Bij het plannen van de route blijkt dat als we om 10:00 vertrekken we een hele tijd voor de brug in Kalenberg moeten wachten omdat die tussen 12:00 en 13:00 niet bedient wordt. Als we iets eerder weggaan zodat we voor 12:00 in Kalenberg zijn krijgen we hetzelfde probleem met de brug in Ossenzijl. Dus we vertrekken laat: om 11:00
Er staat een stevige wind waar ik bij het losmaken meteen de gevolgen van ondervind. Nog voordat we hebben kunnen wegvaren na het losmaken van de touwen ligt de boot door de wind dwars in de box. Het is een dubbele box met tussen de ligplaatsen in een paal. De boot waait net voor de paal langs. Ik probeer met de boegschroef de boot weer recht te krijgen, maar de boegschroef haalt niets uit. Dan maar terug op de steiger en met touwen de boot weer recht trekken. De aardige buurman van gisteravond was al een vaarboom gaan halen maar dat blijkt niet meer nodig.
Dik een half uur later komen we in Blokzijl, waar we moeten schutten. Het is er redelijk druk, maar niet met boten die door de sluis moeten: wij zijn de enige die moeten wachten. Als we bijna op het lage niveau zijn komt de sluiswachter uit het huisje en loopt naar de brug. Als ze langsloopt zegt ze: zodra de brug open gaat mag je opvaren. Dat doen we dus en dat verloopt allemaal soepel.
Als we vanaf het Giethoornse meer in de richting van Muggenbeet gaan schiet een groot jacht voor ons de vaart in. Het heeft een flinke snelheid en trekt een navenante hekgolf die over de kades spoelt. Vrijwel meteen kiezen zij een ligplaats, ik vermoed om de lunchpauze van de Scheerebrug af te wachten. Deze wordt echter gewoon bediend tijdens de lunchpauze, dus wij kunnen gewoon onze weg vervolgen.
Als we aan het eind van de Wetering linksaf de Heuvengracht op willen varen komt er een oud vrachtschip ons tegemoet. Voorop staat een jonge vrouw op de uitkijk, in de stuurhut staat een jongeman zich in het zweet te werken. Ik vind het erg knap om met zo'n groot schip door zulk smal vaarwater te gaan.
Iets na een uur zijn we bij de brug in Kalenberg. Hier moeten we EUR 2,10 in het klompje aan de hengel doen. Het is een van de zeer weinige kunstwerken waar we nog moeten betalen. Op de vecht zijn er ook een paar, maar daar konden we onder de gesloten brug door.
Bij de brug in Ossenzijl komen twee flinke jachten ons tegemoet. Vanwege de wind is het moeilijk om te blijven liggen en daarom vaar ik langzaam door naar de brug. Zij willen linksaf het kanaal naar Steenwijk op, maar ze moeten maar wachten tot ik daar voorbij ben want ik wil voorkomen dat ik een speelbal van de wind wordt. De brug gaat weer even dicht om het verkeer door te laten, maar vrijwel meteen daarna voor ons open. Een speedkruiser voor ons vraagt me of ik onder de brug door kan, maar daar is de brug helaas te laag voor.
Een klein zeil/roeibootje voor ons gaat roeiend onder de brug door. Na de brug schakelen ze hun buitenboordmotor in. Wat daar de filosofie van was weet ik niet.
Er ligt maar 1 jacht in de Ossenzijlersloot, opmerkelijk weinig in deze tijd van het jaar. Op de Linde krijgen we een aantal woest varende tegenliggers die met zijn allen uit de sluis gekomen zijn. Op dat stukje moet men kennelijk altijd weer even de rangorde opnieuw vaststellen.
De speedkruiser die al voor ons lag bij de brug in Ossenzijl komt nu ook als eerste aan bij de sluis. We hebben door de wind ook grote moeite om de boot aan de wachtsteiger vast te maken. Bij ons gaat het relatief gemakkelijk, maar dat komt ook vooral doordat Sue-Ann op tijd een touw om de bolder van de steiger krijgt zodat we blijven liggen. Met een beetje pech hadden wij ook dwars kunnen komen te liggen.
Even later komt er achter ons een kleine salonboot liggen. Salonboten zijn denk ik altijd smal, maar deze was door de geringe lengte erg smal. Op het voordek zit een man met een touw, binnen staat een vrouw aan het roer. Het resterende stukje wachtsteiger achter ons is te kort voor hen. Als de speedkruiser voor ons iets verder naar voren was gegaan hadden wij ook wat verder naar voren gekund en was er ruimte zat geweest voor hen. Nu moeten ze flink tobben om de boot op zijn plek langs de steiger te krijgen. Gelukkig voor hen mogen we met z'n drieen de sluis invaren.
De speedkruiser kiest de stuurboordzijde, ik kies, zoals bij voorkeur altijd, de bakboordzijde. De salonboot komt ons met een flink vaartje rechts voorbij. De man op het voordek maakt snel een touw vast om een bolder en de vrouw loopt de salon uit naar achteren om daar een touw vast te maken. Maar de boot heeft nog wat vaart en de wind doet de rest. Ze komen dwars in de sluis te liggen en dreigen tegen de speedkruiser aan te waaien. De sluiswachter komt snel de trap afgerend om te helpen en ook de mensen op de speedkruiser schieten te hulp.
Met veel getob wordt de boot weer recht getrokken. Het leek mij gemakkelijker om de boot met voor het touw aan de bolder gewoon in de achteruit te zetten en naar de kant te sturen. Dan had het daar vanzelf gekomen lijkt me. Maar de sluiswachter wil het zo kennelijk want zij geeft de instructies.
Tja, en dan zit de vakantie er op. We leggen aan in het Mallegat en ik ga op de fiets naar de loods om de auto te halen. Daarmee rijd ik naar de boot en laden we alles uit de boot in de auto. Vervolgens rijdt Sue-Ann met de auto terug naar de loods en vaar ik de boot naar haar vaste ligplaats in het slootje
No comments:
Post a Comment