we iets later door de brug. 

Zo tuffen we vrolijk verder tot aan de sluis Beukers. Daar aangekomen is net een aantal boten bezig de sluis in te varen, maar het zijn er zoveel dat er nog een heleboel niet mee kunnen en dus moeten we wachten. Een uur later (!) kunnen we aansluiten bij de rij voor ons maar net voor ons is er geen plaats meer. We moeten dus nog een keer wachten. In ieder geval weten we nu wel zeker dat we met de volgende schutting mee kunnen. Rond half vier kunnen we onze reis vervolgen in de richting van Zwartsluis. Daarna volgt het Zwarte Water totdat we rond kwart over vijf aankomen bij de Holtenbroekerbrug. Dit is een lage brug en wordt tot zes uur niet bediend, waarschijnlijk vanwege spitsuur op de weg. Er ligt een ander jacht voor de brug te wachten aan het remmingwerk en van hen hoor ik dat de doorvaarthoogte van deze brug 2 meter en 10 centimeter is. In principe moeten wij daar wel onderdoor kunnen maar de fietsen op het voordek en de parasolvoet op het dak van de kajuit maken de boot hoger dan dat. Om niet drie kwartier te moeten wachten kies ik ervoor om de fietsen naar de kuip te verplaatsen en de parasolvoet op het voordek te zetten. Net wanneer ik voor de derde keer door het gangboord naar voren loop stap ik verkeerd en kom ten val. Gelukkig heb ik met 1 hand de reling beet en kan daarmee een nat pak voorkomen. Daarna doe ik natuurlijk of er niets gebeurt is maar zie vanuit mijn ooghoek de mensen in het wachtende jacht lachen. 

Net als we de brug willen passseren komt een veel te snel varend bootje onder de brug vandaan met bijpassende hekgolf. Daardoor is het even spannend of het goed gaat maar uiteindelijk lukt het zonder echte kleerscheuren de brug te passeren. 

We willen overnachten bij het maagjesbolwerk. Het blijk daar echter druk bezet te zijn maar we vinden uiteindelijk toch een plekje. Via aanuit.net betalen we het liggeld en de elektra. Daarna is het wachten tot de moeder van onze drie passagiers haar kroost komt ophalen. Na wat boodschappen, eten en het kijken van een serie op Netflix kruipt Sue-Ann vroeg in bed. Ik blijf nog een poosje in de kuip lezen totdat er druppels uit de lucht vallen. Ik verbaas mij erover dat nog tot zeker tien uur er druk gevaren wordt op de gracht. Een SUPper valt naast ons van zijn board tot groot vermaak van de omstanders.


Sunday, August 23, 2020

Vrijdag 21 augustus: Gouda - Woubrugge

Volgens het weerbericht van gisteren zou het vandaag 's morgens regenen en 's middags mooi weer zijn. Daarom slapen we uit maar als we rond een uur of tien wakker worden blijkt de hemel strak blauw te zijn. 

De bestemming voor vandaag is Woubrugge waar de boot de komende weken blijft liggen. We moeten eerst weer door de Pottersbrug en daarna meteen door de Rabatbrug. Aangekomen bij die Pottersbrug is er geen brugwachter te zien, evenmin als een knop om bediening aan te vragen. We bellen het nummer dat op het bord op de brug staat, maar daar krijgen we voicemail. "Wat nu?" vraagt Sue-Ann zich af. "Gewoon afwachten'" antwoord ik. En even later komt er inderdaad een vrouw op een fiets om voor ons de brug open te maken. Maar omdat we dus ook meteen door die Rabatbrug moeten geven we dat aan. Ze legt uit dat we even moeten wachten op een boot die vanaf de andere kant moet komen. Aan de andere kant ligt een sluis waar wij dus ook doorheen moeten.

Even later gebaard ze ons dat we door de brug kunnen, ook al is het licht nog rood en de brug nog dicht. Maar we maken los en inderdaad gaat meteen de brug voor ons open. Uit de sluis komt een andere boot die dus aansluitend achter ons door de Rabatbrug gaat en wij kunnen meteen de sluis in. Heel efficient!

