Als eerste fiets ik vandaag naar de supermarkt in Nigtevecht. Er is bijna niets in Nigtevecht en de supermarkt stelt ook niet zoveel voor in vergelijking met de "grote" namen. Evengoed ruikt het er erg lekker naar vers brood en kan ik alles dat ik nodig heb er vlot vinden.
We vertrekken tien over half tien. Het is nog lekker rustig op de Vecht, slechts enkele bootjes komen we tegen. Een klein uurtje later komen we door Weesp, waar ik wat gas terug neem om op ons gemak om ons heen te kunnen kijken. Een aantal jaren geleden hebben we hier een paar dagen geleden toen we op reis waren met een gehuurde Barkas. Tien over elf zijn we bij de zeesluis in Muiden. Er zijn twee kolken in gebruik die parallel bedient worden. Ik kies voor de linker kolk. Een vrouw in een sloepje naast ons vraagt: "maakt het uit in welke we gaan?" Ik antwoord:"nee, volgens mij niet." "Echt niet?" Ik: "Nee, ze staan beide op groen dus..."
Rond half twaalf zijn we dan op het Markermeer. Het is erg ruw hier. Wij schommelen flink, vooral doordat de wind voor ons uit een ongunstige richting komt. Eenmaal in de luwte van de eilandjes en later Flevoland is het beter te doen.
Ik vind de randmeren saai om te varen. Misschien zou het leuker zijn als je langs de randen zou kunnen varen, maar dat durf ik niet aan in verband met ondieptes en allerlei groeiende planten op de bodem. Daarom kies ik ervoor om via de Hogevaart in de Flevopolder te varen. Die route heb ik nog niet eerder gevaren en dat maakt het leuker voor mij.
We komen rond half een aan in het haventje van Almere. Hier moeten we schutten, maar er is net een schutting bezig in dezelfde richting als wij willen dus we moeten een poosje wachten. Juist als het licht op groen springt komt er een bootje ons voorbij varen. "Willen jullie ook door de sluis?" vraagt de bestuurder. "Ja" antwoord ik. Ze varen vervolgens verder naar het begin (of eind?) van de steiger en wachten daar om ons de kans te geven voorbij te gaan. Hartstikke netjes.
Als de sluiswachter ons ziet naderen maakt hij een gebaar om duidelijk te maken dat hij wil weten wat onze breedte is. Drie dertig roep ik terug. Hij steekt beide duimen omhoog: we kunnen verder. Ik snap nu waarom hij het vroeg: het sluisje is maar drie meter vijftig breed. We kunnen nergens heen. Het andere bootje past wel nog achter ons. Voor het schutten moeten we EUR 2,50 betalen.
Vervolgens varen we door Almere heen, een mooi stuk met verrassend veel plaatsen waar je met bootjes kunt recreƫren. We varen ook langs het kasteel in aanbouw, dat er nog net zo bij staat als tien jaar geleden.
De meest veilige keuze voor overnachting lijkt mij de WSV in Biddinghuizen. Sue-Ann belt met de havenmeester, maar geeft vrij snel de telefoon aan mij. Hij vertelt me dat we er voor vijf uur moeten zijn, anders kunnen we niet meer door de brug, maar kunnen we wel aan de buitenkant blijven liggen. "Is daar stroom?" vraag ik. Nee dus. "We hebben eigenlijk wel stroom nodig" antwoord ik. Hij antwoordt: "nou maak je van jouw probleem mijn probleem." De navigatiesoftware geeft aan dat we om half zes aankomen een meestal valt het dan nog wel mee en zijn we er wat eerder, dus dat vertel ik de beste man. Hij antwoordt: "het seizoen loopt op zijn einde, als er om vier uur nog niemand is ga ik naar huis." Huh? Het is midden augustus en hij gaat eerder naar huis omdat het seizoen op zijn einde loopt? Niet gastvrij en wat mij betreft ook wel vreemd.
We proberen zo snel mogelijk te varen, maar het valt mij op dat we veel langzamer varen dan we normaal bij dit toerental doen. Sue zit aan het roer en geeft wat gas bij, maar we gaan nauwelijks sneller en even later valt de snelheid zelfs terug. Ik houd angstvallig de verwachte aankomsttijd in Biddinghuizen in de gaten, maar het blijft erom spannen.
