Thursday, August 13, 2020

Woensdag 5 augustus: Zwolle - Harderwijk

 Sue-Ann en Justin zijn even naar het toiletgebouw als ik ineens een hoop lawaai hoor. Even later komt Justin binnen melden dat er een schip met de mast tegen de brug is gevaren. 

Een poosje later varen we weg. Bij de eerste beweegbare brug ligt al een schip te wachten.Wij kunnen er zo wel onderdoor maar het gele licht is uit en het rood-groen is aan dus we wachten ook maar even. 

Aangekomen bij de spooldersluis liggen er al aardig wat jachten te wachten, zowel aan de "sport" kant als aan de beroepskant. We moeten even wachten maar al snel kunnen we naar binnen varen. Heel ver in de verte komt nog een boot aan en kennelijk wacht te sluiswachter daarop want de deuren blijven open staan totdat dat schip ook binnen is. Even later kunnen we de IJssel opvaren. Alle andere boten halen ons in en varen voor ons uit. Kennelijk zijn wij langzaam.

We varen stroomafwaarts in de richting van Kampen. Er is weinig beroepsvaart, een enkel vrachtschip haalt ons in. We ploeteren lekker voort totdat we kort voor Kampen het nieuwe Reevediep op gaan. Iets verderop is dan al meteen de sluis. Samen met een sloep worden we geschut en dan varen we het nieuwe stuk tot aan het Drontermeer. Daar gaan we bakboord uit. Als we daar net een stukje onderweg zijn verschijnt er een openstaande sluis maar met rode lichten. Een klein sportbootje voor ons vaart gewoon door door het rode licht maar als wij dichterbij komen varen we langs een werkboot met achterop een grote parasol met daaronder een paar mannen. Een van hen roept ons toe: "het licht gaat om half drie op groen, dus even vooraan vastmaken." Hij bedoelt de wachtsteiger voor de sluis. Waren we eerst in vertwijfeling wat we hier mee aan moesten, nu is het tenminste duidelijk. Dat het net twee uur is en we dus een half uur moeten wachten is iets minder maar kom op! We hebben vakantie!

Om half drie duurt het nog steeds een poosje voordat het licht op groen springt maar het gebeurt en we kunnen weer verder. Ons doel voor vandaag was oorspronkelijk "Riviera Beach" maar we besluiten nog een stukje door te varen naar jachthaven de Knar in Harderwijk. Daar zijn we eerder geweest en dat was goed bevallen.

Het varen op de randmeren vind ik saai. Je kijkt urenlang naar dezelfde horizon; er verandert onderweg niet veel. Wel is het erg druk. Ik ben gestopt met groeten, ik groet alleen nog terug. Je blijft aan de gang.

Op het Veluwemeer wil ik een stukje afsnijden door het meer schuin over te steken en over het aquaduct naar jachthaven de Knar varen. Daar is het wel even opletten om een route te nemen die geen ondieptes bevat maar waarschijnlijk ben ik te bang want over het hele meer verdeeld varen er boten.

Eenmaal bij de Knar varen we langzaam door de haven naar de kraan want bij de ingang stond een bord dat we ons daar moeten melden. Sue-Ann belt ondertussen al met de havenmeester en ik hoor haar zeggen: 10 bij 3 meter. Ik corrigeer haar: 3 meter 30 maar ze verbetert zicht niet. 

Bij de kraan aangekomen liggen er al een aantal schepen zo verdeeld dat er voor ons eigenlijk geen ruimte meer is. Uit nood ga ik maar dwars voor de helling liggen, zodat Sue-Ann ons kan aanmelden bij de havenmeester want dat had ze te horen gekregen. 

Ze komt terug met de coördinaten waar we onze boot kunnen afmeren. Als ik de box zie denk ik hardop: passen we daar wel tussen? Volgens Sue-Ann lijkt het kleiner dan het is maar mijn zorg bleek terecht: als we achteruit de box invaren liggen we op zeker moment klem tussen de palen. Ik blijf voorzichtig achteruit varen en duw ons af tegen de boten naast ons want de beklemming overruled het sturen met het roer.  Uiteindelijk lukt het mij om vanaf het achterdek op de kant te stappen maar omdat wij een aangehangen roer hebben is de afstand tussen steiger en achterdek best een flinke stap. Er zijn hier geen "vingersteigers". Dat maakt het voor Sue-Ann onmogelijk om van boord te komen. 

Justin heeft de hele dag het verlangen geuit om te zwemmen. Als we in de box liggen wil hij meteen overboord springen. Ik heb hem beloofd om mee te gaan maar ik had een strandje in gedachten dat iets verderop onderdeel uitmaakt van de haven. Zwemmen tussen de boten lijkt me geen goed plan. 

Al mopperend loopt Justin met mij mee naar het strandje. Hij gaat wel als eerste het water in terwijl ik even toekijk. Dan raap ik al mijn moed bijeen en laat me ook in het water vallen. De eerste kou is altijd even schrikken, maar als je er eenmaal aan gewend bent is het prima te doen. Maar terwijl ik wat op en neer zwem is Justin het water alweer uitgelopen en staat zich iets verderop af te drogen om vervolgens terug te gaan naar de boot. Het blijkt dat het vooruitzicht op het bakken van pannenkoeken dermate sterk trekt dat de enorme drang om te zwemmen naar de achtergrond verdwijnt. Dit tot grote ergernis van Sue-Ann die de hele middag heeft moeten aanhoren hoe graag Justin wilde zwemmen.


No comments:

Post a Comment