Na het schutten moeten we nog door de Steve Bikobrug en dan zijn we voor vandaag alleen nog afhankelijk van de spoorbrug in Gouwsluis (bij de hefbrug in de buurt). Maar zover zijn we nog niet. Eerst komen we op de Gouwe, waar we al snel ingehaald worden door twee plezierboten die grote hekgolven maken. Ze hebben kennelijk haast en moeten ons voorbij. Prima. Een stukje verderop komen we echter bij de hefbrug in Waddinxveen en daar kunnen zij niet onderdoor zonder opening en wij wel. Dus je kunt je afvragen hoe nuttig het allemaal is om haast te hebben.

We varen lekker door en zien de twee andere boten niet meer terug. In Boskoop vaart een containerschip in de richting van Alphen met achter zich aan een stuk of tien plezierboten. Met ons gewone tempo kunnen we ze precies bijhouden. En zo varen we door tot de containerterminal in Alphen. Daar moet het containerschip naar binnen en daarvoor wordt een stoplicht op dubbel rood gezet. Sommige mensen maken vast aan de steiger, terwijl anderen ervoor kiezen om te blijven dobberen. Wij sluiten maar aan bij de steiger, dat past nog precies.

Zo moeten we enige minuten wachten maar dan springt het stoplicht op groen en kunnen we weer verder varen...tot aan de spoorbrug enige tientallen meters verderop. Als ook die voor ons open is gegaan kunnen we onze weg vervolgen door het centrum van Alphen. Wij kunnen hier onder alle bruggen door, maar bij de Julianabrug komt een vrachtschip ons tegemoet waarvoor de brug open gaat. Omdat de opening van de brug aan onze kant van het vaarwater ligt liggen we dus in principe in de weg voor dat vrachtschip, maar dat gaat direct onder de brug door weer naar zijn stuurboordwal. Er achteraan komen nog twee zeilboten, waarvan de tweede wat verder weg is van het vrachtschip. Via de marifoon horen we de brugwachter omroepen dat als hij met de openingen door het centrum mee wil hij beter moet aansluiten. Het bericht wordt nog een keer herhaald maar vermoedelijk heeft de zeiler geen marifoon. Als het bootje onder de brug doorvaart wordt de boodschap opnieuw omgeroepen, nu via de luidsprekers aan de brug. Ik betwijfel of de schipper de boodschap heeft begrepen want hij lijkt niet te reageren op het bericht. 

Dan komt het moment om Sue-Ann af te zetten aan de wal zodat zij met de auto naar Woubrugge kan terwijl ik verder ga met de boot. Het plekje dat we daarvoor gewoonlijk gebruiken vind ze wat te ver van ons huis af dus vraagt ze om verder te varen om dichter bij huis te kunnen afstappen. Dat lukt echter niet want het hele stuk hoort bij de huizen  langs het water. Daarom wil ik haar afzetten bij een parkje iets verderop, maar daar zitten mensen en daar wil ze niet afstappen. Dus ik keer weer om om terug te gaan naar de plek waar ze vaker op- en afgestapt is, zet haar daar af en keer weer om.

Aangekomen bij de haven is het even puzzelen. Eigenlijk zijn er geen ligplaatsen beschikbaar maar we mogen langs een stuk kade liggen waar binnenkort gebouwd gaat worden. Achter de beschoeiing zak ik meteen tot mijn enkels in de grond. Ik probeer zo goed en kwaad als het gaat de boot vast te maken. Helaas is de beschoeiing (waarschijnlijk tijdelijk) in dermate conditie dat ik me zorgen maak of we hier wel veilig liggen. Er steken uit de beschoeiing allemaal draadeinden. Voor nu doen we het er maar mee.


Donderdag 20 augustus: Zwijndrecht - Gouda

In principe, als we zouden willen, kunnen we vandaag in een ruk doorvaren naar Woubrugge. maar ik kies ervoor om toch nog een nachtje langer op de boot te blijven en een tussenstop in Gouda te maken.

We slapen uit en wachten tot de regen is opgehouden. Maar voor de zekerheid trek ik wel mijn regenpak aan.