Op een zeker moment neem ik het roer van Sue-Ann weer over. We komen op een splitsing en ik sla rechtsaf. Ik verkeerde in de veronderstelling dat we bij een kruising eerder waren, maar het blijkt dat we nu op het stuk vaarweg naar de Harderhaven onderweg zijn. Als ik nu omkeer komen we zeker te laat en ik baal al van die rare havenmeester dus ik besluit maar om door te varen en na het sluisje op de randmeren een haven op te zoeken.
De keuze valt op de watersportvereniging "Flevo". Deze zijn gehuisvest in een haven die "De Knar" wordt genoemd. Volgens mijn kaart zit deze haven direct na het uitvaren van het sluisje aan de rechterkant, dus daar vaar ik naartoe als we het sluisje uitvaren. We maken vast aan een steiger en Sue-Ann gaat op zoek naar de havenmeester. Terwijl Sue weg is maak ik het wierfilter schoon. Op de vaarten in de polder ligt veel kroos en er groeit ook weer van alles op de bodem, dus het wierfilter is redelijk verstopt.
Als ze terug komt is ze verontwaardigd dat ze de havenmeester niet heeft gevonden, het telefoonnummer niet wordt beantwoord en dat andere mensen haar niet willen helpen. Als ze haar verhaal doet besluit ik samen met haar op zoek te gaan. Als ik een jongeman vraag of we bij WSV Flevo zijn ontkent hij dit. Als ik "de knar" noem weet hij het zeker: dat is aan de overkant.
We zitten dus verkeerd en dus starten we de motor weer en steken we over naar de andere kant. Het is even zoeken, want de haven is compleet vernieuwd en daarom klopt mijn kaart niet meer. We vinden een bord dat aangeeft dat we naar de kraan moeten varen en inderdaad: bij de kraan is een kade waar we kunnen liggen om ons aan te melden.
Er is ook een helling, Sue vraagt de havenmeester meteen of we even gebruik mogen maken van de helling. Dan kan ik even het water in om te controleren of er iets in de schroef zit of dat de schroef misschien beschadigd is. De havenmeester is uiterst vriendelijk en we krijgen alle vrijheid.
De nieuwe haven van WV Flevo is ontzettend mooi. Het heeft ontzettend mooie gebouwen op mooie plekken aan het meer. Er is ook een speelstrandje. Verder zijn alle denkbare voorzieningen er, zoals dus een 10 tons kraan en een helling.
Na het eten trek ik de boot achteruit naar de helling, trek mijn zwembroek aan en ga het water in. De schroef is niet beschadigd, er zit geen troep in en ik kan ook geen slip op de as ontdekken. Voor de zekerheid vaar ik nog even het meer op voor een klein rondje, maar voel niets bijzonders. Of we de normale snelheid halen weet ik niet, omdat de GPS niet meer aangesloten is. Maar dat zien we morgen wel weer.
Ik kom tot de ontdekking dat de V-snaar te slap staat. Ik vermoed dat daardoor ook extra trillingen ontstaan, dus de snaar moet eigenlijk gespannen. De dynamo staat echter al op zijn maximum stand, dus er is geen ruimte meer om strakker te zetten. Nu heb ik bij de reservespullen ook een V-snaar, dus ga ik die erop zetten, maar terwijl ik daarmee bezig ben blijkt dat deze te kort is. Met geen mogelijkheid krijg ik hem erop. Morgen maar zien of we ergens een correcte V-snaar kunnen krijgen.
Bij een moderne haven horen ook moderne douches. In plaats van een kraan zijn er sensoren aangebracht die de douche aan zetten als je er voor gaat staan. Als ik mij na het douchen heb afgedroogd en aangekleed maak ik de douche nog even droog en kom ik dus weer voor die sensor. Meteen begint de douche weer te lopen en ben ik opnieuw nat.
Evengoed is het een fantastische en gastvrije haven.
No comments:
Post a Comment