We moeten eerst het stukje over de Rietbaan in noordelijke richting varen om weer terug te komen op de Noord. Eenmaal op de Noord zien we in de verte bij IHC een enorme waterstraal dwars over het water spuiten. Het lijkt me logisch om daar niet dwars doorheen te varen, ook al moeten we daarvoor de stuurboordwal verlaten. Ik vaar er dus met een bochtje omheen, maar bij de straal aangekomen worden we ruw van koers veranderd door het water. Het water blijkt dus toch erg ruw hier. Gelukkig heb ik er wel rekening mee gehouden dat we hierdoor niet ineens voor een vrachtschip ofzo uitkomen, maar het is toch wel schrikken.

Dan komen we op de kruising van de Noord, de Oude Maas en de Lek en hier wil ik oversteken en de Bakkerskil opvaren. Als we hier doorheen zijn komen we op de Sliksloot, maar als snel blijkt dat we daar niet doorheen kunnen omdat er een werkschip dwars over het vaarwater ligt. Dus moeten we een stukje terug. Tussen de Bakkerskil en de Sliksloot kunnen we terug komen op de nieuwe Maas. Sue-Ann helemaal blij want nu kan ze de ark van Noach van dichtbij bekijken en fotograferen. 

Een stukje verder varen we dan Hollandse IJssel op. Gelukkig is het hier allemaal veel rustiger, ook al komt ook hier wel beroepsvaart. 

Als we in de buurt komen van de Julianasluizen blijven we nog even op de Hollandse IJssel en varen via de Mallegatsluis Gouda in. Hier hebben we veel geluk want we kunnen precies de sluis invaren als we er aankomen, samen met twee voorliggers.

Dit stukje door Gouda varen is echt fantastisch. Er is zoveel te zien... We kiezen ervoor om door de Pottersbrug te varen de Kattensingel op. Hier zijn behoorlijk wat ligplaatsen voor passanten. Samen met een bootje dat voor ons voer in de Mallegatsluis leggen we aan langs de steiger. Omdat het verlengsnoer voor de elektra wat te kort is keren we de boot om. Als ik dan vervolgens de walstroom wil aansluiten krijg ik de aansluiting niet "aan". Het lampje dat onderdeel uitmaakt van het knopje naast de aansluiting brandt niet en ik krijg het ook niet aan. Onze buren hebben hetzelfde al ervaren zo melden ze mij. Daarom ga ik maar eens op internet zoeken hoe dat moet werken hier. Even later komt de buurman zeggen: "je hebt stroom hoor!" Ik vraag wat nu het geheim was en hij verteld dat je eerst een knop die boven alle aansluitingen zit een keer moet indrukken en daarna de knop van de aansluiting die je wilt gebruiken. Dat lijkt onlogisch maar ik denk dat de fabrikant van die paal de muntautomaat of kaartlezer eruit gelaten heeft en daarvoor in de plaats die drukknop heeft gemaakt. Door op die eerste knop te drukken betaal je als het ware.

In de almanak staat dat het liggeld hier "op aanvraag" is. Sue belt de havenmeester maar krijgt die niet te pakken. Ze spreekt op de voicemail in dat we verwachten dat hij wel langs zal komen.

Even later, als wij in de boot zitten, staat er buiten iemand te roepen: "Is er iemand aan boord?" We veronderstellen beide dat het havenmeester zal zijn dus Sue gaat naar buiten met de portemonnee, maar het blijkt iemand te zijn die erg gecharmeerd is van onze boot en wil weten wie deze gebouwd heeft. 

Deze hele vakantie heb ik nog geen boekwinkel bezocht, dus dat doe ik nu maar even. Ik vind wat interessante geschiedenisboeken over het gebied aan de IJssel en de Lek. Een havenmeester zien we niet meer.

Woensdag 19 augustus: Stavenisse - Zwijndrecht

 De wekker gaat om 7 uur...dit is geen tijd voor een blanke om op te staan. Ook niet voor een zwarte.

We zijn niet eens de enige die zo vroeg zijn opgestaan. Mensen verderop aan de steiger zijn ook bezig zich klaar te maken voor vertrek. Een voordeel van zo vroeg vertrekken is wel dat het iets heeft...de wereld lijkt nog onverstoord.

De route die we nemen is in feite dezelfde als de op heenweg. Na de Krammersluizen gaan we op het Volkerak varen aan de noordelijke oever, door de geul voor de recreatievaart. Dan via de Volkeraksluis het Hollandsdiep op. Er waait een windkracht 3 a 4 waardoor er wel golven staan op het Hollandsdiep. Ook hier kies ik ervoor om naar de noordelijke oever te varen om daar zo dicht mogelijk langs die oever te varen zoals is aangegeven met de betonning. Misschien was dit niet zo slim en was het handiger geweest om zo lang mogelijk langs de zuidelijke oever te varen omdat daar de golven, gezien de windrichting, misschien minder hoog waren geweest. 

Op zich is er niet zoveel aan, het is gewoon afwachten tot de afstand is afgelegd. 

Voorbij Strijensas wil ik de Dordtse Kil op varen. Hier wordt het water een stuk smaller en omdat het erg druk is met beroepsvaart moet ik hier wel even goed opletten. Het lukt me om op een veilige manier tussen de vrachtschepen door over te steken naar oostelijke oever zodat ik zoveel mogelijk stuurboordwal kan houden. 

Bij de kruising met de Oude Maas komt er een vrachtschip vanuit het westen die op ons afstevent. Via de marifoon heb ik gehoord dat hij de Krabbegeul in wil en daarom houd ik in totdat hij voor ons langs is gegaan. Een ander schip uit oostelijke richting wil ook de Krabbegeul in maar daar wacht ik maar niet op. Ik geef even flink gas om zo snel mogelijk daar voorbij te zijn. 

Omdat we verderop de Noord op moeten en daarna de Rietbaan heb ik bedacht dat ik hier aan de verkeerde kant ga varen zodat ik maar 1 keer hoef over te steken. Dat lukt op zich wel maar bij de brug gekomen brandt er een rood licht voor de opening waar ik door wil varen. Logisch, want vanaf de andere kant kan natuurlijk een schip komen. De opening ernaast is veel breder maar ook daar hangt een rood licht boven. Het gaat me echter te ver om weer terug te gaan naar de "goede" kant van het vaarwater om later wederom over te steken, en omdat het breed genoeg is vaar ik maar zoveel mogelijk aan bakboordzijde door de grote opening.

Iets verderop vaar ik weer in de weg voor de waterbus maar die doet rustig aan en geeft mij alle ruimte om mijn weg te vervolgen. Pas bij het opvaren van de Noord wordt het even eng want er komt een bunkerbootje strak om de hoek. Gelukkig krijg ik van hem voldoende ruimte om aan de verkeerde kant te kunnen blijven varen maar of hij blij met mij is weet ik niet...

Eenmaal op de Rietbaan is het eindelijk weer eens rustig varen: geen hoge golven, geen verre oevers en geen vrachtschepen. 

We varen nu langs een eiland waar we iets verderop omheen moeten en dan weer aan de andere kant van het eiland terug, om bij de watersportvereniging van Zwijndrecht te komen. Bij dat stukje "terug" varen komen we door eh... een bijzonder landschap. Links en rechts liggen vergane en/of gezonken schepen. Hoewel de WSV zelf ook een rommelige indruk maakt worden we zeer gastvrij ontvangen. Het is de goedkoopste overnachting tot nu toe: 10 euro.

Voor het avondeten wandelen we naar het veerplein om te eten bij een gelegenheid met de naam "zohej". Naar mijn maatstaven eten we hier een kwalitatief uitstekende maaltijd. Terug lopend komen we langs een ijssalon die ook van uitstekende kwaliteit is. In ieder geval geen contaminatie van verschillende smaken hier, zoals in Veere wel het geval was.

Wanneer we terug komen bij de haven staan een aantal mannen van bovenaf naar onze boot te kijken en te bespreken. Helaas kan ik niet alles horen want ze lijken enigszins geschrokken van onze plotselinge aanwezigheid. 

W.S.V. Zwijndrecht

Dinsdag 18 augustus: Veere - Stavenisse

Tja, en dan begint het einde. We moeten terug naar huis. Dat gaat natuurlijk niet in een keer, dus voor vandaag kiezen we onze overnachtingsplaats in Stavenisse. Stavenisse ligt vlakbij Sint Annaland maar je moet om er te komen door een geul die bij laag water te ondiep is om te varen. Ik heb gekeken hoe laat het hoog water is en volgens mij moeten we er met voldoende water kunnen komen.

We varen op ons gemak de haven van Veere uit en zetten koers naar de Zandkreeksluis om terug te komen op de Oosterschelde. Daarna varen we weer om de Vondelingsplaat heen naar Stavenisse. Deze keer is de Oosterschelde minder mild voor ons: het hobbelt behoorlijk.

Als we bij het havenkanaal van Stavenisse aankomen moet ik eerst even zoeken waar nu precies die ingang naar dat kanaal is. Ik weet niet hoe diep het hier is dus ik vaar voorzichtig in de richting van de wal totdat we dicht genoeg genaderd zijn om te onderscheiden wat wat is. Voorzichtig vaar ik het kanaal in, me erop voorbereidend dat ik elk moment vast kan komen te zitten. Maar het is ongegronde angst: we kunnen zonder problemen de haven van Stavenisse bereiken.

Als we daar aankomen zien we op bordjes dat we moeten aanleggen bij steiger C. Dat is de steiger die het verst weg ligt. Er ligt nog een andere platbodem maar daarop is geen teken van leven te herkennen. We maken zover mogelijk naar voren vast zodat we zoveel mogelijk ruimte overlaten voor eventuele andere passanten. Ik vermoed dat die er niet komen vanwege de angstaanjagende berichten in de almanak, op de kaart en op internet. 

Als we weer netjes vast liggen en de elektra is aangesloten gaan we even binnen zitten. Ik werk op de computer deze blog bij en Sue-Ann kijkt een oude TV serie. Zo verstrijkt er enige tijd. Er komen nog redelijk wat andere passanten achter ons liggen, zelfs een aantal dubbel. Dus mijn idee dat er niet veel passanten zouden komen is geheel onterecht.

Waterstand bij aankomst.

We moeten echter onze proviand aanvullen en daarvoor gaan we naar de supermarkt die vlakbij de haven te vinden is. Gek genoeg heeft Veere geen supermarkt waardoor we gisteren geen boodschappen konden doen. 

Als we buiten komen zien we echter dat de wereld enorm veranderd is: de waterstand is aanzienlijk gestegen, het komt bijna tot de rand van de kade. Kinderen vermaken zich prima met zwemmen en spelen in het water. 

Spelende kinderen bij hoog water in de haven


Bij de supermarkt moet natuurlijk weer iedereen een winkelwagentje hebben om naar binnen te mogen. Ik vind het veel te overdreven om met twee winkelwagentjes voor die paar boodschappen door de winkel te toeren, dus ik besluit om niet mee naar binnen te gaan. Als Sue-Ann bijna klaar is wenkt ze mij voor overleg. Ik denk: what the heck en loop gewoon zonder winkelwagentje naar binnen. Sue heeft alles dus ze kan naar de kassa. Ik loop met haar mee en pak de boodschappen in. 

Als we buiten komen begint het te regenen. Natuurlijk, als we binnen zitten is het prachtig en als we naar buiten gaan begint het te regenen. Gek genoeg rennen de van het zwemmen natte kinderen paniekerig naar een afdakje om te schuilen voor de regen. 

Voor het avondeten bak ik een stapeltje pannenkoeken. Sue maakt voor zichzelf iets van vlees klaar in de oven want ze houd niet van pannenkoeken. Maar als ik na een half uur klaar ben wil ze er toch een proberen. En dat bevalt goed genoeg om er nog een te nemen. En dan nog een...

Rond half negen wandelen Sue-Ann en ik langs de geul naar de monding. Om half elf zal het laag water zijn, dus het water staat nu al redelijk laag. 


Een moedige schipper gaat minder dan 2 uur voor laag water naar buiten...om een poos later, met nog lager water, terug te keren.


We moeten in verband met de waterstand morgen op tijd vertrekken. Daarom gaan we ook bijtijds naar bed...ik bedoel...in de kooi.

De Zeelandbrug bij ondergaande zon